Zet de hoofdtelefoon of luidspreker uit. Stel de Bluetooth-instellingen van uw Android-apparaat in op ON (Aan) en wis de apparaatgegevens van de hoofdtelefoon of luidspreker. Zet de hoofdtelefoon of luidspreker aan. Voer de koppelingsprocedure opnieuw uit.
Als je de hoofdtelefoon of oordopjes al eerder aan een ander apparaat hebt gekoppeld, dan moet je deze handmatig in detecteerbare modus zetten. In deze modus kunnen ze gevonden worden. In veel gevallen activeer je deze modus door de aan-knop langer ingedrukt te houden.
Schakel uw Bluetooth-accessoire uit en weer in. Zorg ervoor dat het Bluetooth-accessoire is ingeschakeld en volledig is opgeladen of aangesloten op stroom. Als het accessoire batterijen gebruikt, controleert u of deze moeten worden vervangen.
Wanneer de speakers in de draadloze koptelefoon de elektrische signalen ontvangen, gebruiken ze elektromagneten om fysieke vibraties te creëren op het speaker membraan. De vibratie wordt door de lucht verstuurd en door de luisteraar ontvangen als een hoorbaar geluid.
De meeste bluetooth zenders sluit je aan op de 3.5 mm jack (ofwel AUX) uitgang van je TV (let op: helaas hebben niet alle TV's hebben deze uitgang). Het koppelen van de bluetooth zender en de koptelefoon werkt vervolgens door simpelweg de 'bluetooth pairing' knop op beide apparaten ingedrukt te houden.
Afhankelijk van de Bluetooth-apparaten die verbinding maken, verschijnt tijdens de koppeling een scherm waarop u een wachtwoord moet ingeven. De code om dit product met een ander Bluetooth-apparaat te koppelen is 0000 (vier nullen).
Controleer op compatibiliteit met de fabrikant van het accessoire en welke profielen de telefoon gebruikt. Ga naar Instellingen > Bluetooth. Tik op het pictogram Instellingen naast de naam van het gekoppelde Bluetooth-apparaat. Controleer of de gewenste service wordt vermeld.
Door apparaatinformatie tussen apparaten uit te wisselen en te registreren (koppelen), kunt u ze met elkaar verbinden. Om een Bluetooth-apparaat te kunnen gebruiken, moet u het eerst met een ander Bluetooth-apparaat koppelen. Koppelen is vergelijkbaar met het uitwisselen van telefoonnummers.
Wanneer de bron 'Bluetooth' voor de eerste keer geselecteerd wordt zal het apparaat automatisch in de koppelingsmodus gaan. Wanneer u nog een apparaat wilt koppelen dan dient u de knop 'OPTION' voor drie seconden ingedrukt te houden om de koppelingsmodus te starten.
Stap 1: Controleer de basisinstellingen voor bluetooth
Schakel 'Bluetooth' uit en vervolgens weer in. Bekijk meer informatie over het in- en uitschakelen van bluetooth. Controleer of uw apparaten zijn gekoppeld en verbonden. Bekijk meer informatie over het koppelen en verbinden van apparaten via bluetooth.
Schakel je toestel uit. Houd de homeknop en de bovenste volumeknop ingeduwd samen met de powerknop. Zodra het Samsung Galaxy logo op het scherm verschijnt, laat de powerknop los. Wanner ook het Android logo op het scherm komt, laat dan homeknop en de bovenste volumenknop los en wacht 60 seconden.
Bluetooth-apparaat verbinden met Android-toestel
Veeg op het Android-toestel vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden. om bluetooth in te schakelen. (Ziet u dit niet, tik dan op de app Instellingen > Apparaatverbindingen > Bluetooth.) De telefoon of tablet zoekt direct naar bluetooth-apparaten in de omgeving.
Via 'Snelle instellingen' kun je de instellingen bekijken en wijzigen vanaf elk scherm op je telefoon. Je kunt de instellingen die je vaak wijzigt, toevoegen aan of verplaatsen naar 'Snelle instellingen'. Voor sommige van deze stappen moet je het scherm aanraken.
Als uw draadloze hoofdtelefoon JBL niet voldoende zijn opgeladen, kunnen ze geen verbinding maken met uw apparaat. Controleer ook of uw draadloze oortelefoons JBL voldoende zijn opgeladen te kunnen zijn geëvenaard naar het apparaat waarmee u ze wilt gebruiken.
Controleer of de Vliegtuigstand is uitgeschakeld. Bluetooth in- en uitschakelen:Selecteer Start en selecteer vervolgens Instellingen > Apparaten > Bluetooth en andere apparaten. Schakel Bluetooth uit, wacht een paar seconden en schakel het weer in.
Controleer op vuil, schade of losse verbindingen
Controleer op vuil in de koptelefoonpoort op de iPhone, iPad of iPod touch. Controleer de kabel, connector, afstandsbediening en oortjes van de koptelefoon op schade, zoals slijtage of breuken. Controleer op vuil in de rasters van de oortjes.