Kruidenplantjes houden van water! Plaats je plantje in een pot of op een schaaltje, waarmee je een waterreservoir creëert. Geef je plantje elke dag water door water onder in de pot te gieten of op het schoteltje. Of koop een plantje met een Aquastick, zodat je plantje altijd goed gehydrateerd wordt.
De meeste kruiden houden van zon en hebben een hekel aan teveel water. Kies voor uw tuinkruiden een standplaats met een goede afwatering en werk de grond flink los. Zware kleigrond kunt u het beste een winter omgespit laten liggen. Dan kan de vorst de grote kluiten afbreken.
Het belangrijkste om te onthouden is: kruiden pakken graag zelf water. Giet dus geen water op de aarde, maar maak een waterreservoir, zodat de wortels zelf het water kunnen opnemen. Hier zijn speciale handige potten voor. Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij.
Citroenmelisse en munt zijn in de volle grond ook enorme woekeraars, door ze in een pot te zaaien of planten blijven ze op hun plek. Kruiden doen het zowel in terracotta of betonnen potten als kunststof potten en houten kisten of kuipen.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
Hierdoor komt het intense aroma van de kruiden vrij. Het is belangrijk dat je ze niet in te kleine potjes zet. Ze zullen dan snel te weinig water binnenkrijgen. Hou er rekening mee dat sommige plantjes van nature niet zo lang leven: basilicum en koriander groeien maar één jaar en gaan na die periode sowieso dood.
Over het algemeen is het voorjaar de beste tijd om te zaaien voor mediterrane, eenjarige kruiden of kruiden die je wilt gebruiken in salades. Ook planten doe je het best in het voorjaar.
Bij de meeste types kruiden is er eigenlijk geen slecht tijdstip om ze te gaan snoeien en dit kan dus het hele jaar door. Zeker snelgroeiende planten zoals basilicum, munt en dille hebben er baat bij dat ze regelmatig worden gesnoeid. Snoei je kruiden altijd met een scherpe, schone schaar.
Zo leven kruiden uit de supermarkt veel langer
Pluk verse kruiden uit eigen tuin. Om de losse kruidenplantjes meer ruimte te geven om te groeien, kun je ze het beste delen of scheuren. Dat houdt in dat je de plant met wortelkluit en al in meerdere kleine pollen opdeelt.
Basilicum houdt van zonlicht, dus plaats de pot op de vensterbank of een andere plek waar hij veel licht krijgt. Maar hij droogt uit wanneer hij in de volle zon staat. De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min.
Hoe vaak moet je het plantje water geven? Basilicum houdt niet van natte voeten, geef hem dus niet te veel water. Giet enkel wanneer de grond uitgedroogd is. Als je basilicum in een pot of bak staat buiten, zal de grond iets sneller uitdrogen en zul je iedere avond moeten gieten.
In volle grond heeft munt niet al te veel water nodig. Houdt 'm wel in de gaten in drogere periodes. Zorg dan dat je in de vroege ochtend of avond in een keer veel water geeft. Tuinier je in potten, zorg dan dat je de aarde licht-vochtig houdt.
De meeste kruiden houden van een zonnige standplaats. Niet zo gek als je bedenkt dat veel kruiden afkomstig zijn uit warme zuiderse landen. Door de zon ontwikkelen de kruiden een sterke smaak en een vol aroma. Naast een zonnige plekje is ook een beschutte standplaats vaak favoriet.
Kruiden staan bekend om hun liefde voor zon. Als je een schaduwrijke tuin hebt zijn er gelukkig ook kruiden die prima gedijen als ze niet in de zon staan. Peterselie, lievevrouwebedstro, munt, Roomse kervel, citroenmelisse en bieslook groeien heel goed in de schaduw.
Een standaard moestuinbak is 120 x 120 cm en is ongeveer 20 cm diep. Je kunt natuurlijk ook voor ander afmetingen kiezen, maar de binnenmaat van je bak moet altijd een veelvoud van 30 cm zijn. Bijvoorbeeld 120 bij 60, 90 x 120, enzovoort.
Voor een vierkantemeterbak van 20 cm hoog gebruik je anderhalve zak bodemverbeteraar van 70 l en anderhalve zak potgrond voor universeel gebruik, ook van 70 l. Voor een vierkantemeterbak van 40 cm hoog gebruik je 2 zakken bodemverbeteraar voor moestuin van 70 l en 3 zakken potgrond voor universeel gebruik van 70 l.
Vul kweekpotjes en/of kweekbak met zaaigrond, strooi de zaadjes erin en druk de grond licht aan. Maak de grond vervolgens vochtig met een sprayer. Waarom een sprayer en geen gieter? Met een gieter spoel je de zaadjes weg, wat natuurlijk niet de bedoeling is.
Munt: knip je tot net boven de grond af. De plant vormt wortelscheuten die altijd opnieuw uit de grond ontstaan. Tijm: knip je niet helemaal kaal. Haal hier en daar wat scheuten weg, zo vormt de plant snel nieuwe scheuten.