Zuurstofatomen zijn de bron van het meest voorkomende noorderlicht. Afhankelijk van het energieniveau van de aangeslagen toestand zal het licht na een botsing met zuurstofatomen een rode of groene kleur hebben.
#2 Het Noorderlicht is altijd anders
Dat maakt het ook zo bijzonder. Afhankelijk van de aardse gassen waarmee deeltjes botsen, verschillen de kleuren van felgroen naar rood, maar zelfs oranje, wit en blauw zijn mogelijk. Groen licht bevindt zich op de onderste laag, waardoor je deze kleur het vaakst kunt zien.
De aurora borealis, oftewel het noorderlicht, intrigeert ons al eeuwenlang. Door de geschiedenis heen hebben mensen in de ongerepte natuur van de wereld in het donker van de nacht vol verwondering omhoog gestaard naar de wervelende stroken groen, rood, geel, roze, paars en wit licht aan de hemel.
Het ontstaat uit de excitatie van atomaire zuurstof door de elektronen van het plasma. Tussen 100 en 200 km hoogte wordt stikstof geëxciteerd. Dit zendt op zijn beurt secundaire elektronen uit die een wisselwerking aangaan met de zuurstof. Dit geeft blauw en groen.
Noorderlicht bestaat uit meerkleurig, wazig en langzaam bewegend licht dat op ongeveer 100 tot 1000 kilometer hoogte boven het land zweeft. Vaak is het licht groenig-geel, maar violet tot rood komen ook voor. De vorm van het lichtschijnsel kan ook verschillend zijn: boog-, gordijn- en sluiervormig.
Het poollicht is vaak ook prima met het blote oog te zien. Soms denk je naar een wolk te kijken terwijl dit op een camera groen kleurt. Dit is poollicht wat voor het oog niet goed zichtbaar is.
Is de KP-index 1, dan is het Noorderlicht alleen zichtbaar in het allerhoogste puntje van Noorwegen. Is de KP-index 9, dan kun je het Noorderlicht zelfs in het noorden van Nederland zien. De kans op Noorderlicht in Nederland is echter heel klein, gemiddeld wordt het zeven keer per jaar gezien.
Een groene flits of groene straal is een optisch fenomeen dat plaats kan vinden kort na zonsondergang of voor zonsopkomst. Hierbij is boven de opkomende of ondergaande zon even, vaak slechts 2 seconden, een groen licht zichtbaar.
De wintermaanden zijn de beste maanden om het noorderlicht te zien omdat de dagen dan kort zijn en de nachten lang. November, december en januari hebben de minste zonuren, ook overdag. Het noorderlicht kan dus door de lange donkere dagen in deze maanden vaker worden waargenomen.
Hoe lang ze te bewonderen zijn kan ook variëren, soms is het maar een kwartiertje of half uurtje, andere keren duurt het dan weer enkele uren. Het noorderlicht blijft met andere woorden een sporadisch fenomeen. Net dat maakt het ook zo bijzonder.
Zodra in het Pure Noorden de duisternis invalt, kan het noorderlicht zich laten zien. In Lapland kan dat dus in de wintermaanden al om 14.00 uur zijn. In Lapland maakt het niet uit hoe noordelijk je bent. In Noord-Zweden en -Finland is de kans op het noorderlicht net zo groot als in Zuid-Lapland.
Het poollicht is een bijzonder natuurverschijnsel, wat je rond de noord- en zuidpool wel eens kunt zien. Op de Noordpool heet het noorderlicht en op de Zuidpool het zuiderlicht.
Noorderlicht ontstaat als elektrisch geladen deeltjes van de zon via de noord- of zuidpool van de aarde binnendringen in de dampkring. Die elektrisch geladen deeltjes (protonen en elektronen) worden bij grote zonneactiviteit in de ruimte geslingerd: een zonnestorm ofte CME (Coronal Mass Ejection) .
Het poollicht ontstaat doordat de magnetosfeer van de Aarde elektrisch geladen deeltjes van de Zon opvangt of afleidt. Deze deeltjes verplaatsen zich vervolgens naar de lagere regionen van de atmosfeer volgens de lijnen van het magneetveld van de Aarde.
Deeltjes van de zonnewind die botsen met zuurstof produceren een fantastische groene kleur. Stikstof zorgt voor prachtige tinten blauw en paars. En zo ontstaat poollicht, of Aurora, de Latijnse naam. Maar hoe sprookjesachtig het poollicht ook is, andere bijwerkingen van de zonnewind kunnen problemen veroorzaken.
De Kp is een mate van verstoring van het geomagnetisch veld. Hoe meer storing, hoe groter de kans op poollicht en de intensiteit ervan. Groen = laag, rood/paars = hoog. Het diagram komt van de website Polarlicht-vorhersage für Deutschland.
Allereerst is dat niet helemaal waar, maar het is wel zo dat je dicht bij de polen de meeste kans hebt om dit bijzondere licht te zien. In noordelijke landen zoals Finland, IJsland, Zweden, Noorwegen, Canada en de staat Alaska heb je de meeste kans om het Noorderlicht te zien.
Daar heb je gemiddeld 300 dagen per jaar goed zicht op het Noorderlicht, of ga met een hondenslee-expeditie mee waarbij je genoeg kans hebt op de Aurora. Wanneer je de meeste kans hebt om de aurora in Groenland te aanschouwen hangt af van je locatie.
Waar kun je het Noorderlicht het best zien? Eigenlijk maakt het weinig uit, als je maar ten noorden van de Poolcirkel zit. De populairste plekken zijn het noorden van Noorwegen, (Fins) Lapland en IJsland. Maar ook in (noord) Rusland, Groenland, Canada, Alaska en een stukje van Zweden is het Noorderlicht te aanschouwen.
Een plant dankt zijn groene kleur aan bladgroenkorrels. De bladgroenkorrels worden ook wel chloroplasten genoemd en daarmee vangt een plant licht op om zuurstof mee te maken. De bladgroenkorrels weerkaatsen het groene licht van de zon, daarom zien wij een groene kleur bij planten.
Veel planten zijn groen omdat ze een groen pigment of kleurstof bevatten die chlorofyl wordt genoemd. dit stelt de plant in staat haar eigen voedsel aan te maken. De groene cellen in de plant nemen energie uit het zonlicht op.
Noorderlicht is niet vaak te zien in Nederland. Ben je een grote fan van noorderlicht, dan kun je het beste naar de polen reizen. Daar is poollicht (aurora borealis / aurora australis) vaker zichtbaar én ziet het er spectaculair uit. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de aarde.
Er ligt wel een groot verschil in het noorderlicht kunnen zien of het noorderlicht kunnen bewonderen. Het noorderlicht is in Nederland (als het er al is) niet of nauwelijks met het blote oog te zien. Alleen een hele gevoelige fotocamera kan het noorderlicht vanuit Nederland vastleggen.
In Nederland is kans om het noorderlicht te zien als een krachtige uitbarsting aan het oppervlak heeft plaatsgevonden. Daarbij geldt: hoe noordelijker in Nederland je zit, des te groter de kans om het te zien. Favoriet zijn dan ook de Waddeneilanden.
Een goed uitgangspunt bij het fotograferen van het noorderlicht: apertuur f/2.8, ISO 1600 (hoger als het heel donker is) en 15 seconden sluitertijd. Onthoud dat wanneer het noorderlicht snel en actief door de hemel danst, je de sluitertijd best korter maakt.