In het algemeen is de luchtdruk binnen lager dan buiten, omdat de luchtdruk afneemt naarmate de hoogte toeneemt. Op zeeniveau is de gemiddelde luchtdruk binnen ongeveer 10% lager dan buiten, wat neerkomt op ongeveer 912 hPa.
Als je stijgt wordt de hoeveelheid lucht tussen jou en de ruimte steeds kleiner. De massa van de lucht die zich boven je bevindt en op je drukt wordt dus ook kleiner. Vandaar: hoe hoger, hoe lager de luchtdruk.
De luchtdruk verandert ieder moment, net als het weer. Het weer wordt mede bepaald door de plaats van de hoge- en lagedrukgebieden. Een hoge luchtdruk betekent vaak dat het zonnig weer wordt zonder regen. Dat komt omdat bij een hogedrukgebied de druk van de lucht hoger is vergeleken met de omgeving.
Verschil in luchtdruk ontstaat door verschil in verwarming. Hoe warmer de lucht, hoe kleiner het gewicht, dus hoe lager de druk. De hoogste luchtdruk in Nederland door het KNMI gemeten is 1050,0 hPa, op 26 januari 1932 in De Bilt.
De luchtdruk is afhankelijk van de dichtheid en de samenstelling van de lucht. Hoe groter de hoogte boven het aardoppervlak, hoe kleiner het gewicht van de resterende luchtkolom zal zijn, de luchtdruk neemt dus af met toenemende hoogte (zie figuur onder rechts).
Op aarde neemt het aantal moleculen af naarmate de hoogte toeneemt en wordt de dichtheid van de lucht dus lager. Dit betekent dat de luchtdruk afneemt .
Weersomstandigheden. In de buurt van een lagedrukgebied komt vaak regen en wind voor. Behalve in het centrum van het lagedrukgebied. Als dat passeert, klaart het vaak enige tijd op en valt de wind korte tijd vrijwel weg.
Het lagedrukgebied dat momenteel boven Nederland ligt. Dat een hogedrukgebied blijft hangen, ligt aan een zwakke straalstroom. Een straalstroom is een rivier van wind die hoog in de lucht waait. Wordt die stroom te sterk, dan stuurt de wind allerlei lagedrukgebieden naar West-Europa.
Luchtverbruik onder water
Een gemiddelde mens verbruikt boven water 20 liter lucht per minuut of vermits wij op 1 bar zitten, 20 barliter per minuur.. Wanneer wij op - 30 m zitten dan moeten wij om 20 liter lucht te vormen lucht inademen onder een druk van 4 bar. Wij verbruiken dan 20 l x 4 bar = 80 barl per minuut.
Hogedrukgebieden bestaan meestal uit warme lucht. In de regel is de lucht vrij uniform en homogeen. De temperatuurdaling van hogedrukgebieden is met toenemende hoogte minder dan die van lagedrukgebieden.
In extreme gevallen kunnen de verschillen zelfs nog groter zijn; zo bedraagt de hoogste luchtdruk ooit gemeten in De Bilt maar liefst 1050,0 hPa, gemeten op 26 januari 1932. De laagst gemeten luchtdruk ooit in De Bilt is 956,4 hPa, gemeten op 26 februari 1989.
Lage luchtdruk kan ook enkele effecten op het lichaam hebben. Sommige mensen kunnen last hebben van hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid en misselijkheid als de luchtdruk daalt. Voor mensen met astma of een andere aandoening aan de luchtwegen kan een lage luchtdruk leiden tot benauwdheid of andere klachten.
Een hectopascal is gelijk aan een millibar en ongeveer 0,001 atmosfeer.
De moleculen nemen in warme lucht derhalve ook meer ruimte in. Dat komt tot uiting in de soortelijke massa of dichtheid. Warmere lucht is namelijk ook lichter dan koudere lucht. Hoe warmer de lucht hoe lichter, hoe kouder de lucht hoe zwaarder de lucht.
Als de druk in de atmosfeer stijgt en daalt, doet de druk die op je lichaam wordt uitgeoefend dit ook. Lage atmosferische druk veroorzaakt een drukverschil tussen de atmosfeer om ons heen en de lucht in ons lichaam. Dit kan leiden tot hoofdpijn, gewrichtspijnen, slaapstoornissen en andere biochemische veranderingen.
Het zijn fysieke ongemakken waar we na een lange, droge zomer weer aan moeten wennen. Maar voor migrainepatiënten zorgt het herfstweer mogelijk voor meer kopzorgen. Recente onderzoeken suggereren dat plotselinge luchtdrukdalingen een migraineaanval kunnen uitlokken.
Wetenschappers suggereren dat een daling van de luchtdruk ervoor zorgt dat de weefsels (inclusief spieren en pezen) opzwellen of uitzetten . Dit oefent druk uit op de gewrichten, wat resulteert in meer pijn en stijfheid. Een daling van de luchtdruk kan een groter effect hebben als het gepaard gaat met een daling van de temperatuur.
Als lucht warmer wordt, zet het uit en daardoor kan het meer waterdamp vasthouden. Doordat de lucht meer waterdamp vast kan houden, vormen er geen losse waterdruppels en is de lucht in een hogedrukgebied dus helder en onbewolkt. Als er dan ook nog een zonnetje schijnt is het al gauw lekker weer!
De zuidwestenwind is echt typisch voor het Nederlandse klimaat en voor vrijwel alle landen op onze breedtegraad. Tussen ongeveer 30 graden noorderbreedte en 60 graden noorderbreedte is de zuidwestenwind dominant.
Luchtdruk is heel duidelijk gekoppeld aan temperatuur. In het zomerhalfjaar zien we boven een verhit continent de lucht uitzetten. Lucht wordt lichter en stijgt op en drukt als gehele kolom dus minder op het aardoppervlak. Het gevolg is dat de luchtdruk aan de grond daalt.
De luchtdruk is groter op zeeniveau dan op de top van een berg. De hoeveelheid lucht op zeeniveau is groter dan die op de top van een berg. Een bergtop ligt dus dichter bij de bovenkant van de atmosfeer dan de zeespiegel. Dus met meer lucht die vanuit de atmosfeer naar beneden drukt, is er meer druk.
Grotere activiteit van de verhitte moleculen vergroot de afstand tussen aangrenzende moleculen en vermindert zo de luchtdichtheid . De afnemende luchtdichtheid verlaagt vervolgens de druk die door de lucht wordt uitgeoefend. Warme lucht is dus lichter (minder dicht) dan koude lucht en oefent bijgevolg minder druk uit.