TOS is een taalstoornis die aangeboren is of is ontstaan in de eerste twee levensjaren. De stoornis wordt veroorzaakt door (nog) niet aantoonbare problemen in de hersenen. Bij TOS zijn er problemen in de taalvaardigheid en in de spraak. Dit heeft invloed op het begrijpen van taal en/of het spreken.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Een taalontwikkelingsstoornis is niet te genezen maar een goede en liefst vroege behandeling kan een kind leren om beter met taal om te gaan zodat het zich beter kan redden.
De definitie van TOS is als volgt: 'Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen.
TOS door de jaren heen
TOS ontstaat bij jonge kinderen, maar verdwijnt niet wanneer zij volwassen worden. Door begeleiding en behandeling leren zij nieuwe taal. Ze worden beter verstaanbaar, leren taal beter begrijpen, leren meer woorden en hun zinnen worden langer.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Een blootstellingsachterstand kan een kind nog inhalen; een taalstoornis blijft. Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds. Kinderen met TOS vormen een gevarieerde groep.
Kinderen met TOS met NVIQ 70-85 hadden ook baat bij taaltherapie (Fey, Long & Cleave, 1994). Uitkomstmaat grammaticale vaardigheden. Is het niet-verbale IQ belangrijk voor de diagnose en behandeling van TOS? Gebruik van niet-verbale intelligentie quotient bij TOS 1.
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
Het thoracic outlet syndroom (TOS), ook wel het schoudergordelsyndroom genoemd, is een verzamelnaam voor aandoeningen die veroorzaakt worden door beknelling van de vaatzenuwbundel in het schoudergebied.
TOS is een taalstoornis die aangeboren is of is ontstaan in de eerste twee levensjaren. De stoornis wordt veroorzaakt door (nog) niet aantoonbare problemen in de hersenen. Bij TOS zijn er problemen in de taalvaardigheid en in de spraak. Dit heeft invloed op het begrijpen van taal en/of het spreken.
Sommige kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben meer ondersteuning nodig en gaan daarom naar een speciale school (cluster 2) van Kentalis. Ook bestaan er mediumsettings en school-in-scholen.
In dit boek leer je wat taal voor impact heeft op kinderen en jongeren met een Taal Ontwikkelingsstoornis (TOS). De situaties die in dit boek worden beschreven komen voort uit ervaringen vanuit de praktijk. Benieuwd hoe ik, iemand die zelf TOS heeft de wereld bekijkt?
TOS kan erfelijk zijn, maar dat hoeft niet. Soms adviseert de logopedist, leerkracht of arts een algeheel ontwikkelingsonderzoek, omdat TOS kan samenhangen met andere stoornissen.
TOS is nog onbekend maar komt zeker zo vaak voor als dyslexie en vaker dan autisme. Gerrits: “7% van de kinderen in de leeftijd van 5 jaar heeft TOS. Dat komt neer op ongeveer twee kinderen per schoolklas”. om aandacht te vragen voor mensen met een taalontwikkelingsstoornis.
Hoeveel behandelingen zijn er nodig? We gaan uit van 1 behandeling van een half uur per week. Het aantal sessies dat nodig is om het logopedische doel te bereiken, is afhankelijk van uw hulpvraag. De oefeningen die we tijdens de behandeling hebben gedaan, krijgt u mee in een oefenmap.
Soms is behandeling bij een logopedist niet voldoende. Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis kunnen dan terecht bij specialisten als Auris, Kentalis en de NSDSK. Deze Audiologische centra bieden bijvoorbeeld multidisciplinaire behandeling, training en therapie aan.
Veel kinderen met TOS hebben niet de sociale problemen die autisme kenmerken, maar sommige hebben wel milde autistische trekjes. Er is een groot verschil in de beschikbare hulp voor kinderen met de diagnose autisme en kinderen met de diagnose TOS.
Kinderen met een taalontwikkelingsachterstand herken je aan het feit dat hun taalontwikkeling langzamer gaat dan gemiddeld bij leeftijdsgenoten. Ze leren onder andere langzamer praten, hebben meer moeite met het begrijpen van andere mensen en hun woordenschat is kleiner.
Opvallend veel kinderen met TOS hebben ook dyslexie. Dyslexie is een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau. TOS en dyslexie zijn allebei taalstoornissen, maar de eerste uit zich in de mondelinge taal, terwijl de andere betrekking heeft op de schriftelijke taal.
Hulp bij taalachterstand
Als je merkt dat je kind meer hulp nodig heeft, kun je contact opnemen met een logopedist in de buurt. Zij kan je kind een periode helpen bij het ontwikkelen van de taal. Als ouder ben je vaak aanwezig bij de behandeling, zodat je thuis ook aan de slag kunt met de oefeningen van de logopedie.