Kleine roofvogel. In essentie licht van onderen, grijs van boven met breed gebandeerde staart.Altijd gebandeerd op de onderzijde (ook jonge sperwers).Tamelijk korte, brede vleugels en lange staart met scherpe hoeken.
De vleugels van sperwers zijn relatief kort en meer rechthoekig, terwijl die van de havik langer zijn in verhouding tot de staart, en puntiger van vorm. Een goed kenmerk is de vorm van de staartpunt: duidelijk afgerond bij haviken, de staart van sperwers heeft recht afgesneden hoeken.
De sperwer is een bosrandvogel. Hij verkiest kleinschalige landschappen met voldoende (naald)bos om in te broeden maar jagen doet hij vaker in iets meer open landschappen met voldoende dekking (struiken, houtkanten). Vooral in de winter duiken ze meer en meer op in stadsparken en tuinen.
Nestelt vanaf eind april in een nest dat ieder jaar opnieuw gebouwd wordt. Vaak wordt het nest gebouwd in naaldbomen. Vanwege concurrentie met de havik broedt de sperwer nogal verborgen. Broedt om dezelfde reden vaak in redelijk dicht bos.
In hun vliegbeeld vallen deze op door hun smallere vorm, meestal toegevouwen staart in vlucht en spitse en geknikte vleugels. Vertegenwoordiger zijn torenvalk, boomvalk, smelleken en slechtvalk.
Vogels die bidden, hebben zonder uitzondering een uitstekend gezichtsvermogen. Bekende "bidders" zijn soorten uit de families valken, sperwers (niet alle soorten), sternen en kerkuilen.
Een sperwer die een zangvogel probeert te vangen is trouwens blind voor elk gevaar. Hij stort zich op het arme dier en het maakt niet uit of je tuin volstaat met planten en struiken of dat je tuin compleet betegeld is. Maar let op: een tuin vol planten, struiken en bomen werkt als een magneet op zangvogels.
Sperwers: Doden met de klauwen:
Het gevangen dier sterft snel aan inwendige bloedingen. De snavel van de sperwer dient uitsluitend als 'scheurapparaat' en komt pas in actie als de prooi dood is. De jager plukt de buit met zijn snavel zeer zorgvuldig en scheurt vervolgens het vlees uit het lichaam.
Het is ook mogelijk om vogels uit jouw tuin te verjagen met behulp van een laser. Dit is een bijzonder effectieve manier om verschillende vogelsoorten te lijf te gaan. Zo'n laser straalt een laserstraal uit. Dit doet hij over een grote afstand.
Heel doelgericht, met snelheden van 50 km/u waardoor het voor de nietsvermoedende vogels al snel te laat is. Het is alleen niet de snelste roofvogel.
Een sperwer bijvoorbeeld, een roofvogeltje van maar 160 tot 300 gram, heeft aan twee prooien per dag genoeg. Gemiddeld ongeveer 80 gram. Een nest met vijf jongen verorbert per dag 560 gram aan voedsel (mannetje en vrouwtje samen 160 gram, de vijf jongen elk 80 gram = 400 gram). Dat komt overeen met 14 zangvogels.
De vleugels zijn veel breder dan van valken, waarvoor ze vaak worden aangezien. Opvallend is het grote verschil in formaat tussen mannetje en vrouwtje. Vrouwtjes zijn groter en zwaarder dan mannetjes en jagen op grotere prooien. De lengte van kop tot staart varieert van 28 tot 38 centimeter.
Een havik heeft korte, brede vleugels en een lange, bijna rechthoekige staart. Een volwassen havik heeft een witte lijn boven het oog, een zwarte kruin en donkere veren in de oorstreek. Het verenkleed van een mannetje is bovenaan bruin en onderaan vaalwit met dunne grijze strepen.
Voor een havik zijn volwassen verenkleed krijgt, is zijn verenkleed bruiner, de buik is lichter beige, met donkere druppelvormige strepen. Een volwassen havik heeft een witte wenkbrauwstreep boven het oog, die sterk contrasteert met de donkere kruin en oorstreek. De havik wordt gemakkelijk verward met de sperwer.
Vooral slechtvalk en havik, in mindere mate wijfje sperwer, zijn van belang voor predatie op reisduiven. De som van die soorten nam de laatste jaren niet opvallend verder toe in Vlaanderen. Ze jagen mogelijk recent wel meer in (voor)stedelijke omgeving.
Afhankelijk van de soort maximaal 13-37 jaar.
Het mannetje slaat vaak kleinere prooien dan het vrouwtje en moet dus meer prooien vangen. Bij het slaan van een prooi zet hij zijn sterke poten in het lichaam van de prooi. Kleinere prooien zijn dan direct al dood, maar grotere prooien worden met zijn scherpe stevige snavel gedood.
Roofvogels en uilen geluiden:
Meestal gaat het in samenhang met de balts en het broeden om vrij luid geuite fluittonen en trillers. Ook worden keffende, gakkende of kwakende roepen en krassende geluiden gehoord.
Ze eten in het voorjaar en de zomer insecten. In de wintermaanden dwalen ze rond op zoek naar voedsel en komen steeds vaker terecht op voedertafels in tuinen. In naaldbossen eten ze 's winters de zaden van sparren- en dennenkegels. Grote bonte spechten eten ook wel eieren en jongen van andere vogels.
Roofvogels hebben klauwen met scherpe nagels met drie tenen vooruit en één teen achteruit, en een grote kromme snavel. Roofvogels jagen overdag (dagroofvogels). Maar er zijn ook nachtroofvogels; de uilen. Uilen hebben ook klauwen, maar slechts twee tenen naar voren en twee naar achteren en hun kromme snavel is korter.
Wat u wellicht weet van de torenvalk, is dat hij vaak stil in de lucht hangt te 'bidden' langs de kant van de weg, op zoek naar muizen. Daaraan is hij goed te herkennen. Wat u misschien niet weet over deze kleine roofvogel staat hier op een rijtje: 6 toffe torenvalk-feiten.
Slimme slechtvalk
Kleine vogels vliegen dus 's nachts voor de veiligheid, maar hoe veilig zijn ze nog? Een van de roofvogels, de slechtvalk, is erachter gekomen dat kleine vogels 's nachts veel doortrekken, zegt bioloog en vogelspotter Hoogenstein. "Daar zijn we ook met behulp van de luchtmacht achtergekomen.
De zeearend is veruit de grootste roofvogel die regulier voorkomt in ons land. Een vliegende zeearend is in alles imposant: groot, traag zwevend met af en toe zware vleugelslagen, de voor een roofvogel lange en dikke snavel recht vooruit, de robuuste klauwen klaar voor het grijpen van een prooi.