Duidelijk communiceren en doorvragen als een kind iets zegt, is zijn daarom erg belangrijk. Zelf een betoog houden vinden hoogbegaafde kinderen soms ook lastig. Door hun snelle manier van denken slaan ze in hun verhalen soms stappen over, waardoor hun betoog niet altijd goed te volgen is.
Hoogbegaafd kind heeft veel te leren
Het gaat erom dat sommige kinderen duidelijk iets anders nodig hebben dan ze krijgen in het reguliere onderwijs. Als leerkrachten dat gaan herkennen, kunnen ze deze kinderen uitdagen op een manier die bij ze past: door ze op een snelle of meer complexe manier lesstof aan te bieden.
Wat heeft een hoogbegaafd kind van zijn omgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontplooien? De belangrijkste behoeften van het kind zijn: Gezien, geaccepteerd en gewaardeerd worden zoals het is. Autonomie, ruimte om zelf te kiezen, zelf te ontdekken, zelf te ervaren en de dingen op een eigen manier te doen.
Hoogbegaafden denken snel.
Om snel te kunnen denken, moet je in beelden denken (32 beelden per seconde) in plaats van in taal (2 woorden per seconde). Alleen door het in beelden denken, heb je snel overzicht, kun je gehelen overzien, ontdek je verbanden en kom je tot een passende, soms originele oplossing.
Vaardigheden om te leren leren
Soms nemen ze vragen bijvoorbeeld te letterlijk of rekenen ze sommen op een onnodig ingewikkelde manier uit. Daarnaast hebben hoogbegaafde leerlingen de neiging snel op te geven als ze iets niet meteen begrijpen. Ze zijn vanaf jonge leeftijd namelijk gewend dingen snel te snappen.
Heel wat hoogbegaafden groeien snel uit hun baan en dan slaat de verveling en onderprikkeling toe. Ze worden lange tijd niet meer uitgedaagd en krijgen last van chronische verveling, demotivatie en soms depressie. Onder je niveau functioneren is lastig, zeker als je hoogbegaafd bent.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Bij hoogbegaafde kinderen houdt dit langer aan, want ze zijn vaak ontzettend nieuwsgierig en willen het liefst de hele dag nieuwe dingen uittesten. Je kind heeft dan ook een brede interesses en vindt zowel auto's, als vulkanen, als …. ga zo maar door, het einde.
Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.
Enige kenmerken die al vroeg op hoogbegaafdheid kunnen duiden zijn: Vroeg beginnen met praten, snelle ontwikkeling van correct taalgebruik. Beschikt over een grote woordenschat. Kan zichzelf goed verbaal uitdrukken en kan spelen met taal.
Wat kun je doen? Investeer tijd, energie en geld in het proces van zelfonderzoek. Zoek steeds weer de verdieping op en wees nieuwsgierig naar alle dingen die je nog over jezelf te ontdekken hebt. En hoe beter jij jezelf kent, des te meer je ook weer het contact kunt maken met niet-gelijkgestemden.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Hoogbegaafdheid is deels erfelijk en deels omgeving gebonden. Erfelijkheid betekent dat de kans groot dat in een gezin meer personen (kinderen, ouders) hoogbegaafd zijn, wat overigens geen garantie is dat die hoogbegaafdheid ook tot uiting komt. Het ontwikkelingsprofiel van hoogbegaafde kinderen kan disharmonisch zijn.
Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken. Juist heel laat gaan praten, maar wel meteen in volzinnen. Beter kunnen opschieten met oudere kinderen en volwassenen dan met leeftijdsgenoten.
Hoogbegaafdheid: de nadelen
Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten. Je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen.
Belangrijk is het kind te respecteren en accepteren zoals het is. Je kunt veel sociaal-emotionele schade aan kinderen beperken als je ze geeft wat ze nodig hebben. Ze hebben een enorme leerhonger, als je daarin kunt voorzien, help je ze al zo veel.
De grootste groep kinderen met een hoog IQ heeft ouders die zelf dichter bij het gemiddelde (IQ=100) zitten. De kans dat een ouder zelf een hoog IQ heeft, hangt wel af van de hoogte van het IQ van het kind: hoe hoger het IQ van een kind, hoe groter de kans dat de ouders een IQ boven 130 hebben.
Denk aan ICT, strategie, beleidsadvies, interne consultancy,kwaliteitsbewaking. Als een afdeling aan de rand niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de organisatie te klein is, functioneert de hoogbegaafde vaak ook goed in een brede, zware manangementfunctie juist onder de top.
Moeite met repetitieve en louter uitvoerende taken
In een werkcontext hebben hoogbegaafden het vaak moeilijk met repetitieve en louter uitvoerende taken. Meestal wordt dit dan opgelost door meer werk of het toekennen van een extra project.
Een kleuter laat niet zien wat hij kan, wanneer hij niet uitgedaagd wordt. Je zult hem dus moeten stimuleren, zodat je kunt observeren en signaleren. Wanneer je een kleuter uitdaagt, kunnen kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong en talenten zichtbaar worden.
Waar echter minder aandacht voor is, maar wat mijns inziens net zo belangrijk is, zo niet belangrijker, is de manier van communiceren. Hoogbegaafde, hoogsensitieve kinderen zijn enorm gevoelig voor de toon waarop ze worden aangesproken. Ze scannen voortdurend of je ze begrijpt, ze voor vol aanziet en ze waardeert.
Gebaseerd op het feit dat circa 15-20% van de bevolking hoogsensitief is en slechts 2 à 3% hoogbegaafd (dwz, IQ waarden boven de 130) betekent dat niet alle hoogsensitieve mensen ook hoogbegaafd zijn. En omgekeerd, herkennen ook niet alle hoogbegaafden zich in een hoogsensitieve manier van waarnemen.