Schakel zo vroeg mogelijk (bij 2.000 tot 2.500 toeren) naar een hogere versnelling, dus: 50 km/u in de 4e versnelling, 80 km/u in de 5e versnelling. Rij zo veel mogelijk met een gelijke snelheid: optrekken en afremmen zorgt voor meer brandstofverbruik.
De ideale snelheid
Sterker nog: een nieuwe, moderne auto is het zuinigst bij een constante snelheid van ongeveer 70 tot 90 km/u. Hoe vaker je moet remmen en optrekken, hoe hoger je brandstofverbruik uitvalt. Iets meer afstand houden en de snelheid van voorliggers goed inschatten helpt om minder vaak te remmen.
Het scheelt namelijk zo'n 50% brandstofverbruik als u deze snelheid in de vijfde versnelling rijdt. Schakel daarom altijd naar de hoogst mogelijke versnelling. Let er wel op dat té vroeg schakelen de motor kan vervuilen of zelfs beschadigen. Schakel daarom altijd vanaf 2.000 toeren door naar de volgende versnelling.
Fabel: Rijd trager, bespaar meer
Veel bestuurders denken dat ze door trager te rijden ook zuiniger rijden. Dat verhaal klopt echter helemaal niet. Langzamer rijden heeft geen invloed op je brandstofverbruik. Door bewuster te rijden en beter te anticiperen in het verkeer ben je wél sneller en zuiniger.
Een auto is zuinig wanneer het zo min mogelijk brandstof verbruikt per kilometer. Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
Benzine (Europese aanduiding: E10 en E5)
Hoewel benzine de duurste brandstof is, rijden verreweg de meeste auto's in ons land op deze brandstof. Wie weinig kilometers maakt, is waarschijnlijk onder aan de streep het voordeligste uit met een benzineauto.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Volgorde van handelen bij het opschakelen:
Om te beginnen rijd je weg zoals je het hebt geleerd. Zodra je 20 km/h rijdt trap je je koppeling in en laat je je gas tegelijkertijd los. Schakel door naar de volgende versnelling. Bij 20 km/h is dat de 2e versnelling.
Wat heel slecht voor je auto is, is file rijden. Koppeling slijt snel, kans op 'bokken' is groot. Ook draait je blok veelal met hoge temperaturen zonder genoeg koeling. Verder is alles wel genoemd ja.
Op zich niet zo'n slecht idee, maar over tijd is dit plotselinge schakelen funest voor uw aandrijflijn. Het is gezonder voor uw bolide om tot een complete stop te komen alvorens u schakelt. Uw auto een paar minuten laten warmdraaien alvorens u gaat rijden, zou de motor wonderen doen.
Een snelle blik op Wikipedia leert ons dat benzine per liter ongeveer 8,9 kWh aan energie bevat. Een benzineauto verbruikt per jaar dan ruim 7.700 kWh aan energie. Dat is meer dan drie keer zoveel dan de 2.275 kWh die een EV gebruikt.
Vroeger werd het verbruik van een auto altijd opgegeven in gereden kilometers per liter brandstof (km/l). Je reed dan bijvoorbeeld '1 op 13', wat betekende dat de auto 13 kilometer kon rijden op 1 liter brandstof. Tegenwoordig zie je steeds meer dat het verbruik wordt aangegeven met het aantal liters per 100 km.
Oorzaken hoog brandstofverbruik
een lage bandenspanning. achterstallig onderhoud. de auto is te zwaar beladen met zaken als dakkoffers, bagageboxen of andere dingen. verstopt roetfilter.
De vorm van een auto zorgt dat er zo min mogelijk luchtweerstand is, ook wel aerodynamisch genoemd. Hoe minder luchtweerstand een auto krijgt, hoe minder brandstof deze verbruikt. Wanneer je met je autoramen open rijdt creëer je meer luchtweerstand. Hierdoor verbruikt je auto tot wel 20% extra brandstof.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.