Je hoort het wijnglas dus aan de steel vast te houden. ' Ook met het pinkje in de lucht een slokje nemen, wordt niet gewaardeerd: want dat betekent: 'ik wil chic doen, maar ik weet niet hoe het hoort. ' Ook andere glazen aantikken tijdens het proosten is uit den boze.
De messen horen altijd aan de rechterzijde van het bord te liggen. De messen moeten met de snijkant naar het bord toe liggen. De soeplepel en eventueel daarnaast het bestek voor het voorgerecht komen daarnaast te liggen. Vorken leg je altijd aan de linkerzijde van het bord.
“Een vork hoort men bovenhands vast te houden”, legt Chateaux uit. “De rug van de hand wijst naar beneden en de vork rust tussen de duim en het laatste kootje van de middelvinger.
Je schept de soep van je af, op de lepel. Vervolgens ga je met de lepel naar je mond en niet andersom. Ook belangrijk; de andere hand. Die rust met zijn pols op de rand van de tafel.
Klaar met eten? Volgens de etiquette zegt je bestek meer dan duizend woorden. Je laat zien dat je klaar bent met eten door je mes en vork schuin op je bord te leggen. Ze liggen naast elkaar en wijzen naar linksboven, je vork ligt open en je mes met zijn snijkant naar de vork toe.
Waarom mag je nou niet met je ellebogen op de tafel leunen? Volgens experts heeft dat te maken met de gewoonte dat mensen vroeger een bord deelde met hun buurman aan tafel. Als je met je elleboog op die tafel leunt, kan hij of zij er dus niet meer bij.
' Hoewel het voor jou misschien lijkt alsof je voor een week gegeten hebt. Zeg als de ober je dan nog wat aanbiedt: 'Nee dank u, ik heb heerlijk gegeten. ' – Het digestief (het drankje dat je na het diner drinkt) achterover slaan.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.
Voor sneetjes brood bij ontbijt of lunch worden geen vorken ingezet, tenzij er iets warms op ligt dat eraf kan druipen: kroketten, gebakken eieren of iets dergelijks. Een simpele boterham met kaas of jam wordt met een mes in twee of vier stukken gesneden en vervolgens met de hand naar de mond gebracht.
Speel niet met je bestek of eten
Ga niet met je eten lopen knoeien, houd het netjes op je bord. Plet ook geen aardappelen tot puree op je bord. Neem van alles een klein beetje en doe dat op je vork. Breng de vork of de lepel naar je mond en niet je mond naar je bord.
Je gebruikt uitsluitend je vork. Draai de spaghetti rond je vork en gebruik daarbij je bord als weerstand. Zo draai je een perfecte enkele hap spaghetti rond je vork, die je zonder lepel of mes kunt veroberen. Het is misschien even klungelen op het begin, zo je vork moeten ronddraaien in en met één hand.
Vork en mes houd je in bovenhandse greep, het mes rechts. Breng je voedsel met je vork naar je mond, niet andersom en laat het mes nooit je mond raken. Wanneer je je bestek even niet gebruikt, houd ze dan niet als steekwapens in je hand. Laat het naar je bord wijzen.
Pak het mes zó vast, dat je duim op het lemmet komt en alle andere vingers het heft omsluiten. Je wijsvinger komt hierbij vaak ook tegen het lemmet. Zo heb je veel controle over het mes. Als het goed is kan het mes niet uit je hand glijden en kan het niet plotseling wegdraaien, je duim houdt immers het blad recht.
Tips om je glazen altijd op de juiste volgorde te plaatsen
De glazen staan altijd aan de rechterkant van je bord, boven je bestek. Het grote champagneglas komt het meest links te staan (als je champagne schenkt bij de maaltijd), gevolgd door het waterglas en de wijnglazen.
Vorken liggen links van het bord, messen rechts (met de snijkant richting het bord). Soeplepels liggen rechts naast het bord, dessert- en fruitbestek (vaak lepels, maar kan ook een klein vorkje zijn) liggen boven het bord. Je eet van buiten naar binnen.
Deze regel gaat terug tot in de middeleeuwen toen men nog op houten plankjes at. Het brood werd links gelegd en gebroken met de hand. Het mes – toen nog een stevige dolk met een scherpe punt – ging rechts. Brood werd niet gesneden om te vermijden dat het mes bot zou worden.
Rijst of pasta met saus, salades, aardappels, vlees, groente: allemaal met mes en vork. Zo wordt er ook in restaurants gedekt. Geen lepels dus. Mogelijk wordt in Indonesië of Suriname de lepel vaker ingezet bij rijstmaaltijden, maar in Nederland is dit geen gebruik.
Pasta eet je met een vork, alleen een vork, en nergens anders mee. Een mes is al helemaal faux pas, maar zelfs een lepel hoort niet in de buurt te komen van je bord.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Bij de Italianen thuis bestaat het diner vaak uit een secondo, vlees of visgerecht met groenten en wat brood. Ze eten dus een lichtere maaltijd dan tijdens de lunch.
Geen parmezaan over je hoofdgerecht
Ben je in Italië, pas dan op met Parmezaanse kaas. Je komt misschien in de verleiding om deze Italiaanse delicatesse over je hoofdgerecht uit te strooien, omdat hij nu eenmaal op tafel staat, maar hij mag alleen over de pasta en over risotto.
De meeste gasten zijn immers rechtshandig en als u rechts serveert dan is het voor de gasten vrij onhandig om iets van de schotel te nemen. Ook het afruimen gebeurt aan de rechterzijde van de gast. Als een gast klaar is met eten, zal hij of zij het bestek meestal op het bord laten liggen.
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord.
Als u er niet in slaagt om langs non-verbale weg zijn aandacht te trekken (omdat hij niet om zich heen kijkt of zich ziende blind houdt), kunt u op zeker moment ertoe overgaan om hem te roepen. In dat geval maakt 'Ober! ' of 'Meneer! ' of 'Hallo!