Het internationale ruimtestation ISS is een groot wetenschappelijk laboratorium in de ruimte, dat op dit moment met een snelheid van 28 000 kilometer per uur op een hoogte van 400 kilometer om de aarde cirkelt.
Het ISS valt om de aarde heen en daar heb je een bepaalde snelheid voor nodig en dat is ongeveer 28 000 kilometer per uur. Als je minder snel gaat, dan begin je terug te vallen naar de aarde. Waarom moet het op een hoogte van 400 kilometer? Omdat je daar geen lucht hebt en daar ook niet wordt afgeremd.
Het ruimtestation ISS is veruit het grootste ruimtetuig dat rond de aarde draait. Het is 73 meter lang, heeft een spanwijdte van 108,5 meter (zo groot dus als een voetbalveld!) en is 27 meter hoog. Vooral de indrukwekkende reeks zonnepanelen weerkaatsen heel veel zonlicht.
Het internationale ruimtestation ISS draait in een baan om de aarde op een hoogte van ongeveer 400 kilometer.
Het ISS of het internationale ruimtestation (Engels: International Space Station) is een ruimtestation dat in een baan om de Aarde draait en door verschillende landen wordt gebouwd, bemand en bekostigd. Op 20 november 1998 werd de eerste module gelanceerd en sinds 2 november 2000 is het station permanent bewoond.
Een satelliet kan in een geostationaire of niet geostationaire baan om de aarde worden gebracht. Een geostationair geplaatste satelliet "hangt" op een hoogte van ongeveer 36.000 km op een vast punt boven de evenaar.
Net als de maan heeft het ISS twee kanten: de ene kant naar de zon gericht en de andere ervan af. De temperatuur aan de kant van de zon kan oplopen tot 250 °F (ca. 120 °C), terwijl hij aan de 'donkere kant' kan dalen tot onder -250 °F (ca. -160 °C).
Astronauten kunnen hun slaapzakken aan een muur of een plafond vastmaken en overal slapen, zolang ze niet rond zweven en ergens tegenaan botsen. Op het internationale ruimtestation ISS slapen de meeste bemanningsleden in hun eigen kleine cabines.
Volgens meteorologen begint de ruimte overigens pas op 10.000 kilometer: daar eindigt namelijk de atmosfeer. Volgens sommige natuurkundigen begint de ruimte op 20 miljoen kilometer afstand: vanaf daar heeft de zwaartekracht van de aarde niet meer de overhand.
Boven de poolgebieden reikt de troposfeer tot ongeveer acht kilometer hoogte. In ons land reikt de laag tot zo'n tien kilometer hoogte en bij de evenaar tot achttien kilometer hoogte. In de troposfeer neemt de temperatuur af met de hoogte, gemiddeld tussen ongeveer 0,6 en 1,0 graden per honderd meter stijging.
Het ISS ziet er vanaf de aarde uit als een snel bewegende ster. Het internationale ruimtestation wordt alleen zichtbaar na zonsondergang wanneer het op aarde donker is en het ruimtestation zelf nog wordt beschenen door de zon.
hoe lang duurt een reis ongeveer? André Kuipers de reis duurt twee dagen naar het station en een uur of vier om terug te komen.
Hoe herken je een satelliet? Dat is simpel. Als je een lichtpuntje ziet dat met een redelijk vaartje tussen de sterren beweegt, dan is het een satelliet. Hij geeft zelf geen licht maar weerkaatst licht van de zon (die van jou uit gezien onder de horizon staat).
Er is geen duidelijke grens tussen aarde en ruimte. Natuurkundig gezien kun je zeggen dat de aarde ophoudt wanneer de zwaartekracht ervan niet meer groter is dan die van de zon. Maar dat is pas op zo'n 20 miljoen kilometer afstand het geval – ruim vijftig keer zo ver als de maan.
Als je op Aarde een appel laat vallen, valt hij. Als een astronaut aan boord van het ruimtestation een appel laat vallen, valt deze ook, het lijkt alleen niet zo. Dit komt omdat ze samen vallen; de appel, de astronaut en het station. Maar ze vallen niet naar de Aarde, ze vallen er rond.
Als een astronaut in het ISS op een weegschaal zou gaan staan, dan geeft de weegschaal 0 kilogram aan! Je zegt dat de astronaut “gewichtloos” is. Gewichtloos betekent: zonder gewicht.
De zwaartekracht die een astronaut op zijn lichaam voelt is in de ruimte (vrijwel) hetzelfde als op aarde. Vergelijk het met een lift waarvan je de kabels doorsnijdt (en even snel alle lucht uit de schacht pompt). Je valt dan samen met de lift naar beneden, en voila, je 'zweeft'!
Maar het is ook een feit dat... de meeste astronauten dat niet doen. De reden is dat douches in de ruimte niet zo bijzonder goed werken. Zoals alles in een baan om de aarde is het water dat uit de douchekop stroomt immers gewichtloos en het zweeft vrij rond in plaats van op het lichaam van de astronaut te stromen.
Meestal slapen de astronauten in een soort slaapzakken, die aan de wanden worden vastgezet, of in een soort kastjes. In de ruimte is er geen zwaartekracht, waardoor je niet het gevoel van boven en beneden hebt. Daarom maakt het niet uit of je rechtop of liggend slaapt.
De astronauten wassen zich met een vochtige doek met wat zeep. Er wordt ook niet afgewassen. Het gebruikte materiaal wordt samengeperst en weggegooid. Het water dat nodig is aan boord van het ISS wordt voor een deel onttrokken aan de lucht en geschikt gemaakt voor gebruik.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Kosmische achtergrondstraling (cosmic microwave background, oftewel CMB) in de ruimte bevat een kleine hoeveelheid energie die nog voortkomt uit de oerknal. Die energie 'warmt' de ruimte op, waardoor het vrijwel nergens kouder is dan ongeveer 3 Kelvin (-270,15 graden Celsius).
Zo hoog boven de evenaar lijkt een satelliet vanaf aarde stil te staan: hij is stationair ten opzichte van de aarde (geostationair). Geostationaire banen, op zesendertigduizend kilometer boven de evenaar, zijn het bekendst vanwege de vele satellieten voor televisie en allerlei andere telecommunicatietoepassingen.
Voor de echte satellietnavigatie met gps draaien 24 satellieten in zes banen rondom de aarde op een hoogte van 20.200 km. Elke baan maakt een andere hoek met de evenaar. Elke satelliet vliegt twee keer per dag om de aarde.