Een vliegtuig is een luchtvaartuig dat een hogere dichtheid heeft dan lucht en in staat is een gecontroleerde vlucht te maken. Het maakt hierbij gebruik van de opwaartse kracht, lift genoemd, veroorzaakt door de lucht die met een zekere snelheid over het speciale profiel van het vleugeloppervlak stroomt.
Een vliegtuig wordt niet volgepompt met warme lucht. Toch blijft hij in de lucht hangen. Dat lukt met behulp van luchtdruk. De lucht dus die alle kanten op drukt.
De vleugel krijgt een liftkracht omhoog en ondervindt een wrijvingskracht naar achteren. De vleugels houden het vliegtuig door de liftkracht in de lucht.
Sommige kleine vliegtuigen hebben een erg lage stall-snelheid. Als er genoeg tegenwind is kan zo'n toestel schijnbaar stil in de lucht hangen. 'Stilhangen' t.o.v. de grond, niet 'stilhangen' t.o.v. de snelheid van de (tegen)wind.
,,De wereldwijde vloot telt nu meer dan 29.000 passagiersvliegtuigen. Die zijn ongeveer 38 procent van de tijd in de lucht. Gemiddeld vliegen er dus 11.000 toestellen tegelijkertijd in de atmosfeer.'' Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden.
Een vliegtuig vliegt gemiddeld tussen de 850 en 950 kilometer per uur. Een uitschieter is de Airbus A380, die vliegt rond de 1000 kilometer per uur. Je zult misschien denken dat een kleiner vliegtuig sneller vliegt, omdat er dan minder gewicht is dat verplaatst moet worden.
Hoe snel gaat een vliegtuig bij opstijgen? Een passagiersvliegtuig bereikt een snelheid van ongeveer 250 km/u alvorens op te stijgen en het luchtruim in te gaan. Deze snelheid is noodzakelijk om voldoende lift te genereren voor het opstijgen, zodat het vliegtuig veilig de lucht in kan zweven en de reis kan beginnen.
Hierdoor is een kortere startbaan nodig. Straalvliegtuigen hebben gewoonlijk een luchtsnelheid nodig van 130-155 knopen (250–290 km/h); lichtere vliegtuigen zoals de Cessna 150 hebben genoeg aan 55 knopen (100 km/h), terwijl ultralights met een nog lagere snelheid af kunnen.
Vliegtuigen landen en starten het liefst tegen de wind in. Dit zorgt voor meer lift onder de vleugels, waardoor er minder startbaan nodig is om los te komen van de grond. En bij landen remt het vliegtuig door de tegenwind makkelijker af.
Toch is turbulentie dus niet geheel ongevaarlijk: Eerdere schade of problemen kunnen worden versterkt. Hoewel zelfs zware turbulentie op zich een vliegtuig niet kan doen neerstorten, kan ze bestaande noodsituaties zeker versterken.
Deze soort turbulentie is vrij makkelijk te voorspellen. Piloten bestuderen voorafgaand aan een vlucht de weersvoorspellingen en weten dus vaak wel waar en wanneer ze turbulentie kunnen verwachten. Tijdens de vlucht hebben ze ook nog eens contact met de luchtverkeersleiding en collega's in andere vliegtuigen.
Turbulentie is niet gevaarlijk voor het vliegtuig. Het vliegtuig zelf is voorzien op turbulentie en zal er dus niet door crashen. Het enige gevaar is dat passagiers aan boord gewond raken wanneer ze hun gordel niet dragen.
Werking tijdens de vlucht
Sommige vliegtuigen kunnen ook tijdens de vlucht gebruikmaken van straalomkering. Meestal gaat het hier dan om propellervliegtuigen. Er zijn een paar voordelen: men kan snel afremmen in de lucht en men kan snel hoogte verliezen zonder dat daarbij de snelheid toeneemt.
Vliegtuigstrepen zijn kunstmatige wolken, veroorzaakt door de uitstoot van waterdamp door vliegverkeer. Vliegtuigstrepen ontstaan door uitlaatgassen van vliegtuigmotoren. Deze uitlaatgassen zorgen voor een toename van waterdamp en roetdeeltjes op de vliegroute.
Deze witte strepen worden ook wel contrails genoemd. Van den Berg verklaart de naam: "Het is waterdamp die door kerosine in de atmosfeer komt en als het ware bevriest tot ijskristalletjes.Die blijven dan hangen en vormen dat spoor."
Prepare for Landing / Prepare for Takeoff
Wanneer vóór het opstijgen "Prepare for Takeoff" of vóór het landen "Prepare for Landing" over de boordluidsprekers klinkt, is dit in luchtvaarttermen een teken dat het cabinepersoneel alle veiligheidsgerelateerde taken snel en nauwgezet moet uitvoeren.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'.De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
'Stijgen duurt gemiddeld ongeveer 15 minuten', vertelt luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft. 'Met dalen zijn piloten vaak wel 20 minuten bezig. Dat laatste kan in principe veel sneller.
“Moderne vliegtuigen zijn uitgerust met geavanceerde radarsystemen die met andere vliegtuigen communiceren en indien nodig instructies geven aan de piloten om de afstand tussen elkaar te vergroten en zo de kans op botsingen weg te nemen.”
Voor het vliegen is het geen enkel probleem. Een vliegtuig kan namelijk prima vliegen op slechts één motor.
#4 Zo lang gaat een vliegtuig mee
Misschien heb je het weleens meegemaakt: je komt het vliegtuig binnen en het lijkt alsof je terug bent in de vorige eeuw. Nou, dat kan goed kloppen! Vliegtuigen gaan namelijk gemiddeld zo'n twintig tot dertig jaar mee.
Wanneer in een vliegtuig een raam breekt, een deur opent of een gat ontstaat, daalt de luchtdruk in het vliegtuig aanzienlijk.Er zal dan ook minder zuurstof op te nemen zijn, wat verklaart waarom er zuurstofmaskers naar beneden komen op zulke momenten.
* 1992, 20 september: vliegtuigje neergestort in de slikken ten noorden van Tholen, vier doden. * 1992, 4 oktober: Boeing-vrachtvliegtuig van Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al stort neer op flats in de Bijlmermeer, 43 doden.