50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Een 30 km weg of zone zal worden aangegeven door een 30 km bord, al dan niet met de toevoeging zone. Hierop kan vervolgens worden gehandhaafd. Een 30 km straat bestaat uit een rijbaan en een aparte stoep. Een 30 km straat heeft zowel de functie van doorrijden als die van bijvoorbeeld speelruimte.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
Binnen de bebouwde kom: 50 km/u. Buiten de bebouwde kom: 80 km/u. Op autowegen: 100 km/u. Op autosnelwegen: 100 tot 130 km/u *
Maximumsnelheid: 50 kilometer per uur
Binnen de bebouwde kom geldt een snelheidslimiet van 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven. Het plaatsnaambord zelf impliceert ook een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Tegenwoordig wordt het bebouwde kom-bord ook wel gecombineerd met een 30-bord.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Oorspronkelijk is een woonerf een doodlopende weg, waar alleen auto's komen die het erf als bestemming hebben. Tegenwoordig zijn vaak ook doorlopende wegen omgebouwd tot erf. De in- en uitgangen zijn dan verhoogd. Je herkent een erf aan zijn eigen verkeersborden.
Met verkeersbord H1 (zie onder Algemeen / Bebouwde kom) wordt aangegeven dat je de bebouwde kom binnenrijdt, waar de maximumsnelheid voor auto's en motoren 50 km/h is.
Een voorrangsweg wordt aangegeven met het verkeersbord voorrangsweg. Het einde ervan wordt aangegeven door het bord einde voorrangsweg. Op de zijwegen van een voorrangsweg vindt men het driehoekige bord nadering voorrangsweg of het achthoekige stopbord.
Is er geen middenstreep en staat langs de weg een bord met 60 km/uur dan mag u maximaal 60 km/uur. Staat er geen snelheidsbord dan mag u 80 km/uur. Houd daarom goed de verkeersborden in de gaten, die blijven bepalend! De onderbroken zijstrepen laten de weg smaller lijken, zodat u langzamer gaat rijden.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren. Let op, in Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom nog steeds 90 km/u.
Binnen de bebouwde kom:
- Erftoegangsweg, een erf of woonstraat waar maximaal 30 km/uur geldt, iedereen op dezelfde rijbaan rijdt en geen belijning aanwezig is. Op kruispunten geldt: bestuurders van rechts gaan voor.
Verschil autoweg en autosnelweg
Het begin van een autosnelweg kun je herkennen aan het Verkeersbord G1. Het einde van een autosnelweg aan het Verkeersbord G2. Op autosnelwegen mogen alleen voertuigen rijden die minimaal 60 km/u kunnen en mogen rijden. De standaard maximumsnelheid op een autosnelweg is 130 km/u.
Een verdrijvingsvlak bestaat uit diagonale strepen of een witte driehoek. Het is niet toegestaan te rijden op een verdrijvingsvlak. Boete € 250,-. Bestuurders moeten altijd stoppen vóór een voor hen bestemde stopstreep.
Gele strepen op de rijbaan
Over geel gesproken: bij wegwerkzaamheden gebruiken ze de kleur om een tijdelijke rijbaan aan te geven. En dat is soms verwarrend, omdat de witte lijnen van de 'oude' weg nog te zien zijn. Toch geldt altijd: volg de gele lijnen. Deze strepen geven overigens geen maximumsnelheid aan.
C01 – Gesloten in beide richtingen verkeersbord
Wanneer je dit bord tegenkomt betekent het dat je deze weg niet in mag. Het betekent ook dat je de weg vanuit de andere kant ook niet in mag. Deze weg is afgesloten voor voertuigen, ruiters, en geleiders van rij- of trekdieren of vee.
Er moet parkeergeld worden betaald.
Voorrangsweg. Aan dit bord kun je zien dat je je op een voorrangsweg bevindt. Alle andere bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg. Let op: Langs een voorrangsweg buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren.
Als het woonerf met een juiste uitritconstructie aansluit, moet je inderdaad voorrang verlenen. Maar veel wegbeheerders hebben dit niet goed ingericht en dan ontstaat een andere situatie. Volgens de rechter is een uitrit pas goed ingericht als het voor beide partijen duidelijk is dat het een uitrit betreft.
Als je een uitrit verlaat, denk bijvoorbeeld aan een woonerf of een parkeerplaats, moet je al het andere verkeer voorrang geven.
Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
2. Ondergrens voor bekeuren Op de meeste wegen geldt een ondergrens van 4 km/u voordat wordt bekeurd. Alleen op autosnelwegen waar 130 is toegestaan, is geen ondergrens.
Officieel is er in Nederland geen minimumsnelheid, dat is maar goed ook want anders was iedereen in de file in overtreding, maar er zijn wel voorwaarden. Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur.