Selecteer het pictogram Netwerk of Wifi in het systeemmeldingsgebied. Kies in de lijst met netwerken het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en selecteer vervolgens Verbinden. Typ de beveiligingssleutel (wordt vaak het wachtwoord genoemd). Volg eventuele aanvullende instructies.
Ga naar het Startmenu en selecteer Configuratiescherm . Klik op de categorie Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum. Selecteer in de opties aan de linkerkant de optie Adapterinstellingen wijzigen . Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor Draadloze verbinding en klik op inschakelen .
De meeste computers hebben standaard geen Wifi aansluiting. Je dient dan een Apparaat aan te schaffen die je computer verbindt met het Wifi netwerk. De goedkoopste methode is een Wifi USB stick. Deze sluit je aan op een USB poort van je computer en dan heb je verbinding met het Wifi netwerk.
Indien mogelijk: zet het access point (of de draadloze router) uit, wacht 30 seconden en zet deze opnieuw aan. Zorg voor de laatste drivers en client software van uw draadloze netwerkkaart. Verwijder de software van uw draadloze netwerkkaart en installeer deze opnieuw.
De Windows-probleemoplosser voor netwerken kan helpen bij het opsporen en oplossen van Wi-Fi-problemen. Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens Instellingen > Netwerk & Internet > Status > Network troubleshooter en kies een van de opties.
Selecteer in Wi-Fi-status de optie Eigenschappen van draadloos netwerk. Selecteer in Eigenschappen van draadloos netwerk het tabblad Beveiliging en selecteer vervolgens het selectievakje Tekens weergeven. Uw Wi-Fi netwerkwachtwoord wordt weergegeven in het vak Netwerkbeveiligingssleutel.
Een USB WiFi-adapter vervangt de ingebouwde draadloze functionaliteit van de computer, waardoor je via de USB-poort een snellere en betrouwbaardere verbinding krijgt met de beschikbare netwerksignalen.
Start de computer op die u wilt verbinden met het netwerk. Ga via Start naar het Configuratiescherm en kies daar voor Netwerkcentrum. In het Netwerkcentrum kies u voor Verbinding met een netwerk maken. Kies voor het draadloze netwerk die u zojuist heeft ingesteld met uw router en klik op verbinding maken.
Wilt u draadloos internet installeren, dan hebt u een WLAN router of een WLAN modem-router nodig. WLAN (Wireless Local Area Network) geeft vaak toegang tot het internet, maar kan ook twee of meer computers indirect met mekaar verbinden. Hierbij komt vaak ook de term Wi-Fi voor.
Controleer of de fysieke Wi-Fi-schakelaar op uw laptop is ingeschakeld. (Meestal wordt met een lampje aangegeven of Wi-Fi is ingeschakeld.) Voer de probleemoplosser voor netwerken uit. De probleemoplosser voor netwerken kan helpen bij het opsporen en oplossen van veelvoorkomende verbindingsproblemen.
Start je apparaat opnieuw op.
Open je app Instellingen en tik op Netwerk en internet of Verbindingen. Afhankelijk van je apparaat kunnen deze opties verschillen. Zet wifi uit en mobiele data aan en check of er een verschil is. Zo niet, dan zet je mobiele data uit en wifi aan en check je het opnieuw.
Ga naar netwerkcentrum (rechtsklik op het netwerk icoon recht onder in de balk en kies netwerkcentrum. Kies dan geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. daar onder verbindingen met de thuisgroep door Windows laten beheren. Wijzigingen opslaan, dan moet het werken.
D. Een apparaatje dat via een USB-poort aangesloten wordt op een computer. Het wordt verstrekt bij sommige internetabonnementen, om ervoor te zorgen dat de computer verbinding kan maken met het netwerk van de aanbieder.
Zowel bij Windows als bij Mac OS kan tijdens het opzetten van een verbinding tussen je PC of laptop en je range extender om een netwerkbeveiligingssleutel gevraagd worden. Dit is het wachtwoord waarmee je netwerk beveiligd is en wat je gebruikt om apparaten te verbinden met je (modem- )router.
Afkorting van 'Wireless LAN', of 'Wireless Local Area Network'. Dit is Engels voor 'draadloos lokaal netwerk'. Een draadloze verbinding tussen verschillende computers of computerapparaten die bij elkaar in de buurt staan.
Voer gebruikersnaam en wachtwoord van je modem-router in
Zoek het standaard wachtwoord in de handleiding van je router. Gebruik je de modem-router van je provider, dan zit daar meestal een kaartje bij met het wachtwoord. Controleer ook goed de onderkant van het apparaat voor informatie met inloggegevens.
Routers zijn vaak voorzien van de functie WPS (Wi-Fi Protected Setup). Deze functie is bedoeld om de procedure van het verbinden met een beveiligd draadloos netwerk vanaf een computer of een ander apparaat te vergemakkelijken.
De meeste laptops van het merk HP hebben óf aan de zijkant óf aan de voorkant een knopje of een schuifje waarmee je de wifi-functies kunt aanzetten. Als de knop niet aan de zijkant of aan de voorkant zit, kan het zijn dat hij boven het toetsenbord zit of op één van de functietoetsen bovenaan op het toetsenbord.
Controleer eerst of je modem wel internet verbinding heeft. Dit kun je bijvoorbeeld doen door het modem direct met een kabel op je computer of laptop aan te sluiten, de draadloze router koppel je dan even los van je modem. Ook dan geen internet? Dan ligt het probleem waarschijnlijk bij je modem of internet provider.
Ga naar het Startmenu en selecteer Configuratiescherm . Klik op de categorie Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum. Selecteer in de opties aan de linkerkant de optie Adapterinstellingen wijzigen . Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor Draadloze verbinding en klik op inschakelen .