Een vitaal bedreigde patiënt is een patiënt waarbij één of meer vitale orgaanfuncties, zoals ademhaling, circulatie en bewustzijn, zodanig verstoord zijn dat zij dreigen te falen. Patiënten met bedreigde vitale functies hebben passende zorg nodig om vermijdbare schade en potentieel overlijden te voorkomen.
De hiervoor genoemde vitale parameters en afkapwaardes worden daarbij gehanteerd als EWS. Het geaggregeerde parametersysteem (Modified Early Warning Score ofwel MEWS) gebruikt dezelfde vitale parameters, maar de afwijkende vitale parameters krijgen een bepaalde waarde toegekend.
EWS, Early Warning Score / System, is een meetinstrument om snel vitale functies van de patiënt te beoordelen. EWS is in de jaren '80 van de vorige eeuw geïntroduceerd in de Verenigde Staten en wordt tegenwoordig ook volop gebruikt in Nederland en Europa.
Bij een score van meer dan 3 punten moet eerst de behandelend arts de patiënt beoordelen en vervolgens – indien nodig – het spoedinterventieteam (SIT) inroepen, dat bestaat uit een IC-arts en een IC-verpleegkundige inroepen.
Het Spoed Interventie Team (SIT) is een oproepbaar team bestaande uit twee IC-verpleegkundigen en één IC-arts. Dit team kan met behulp van verplaatsbare bewakingsapparatuur en therapeutische middelen een mobiel-IC bed/bewakingsbed creëren op een afdeling.
Een vitaal bedreigde patiënt is een patiënt waarbij één of meer vitale orgaanfuncties, zoals ademhaling, circulatie en bewustzijn zodanig verstoord zijn dat zij dreigen te falen.
Randvoorwaarden voor een SIT zijn: Een SIT is in staat om 24 uur per dag, 7 dagen per week binnen maximaal 10 minuten ter plaatse te zijn bij de patiënt. Een intensivist heeft de eindverantwoordelijkheid voor opname van een patiënt op de intensive care.
Wanneer de longen ziek zijn, is er onvoldoende opname van zuurstof. Om dit te verbeteren, is bij bepaalde ziekten buikligging zinvol. De patiënt wordt hierbij niet op de rug, maar op de buik verpleegd.
Ademhaling, circulatie, pijn, temperatuur en bewustzijn. Elke zorgprofessional moet de vijf vitale functies kunnen meten bij een cliënt. Dat is van belang om de gezondheidstoestand in stabiele situaties te volgen.
Normaalwaarden vitale functies
Hartslag: 60-80 p/min. Systolische bloeddruk: 115-130 mmHg. Lichaamstemperatuur: 36,5-37,5 °C. Het kennen van de vitale functies en de normaalwaarden daarvan zijn cruciaal voor verpleegkundigen, verzorgenden en andere zorgprofessionals.
Bij het afnemen van het EWS 'scoort' de patiënt op de zes vitale functies van de mens (ademhalingsfrequentie, saturatie, bloeddruk, temperatuur, hartfrequentie, bewustzijn). Hoe hoger de score, hoe meer de patiënt vitaal bedreigd is.
Onder vitale functies verstaan we de belangrijkste lichaamsfuncties, functies die nodig zijn om een lichaam in leven te houden. Denk daarbij aan ademhaling, circulatie (hartslag), bewustzijn en lichaamstemperatuur.
Bij grofweg de helft van die patiënten werden elke 12 uur 6 vitale functies gemeten en een EWS berekend. Als de EWS daar aanleiding toe gaf, verhoogden de verpleegkundigen de frequentie van het observeren en indien nodig waarschuwden ze een arts.
Het kan echt gevaarlijk zijn als je er niet snel bij bent op het moment dat iemand in 'shock' is, dit omdat de vitale organen (hart, longen en hersenen) op een gegeven moment ook niet meer van bloed worden voorzien waardoor het slachtoffer kan komen te overlijden.
Het meten van temperatuur, pols, bloeddruk, zuurstofsaturatie en ademhaling is vaste prik bij elke verpleegkundige dienst. Drie of vier keer per dag krijgen alle patiënten op verpleegafdelingen in het ziekenhuis deze routinecheck.
Op de COVID-verpleegafdeling krijgt u een apparaatje om uw pols dat uw vitale functies meet én deze automatisch in uw elektronisch patiëntendossier toevoegt. Vitale functies zijn uw bloeddruk, hartslag, ademhaling, temperatuur en de hoeveelheid zuurstof in uw bloed (zuurstofsaturatie).
Beademing is geen behandeling op zich maar geeft de tijd om van de aandoening of verwonding te genezen. Het is nooit volledig te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden. Het kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen.
Dyspneu is de medische term voor kortademigheid of benauwdheid. Er zijn verschillende soorten dyspneu en het kent vele oorzaken. Ook kunnen meerdere factoren een rol spelen bij één patiënt. Dyspneu kan onder andere optreden bij patiënten met kanker, COPD of hartfalen.
Bij de intubatie brengt de arts de tube in. De tube gaat via de mond door de keel en eindigt in uw luchtpijp. Iedere in- en uitademing gaat via de tube van en naar de beademingsmachine. Zo kan de ademhaling ondersteund en indien nodig geheel overgenomen worden.
Conclusie: Hoe hoger de EWS/MEWS- score is bij een patiënt hoe hoger de kans op mortaliteit, op hartstilstand, langere duur van opname en onverwachte overplaatsing naar een intensive care. De EWS/MEWS- score kan als goede voorspeller gezien worden bij het vroegtijdig signaleren van vitaal bedreigde patiënten.
Doorgaans meten verpleegkundigen handmatig drie maal per dag 5 vitale functies bij alle opgenomen patiënten. Hiermee wordt vastgesteld dat er een stabiele situatie is bij de patiënt, of gesignaleerd dat er een achteruitgang is opgetreden, waarvoor een behandeling moet worden gestart.
Een Spoed Interventie Team (SIT), ook wel bekend als een Medical Emergency Team (MET) of een Rapid Respons Team (RRT) is een team van zorgverleners die de deskundigheid van acute zorg bij de patiënt brengt (of daar waar het nodig is).
SCEGS staat voor Somatisch, Cognitief, Emotioneel, Gedragsmatig, Sociaal. Voor de verdere begeleiding en behandeling is het van groot belang dat arts en patiënt het eens zijn over wat er aan de hand is: een verklaring of een gezamenlijke probleemdefinitie.