Onvolledige verbranding vindt plaats als er niet voldoende zuurstof bij het vuur komt. Kijkend naar vuur is dit makkelijk te herkennen: gele vlammen betekenen onvolledige verbranding en blauwe volledige verwarming.
Bij een ondiepe verbranding (tweedegraads verbranding): een rode, pijnlijke, soms glanzende huid met blaren. Bij een diepe of volledige verbranding (derdegraads verbranding): een droge, wit perkamentachtige huid of juist een zwarte kleur.
Bij een tekort aan zuurstof is de verbranding onvolledig.Er ontstaat dan minder kooldioxide en in plaats daarvan ontstaat koolmonoxide.
aardgas + zuurstof = water + koolstofdioxide
Als er niet genoeg zuurstof aanwezig is, krijg je een onvolledige verbranding. Bij aardgas is de vlam geel bij een onvolledige verbranding. Er komen dan andere reactieproducten vrij.
CO is een geurloos, reukloos en dodelijk gas. Het ontstaat bij een onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen. Inademen van CO kan leiden tot gezondheidseffecten zoals hoofdpijn, misselijkheid, braken, flauwvallen en zelfs tot de dood.
Zorg voor een continu aanvoer van voldoende verse lucht in ruimtes met een verwarmingstoestel die de zuurstof voor de verbranding aan de verblijfruimte . onttrekt (open verbrandingstoestellen) en/of de verbrandingsgassen in deze ruimte uitstoot. Zorg voor een continu afvoer van rook/verbrandingsgassen.
Koolmonoxide is onzichtbaar. Deze dingen kunnen erop wijzen dat er koolmonoxide in de ruimte aanwezig is: Lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, misselijkheid, sufheid, duizeligheid, vermoeidheid, bewusteloosheid, een versnelde hartslag en braken. De klachten nemen langzaam af zodra je naar buiten gaat.
De 'pauzevlam' wordt ingesteld wanneer tijdens een practicum een brander tijdelijk niet gebruikt wordt. Bij deze instelling vindt onvolledige verbranding van methaan plaats. Hierbij ontstaat een stof die een zwarte aanslag geeft en ook de vlam geel kleurt.
Gastoestellen moeten het aardgas dat wordt toegevoegd kunnen verbranden. Daarvoor is zuurstof nodig. Als er te weinig zuurstof is, dan is de verbranding onvolledig en vormt zich koolmonoxide.
Ten eerste kunnen zeer fijne roetdeeltjes de vlam rood, oranje, geel of zelfs wit kleuren. Dit komt doordat de roetdeeltjes door de hitte licht uitstralen (zwarte straler). Een rode, gele of oranje vlam komt door een lage temperatuur, een blauwe of witte vlam wordt veroorzaakt door een hogere temperatuur.
Om het aardgas goed te verbranden, wordt in de branders van de cv-ketel het aardgas vermengd met lucht. Bij een volledige verbranding ontstaan alleen waterdamp en koolstofdioxide (zie figuur). Deze verbrandingsgassen zijn niet giftig.
Gele of oranje vlammen duiden op een probleem waarbij koolmonoxide kan vrijkomen. Houd u aan de gebruiksaanwijzing van toestellen.
Bij een eerstegraads brandwond is de (opper)huid nog niet beschadigd. De huid is rood, droog, pijnlijk en soms wat gezwollen. Denk bijvoorbeeld aan een in de zonverbrande huid. Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is de huid beschadigd.
Kleuren vlam; oranje: onvolledige verbranding (gele kleur door gloeiende C-deeltjes), blauw: volledige verbranding | Blauw, Kleuren.
Koolmonoxide (CO) is een levensgevaarlijk gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas, hout of benzine. Het is vooral zo gevaarlijk omdat het niet te ruiken, proeven of zien is. Daarom wordt het ook wel de stille sluipmoordenaar genoemd.
Bij de onvolledige verbranding van aardgas kan koolstofmono-oxide ontstaan, want aard- gas bevat de elementen koolstof en waterstof (zie opgave 50). Koolstofmono-oxide ontstaat als het element koolstof met te weinig zuurstof wordt verbrand.
Het lichaam scheidt koolmonoxide grotendeels via de longen uit. Zodra de blootstelling aan koolmonoxide stopt, wordt koolmonoxide via de longen geëlimineerd. Bij inademing van gewone buitenlucht is de halfwaardetijd van COHb drie tot zes uur.
Het is een mythe dat je koolmonoxidemelders laag aan de wand moet installeren omdat koolmonoxide zwaarder is dan lucht. In werkelijkheid is koolmonoxide iets lichter dan lucht en verspreidt het zich gelijkmatig door de kamer.
Wanneer de luchttoevoer geopend wordt, krijg je een ontzettend hete, blauwe vlam.De moleculen in het aardgas reageren dan met zoveel zuurstofmoleculen als mogelijk is. Dat is een volledige verbranding. Er ontstaat koolstofdioxide (CO₂) en water, maar geen roet.
Deze wordt bereikt met een brandende lucifer, maar ook met het vuursteentje van een aansteker. Voor een verbranding zijn dus drie dingen nodig: 1 een brandstof; 2 zuurstof (meestal wordt lucht gebruikt); 3 een voldoende hoge temperatuur (de ontbrandings- temperatuur).
brandwond. Bij een eerstegraads verbranding is de kleur van de (opper)huid naar rood of roze veranderd.De verbranding is droog, kan pijnlijk zijn en is soms opgezwollen. Het is te vergelijken met een ontstekingsreactie.
Zo kan CO ook in kamers terechtkomen waar geen vlam brandt. Bij radiatoren en elektrische verwarmingstoestellen kan er geen CO ontstaan omdat er geen vlam aanwezig is.
CO (koolstofmonoxide)
CO of koolstofmonoxide: is een gevaarlijk, reukloos en onzichtbaar gas; is in een zeer lage concentratie (<0.001%) aanwezig in de atmosfeer; ontstaat bij de verbranding van brandstoffen die koolstof (C) bevatten, zoals kolen, hout, olie of gas.
Bij een gevaarlijke concentratie koolmonoxide in je woning geeft de melder een luid alarmsignaal af. Let op!