Naast dat je kindje zich verslikt, kan het ook zijn dat ze te veel lucht happen tijdens het drinken. Bijna elke baby doet dit uit enthousiasme, waardoor ze snel kramp of buikpijn krijgen door alle lucht in hun maagje. Je kunt ze dan even rechtop houden en ze laten boeren door lichtjes op de rug te tikken.
Houd het flesje dan wat horizontaler, draai de speen wat vaster aan en gebruik een speentje met een kleiner gaatje. Zo stroomt de melk wat langzamer. En moet je kind meer moeite doen om melk uit het flesje te krijgen. Net als aan de borst.
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
De speen bepaalt voor een groot deel hoe snel je baby de fles leegdrinkt. Ga ervan uit dat je baby ongeveer 20 minuten nodig heeft voor een flesje. Drinkt je kind sneller? Dan is de kans op spugen of darmkrampjes groter.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Te veel voeding, dit zijn de signalen
Je baby onrustig drinkt en zich vaak verslikt. Er regelmatig melk terug komt via de mond van je baby. Je baby buikkrampen heeft en veel huilt. Je baby huilt omdat hij nog wil zuigen.
De ene baby wil vaker drinken en heeft meer honger dan de andere. Zowel voor borstvoeding als voor flesvoeding geldt: als uw baby duidelijk laat merken dat hij honger heeft, dan is het tijd om te voeden. U voedt dus op verzoek van uw baby. Niet iedere baby drinkt even vaak en even veel.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
deze speentjes hebben een kleiner gaatje dan speentje nr 1. deze zijn ideaal voor premature baby's of baby's die te snel hun flesje leeg drinken.
Als je baby honger heeft, geeft hij verschillende subtiele tekens vooraleer hij gaat huilen: hij likt aan zijn lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst, hij brengt de handjes naar zijn mondje en likt aan zijn handjes, hij balt zijn vuistjes.
Clusteren begint meestal na 2 weken
Het clusteren kan op elke leeftijd voorkomen, maar de eerste keer dat een baby gaat clusteren is vaak rond 2 weken na de uitgerekende dagen. Rond 6 weken is het clusteren op z'n hoogtepunt, en het wordt vaak minder als de baby 3 maanden is.
Als je toegeeft aan je baby's vraag, dus meer gaat voeden, dan duren de regeldagen meestal echt maar een paar dagen (2-3 dagen). Dan is vraag een aanbod weer op elkaar afgestemd en heb je je tevreden kindje weer terug... Vooral de regeldagen op de 9e dag zijn erg vervelend.
Clusteren en regeldagen
Dit zijn dagen waarop je baby vaker om een voeding vraagt dan je gewend bent. Meestal gebeurt dit meerdere keren op een dag. De reden hiervoor is dat je kindje groeit en meer melk nodig heeft. Door een of twee dagen vaker om een voeding te vragen, gaat de melkproductie omhoog.
Tijdens de regeldagen worden vraag en aanbod opnieuw op elkaar afgestemd. Meestal valt de vraag van je baby naar meer voedingen samen met een groeispurt. Je baby groeit, heeft behoefte aan een grotere hoeveelheid moedermelk en regelt dat zelf door vaker te gaan drinken. Dit is normaal gedrag van je baby.
Een baby die moedermelk uit de fles krijgt, kán langer of meer drinken dan hij aan de borst zou doen. Dat komt doordat een baby voor drinken aan de borst harder moet werken dan voor drinken uit een fles.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Een richtlijn voor vaak je je baby flesvoeding geeft, is om de twee tot maximaal vier uur. 's Nachts kunnen de tijden tussen twee flessen wat langer zijn. De eerste maanden krijgt een baby zes à acht keer per etmaal de fles, na twee tot drie maanden bouw je dit rustig af naar vijf keer.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben. Dat komt bij 8 voedingen neer op 75 ml per voeding, bij 7 voedingen op ongeveer 85 ml, bij 6 voedingen op 100 ml, etc.
Baby's geven heel makkelijk wat voeding terug, dat komt doordat het maagklepje bij baby's de maag nog niet goed afsluit.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Voeden op verzoek houdt in dat je voeding geeft op het moment dat je baby signalen afgeeft dat dat hij/zij honger heeft. Op dat moment geef je de borst of de fles. Ook geef je net zolang voeding tot je kindje aangeeft genoeg gehad te hebben.