Maak gebruik van de sterke kanten van kinderen met ADHD. Zij kunnen zich vaak heel goed concentreren op dingen die hen boeien. Zoek uit wat dat is en stimuleer ze erin. Laat kinderen met ADHD merken dat je als volwassene vertrouwen in ze hebt.
Voor jeugdhulp kunt terecht bij het wijkteam van uw gemeente of het Centrum voor Jeugd en Gezin in uw gemeente. Jeugdhulp is bijvoorbeeld therapie voor uw kind, opvoedondersteuning of hulp voor uw gezin. Voor psychische behandeling en/of medicijnen kunt u ook terecht bij uw huisarts of bij de jeugdpsychiater.
Het beste is de ADHD te accepteren als iets dat bij je hoort. Je bent niet slecht, dom of lui! Acceptatie helpt om ermee te leren leven. Medicatie voor ADHD helpt de symptomen te verminderen, coaching helpt om praktisch meer grip te krijgen op je leven, waardoor je minder last hebt van je ADHD.
In het kort. Bij ADHD is uw kind sneller afgeleid, drukker en/of doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of in het omgaan met andere kinderen. Als ouder kunt u training krijgen om hiermee om te gaan.
Kinderen met ADHD hebben soms moeite met emotieregulatie. Daar kunnen ze weinig aan doen, dat heeft te maken met een minder goed functioneren van de executieve functies. Let dus goed op in situaties waar emoties aan te pas komen, zoals sportlessen, woordenwisselingen, enz.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Benoem het gedrag, niet het kind.
Zelf worden kinderen niet moe van hun gedrag maar de omgeving wordt soms wel moe van het gedrag. Ik zeg bewust van het gedrag en niet van het kind. Want het is het gedrag van het kind waardoor hij of zij zo druk kan doen. Niet het kind zelf wat vervelend of druk is.
Twee sporten die vaak goed passen bij kinderen met ADHD, zijn badminton en tennis. Je leert je op de bal of de shuttle te concentreren. Als wedstrijden met winnen of verliezen te spannend is, kan je bij deze twee sporten ook prima alleen lekker trainen.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
School moet zorgen voor ondersteuning wanneer een kind met ADHD dit nodig heeft. Je kunt je kind aanmelden bij een school van jouw voorkeur. Wanneer er extra ondersteuning nodig is, dan vertel je dit als ouder bij de aanmelding. De school kijkt dan of zij deze ondersteuning zelf kan aanbieden.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
Gezinnen met kinderen en/of ouders met ernstige ADHD kunnen onder grote druk komen te staan. Daarnaast kan het stigma op de aandoening en afkeurende reacties van de omgeving op het drukke, impulsieve gedrag of op de achterblijvende schoolresultaten zorgen voor een negatief zelfbeeld.
Sport en beweging verbeteren de symptomen van ADHD. Bij wetenschappelijk onderzoek is met name een verbetering in aandacht gezien. Ook de motorische vaardigheden en het gevoel van eigenwaarde nemen toe. Afhankelijk van de tak van sport, kunnen de sociale vaardigheden verbeteren.
duizeligheid. hartkloppingen, snelle hartslag. hoge bloeddruk. meer kans op een hartaanval.
Een persoon met ADHD die aan sport doet en voor zijn ADHD methylfenidaat (Rilatine en Concerta) neemt, kan bij een dopingcontrole een sanctie krijgen (methylfenidaat is immers verboden binnen wedstrijdverband).
Kinderen met ADHD zijn snel afgeleid. Ze kunnen niet lang ergens de aandacht bij houden. Vaak is er ook sprake van lichamelijke onrust (friemelen, wiebelen) en grote beweeglijkheid (steeds opstaan en rondlopen).
Gedragsprobleem. Maar ADHD is een gedragsprobleem, in verreweg de meeste gevallen. Dus hoort behandeling ervan thuis bij gedragsdeskundigen zoals (ortho)pedagogen en psychologen. Niet bij medici, die vaak een medische oplossing zoeken en medicijnen zullen voorschrijven.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
De precieze oorzaak van ADHD is nog niet bekend, maar het is wel duidelijk dat je ermee geboren wordt. Erfelijkheid speelt dus een grote rol. Het ontstaat niet door bijvoorbeeld een slechte opvoeding. Het komt vaak bij meerdere gezins- of familieleden voor.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Officieel wordt de diagnose bij kinderen pas gesteld vanaf 5, 6 jaar. Natuurlijk begint ADHD al eerder, maar dan is het vaak moeilijk om hyperactiviteit te onderscheiden van normaal druk gedrag bij peuters en kleuters.