We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) is gedrag dat we niet meteen begrijpen. Het gedrag is bijvoorbeeld onverwacht of past in jouw ogen niet in de context. Soms kunnen mensen agressief zijn naar anderen of naar zichzelf.
We kunnen het omschrijven als repetitief, uitdagend, antisociaal of agressief gedrag dat niet beantwoordt aan de sociale verwachtingen voor de leeftijd, en dus niet sociaal aanvaard wordt door de omgeving en/of de maatschappij.
Een gedragsprobleem kan komen door een gedragsstoornis, maar kan ook een combinatie zijn met een ander probleem, zoals ADHD, autisme of een hechtingsprobleem. Ook kan een gedragsprobleem vaak niet aan een diagnose worden gekoppeld. Een kind heeft boze buien, moeite met luisteren, zit niet lekker in zijn vel.
Het behandelen van ernstige gedragsproblemen
Tijdens een oudertraining leren ouders hoe ze goed gedrag kunnen stimuleren en ongewenst gedrag kunnen afremmen. En dat werpt zijn vruchten af. Soms hebben kinderen ook therapie nodig. Voor kinderen van acht tot twaalf jaar is er cognitieve gedragstherapie.
Specifieke signalen waaraan je agressie kunt herkennen
Er zijn verschillende fysieke symptomen en kenmerken die erop wijzen dat een persoon geïrriteerd is. Je kan hierbij denken aan een versnelde of verzwaarde ademhaling. Ook onvrijwillig trillen kan een indicator zijn.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Een gedragsstoornis is een psychische stoornis bij kinderen. Kinderen met een gedragsstoornis vertonen voor langere tijd afwijkend en zeer lastig gedrag. Alle kinderen hebben weleens een periode waarin ze zich opstandig, boos, dwars en agressief gedagen.
Paranoia symptomen zijn: Anderen, zonder gegronde redenen, verdenken van uitbuiting, het berokkenen van schade en bedriegen. Twijfel aan de loyaliteit en betrouwbaarheid van vrienden of collega's. Bang om iemand in vertrouwen te nemen vanwege de ongerechtvaardigde vrees dat informatie tegen je gebruikt wordt.
Antisociaal gedrag betekent dat je geen rekening houdt met de gevoelens en wensen van andere mensen. Dit is geen bewuste keuze, maar dit komt door je ASP.
Het betreft ernstig dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar, boos of woedend gedrag, anderen ergeren, agressief gedrag en/of antisociaal gedrag. Een uniforme richtlijn voor diagnostiek en behandeling van ernstige gedragsproblemen is om meerdere redenen van belang.
Vaak is er niet één oorzaak aan te wijzen. Gedrag wordt sterk beïnvloed door reacties uit de omgeving op dat gedrag. Als professional is het belangrijk dat je het gedrag van je cliënt niet ziet als 'een probleem', maar als een signaal dat iets niet goed gaat.
Dementerende mensen worden tijdens de nacht vaak wakker, omdat hun hersenen niet meer kunnen onderscheiden wanneer het dag of nacht is. Deze zorgvragers gaan dan vaak plukken en friemelen aan hun kleding of incontinentiemateriaal, waardoor de zij gaan smeren met hun ontlasting.
zelf-contact: in contact staan met je eigen waarden, kwaliteiten en intrinsieke drijfveren en idealen. autonomie: eigen keuzes maken en zorgen dat je dagelijks leven congruent is met waar je in gelooft.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.