Een grote aanval kan je vaak voelen aankomen. Je voelt dan iets raars in je maag, of je hebt lichtflitsen in je ogen. Daarna raak je bewusteloos. Het kan ook zijn dat je niets van tevoren voelt en meteen bewusteloos raakt.
De meeste epileptische aanvallen komen spontaan op. Sommige mensen voelen ze echter wel aankomen. Iemand krijgt dan een paar minuten van tevoren een kleine focale aanval, ook wel aura genoemd. Zo'n aura gaat samen met specifieke klachten, die per persoon verschillen.
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet. Epileptische aanvallen kunnen er dus heel verschillend uitzien.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Ongeveer 1 van de 20 mensen krijgt een keer in zijn leven een aanval. Zo'n eenmalige aanval heet een 'gelegenheidsaanval'. Dat wil zeggen dat de omstandigheden een aanval hebben uitgelokt. Spanning en stress samen met een groot slaaptekort kan zo'n uitlokker zijn.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
De aanvallen verdwijnen vanzelf naarmate kinderen ouder worden. Rolandische epilepsie stopt altijd. Bij 20 procent van de kinderen die absence epilepsie heeft, gaat dit later over in een andere vorm van epilepsie.”
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
ESES staat voor epilepsie met elektrische status epilepticus in slaap. Het is een soort kortsluiting in het brein, waardoor het herstel in de slaap niet goed gaat.
Een veelvoorkomend symptoom van conversiestoornis is PNEA (Psychogene Niet-Epileptische Aanvallen)* of spanningsaanvallen. Dit betekent dat je aanvallen hebt die erg lijken op epilepsie, maar ze gaan niet samen met epileptiforme activiteit in de hersenen.
Andere aandoeningen die op epilepsie lijken
Flauwvallen: je valt en raakt even buiten bewustzijn. Soms schokt het lichaam even of verlies je urine. Hartritmestoornissen: kunnen verschijnselen geven die lijken op epileptische aanvallen. De arts laat meestal een hartfilmpje (ECG: Elektrocardiogram) maken van het hart.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Als u twee of meer aanvallen in een jaar heeft gehad heeft u epilepsie. De eerste aanvallen beginnen vaak op de kinderleeftijd en bij jong volwassenen (rond de 20 jaar). Ook op latere leeftijd kan epilepsie ontstaan, soms na een andere hersenaandoening. De aanvallen verschillen per persoon.
Een aura is een kleine (focale) aanval vlak voor de grote aanval. Dan ben je nog bij bewustzijn, maar krijg je bijvoorbeeld een opstijgend gevoel vanuit je maag. Of ervaar, ruik of proef je iets vreemds. Op zo'n moment kun je een rustige of veilige plek opzoeken.
Een zeldzame stoornis met insulten die wordt gekarakteriseerd door periodieke dystonie en/of choreoathetoïde bewegingen die voorkomen tijdens de slaap. De clusters van nachtelijke motorische convulsies zijn vaak stereotiep en van korte duur.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Epilepsie is niet te voorkomen. Wel kan de kans op epileptische aanvallen zo klein mogelijk gemaakt worden door op tijd medicijnen in te nemen. Soms spelen uitlokkende factoren een rol bij het krijgen van een aanval.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Het hebben van epilepsie hoeft absoluut geen reden te zijn om continue iemand in de nabijheid te moeten hebben. Wel is er altijd dreiging dat er een epilepsie aanval komt opzetten op het moment dat niemand aanwezig is om assistentie te verlenen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Epilepsie en leeftijd
Alhoewel het op elke leeftijd kan voorkomen en ontstaan, begint het meestal op jonge leeftijd (voor of rond het 20e levensjaar). In Nederland hebben ongeveer 20.000 kinderen epilepsie. Sommige vormen van epilepsie komen alleen op de kinderleeftijd voor en gaan weer over bij het ouder worden.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.