Kareltje is het neefje van Goofy, maar hij lijkt in de verste verte niet op zijn slungelige oom!
Ook Kareltje, het neefje van Goofy, speelt mee in dit team. In deze verhalen is ook de moeder van Puk en Max weer te zien, die nu een stuk hipper is dan in 1932!
In de hedendaagse strips is Goofy nog altijd vrijgezel.
In de eerste films en strips heette Goofy trouwens nog Dippy Dawg. Vanaf Mickey's Orphans (1934) luistert hij naar de naam Goofy.
Donald Duck is een fictieve eend die voorkomt in veel van de strips en tekenfilms gemaakt door The Walt Disney Company.
Dumbella Duck, in het Engels Della Duck, is een personage uit de wereld rond Duckstad. Ze is de tweelingzus van Donald Duck en de moeder van Kwik, Kwek en Kwak. In de verhalen rond de familie Duck en de clan McDuck is Dumbella lange tijd een onzichtbaar personage gebleven.
Op 19 juli 1999 verscheen het eerste nummer van haar eigen tijdschrift: de Katrien. Behalve Katrien treden ook regelmatig de nichtjes Lizzy, Juultje en Babetje op. Daarnaast kunnen lezers Katrien ook brieven schrijven en geeft Katrien leuke knutseltips. Katrien verscheen eerst maar zes keer per jaar.
Pluto is de trouwe viervoeter van Mickey Mouse. En trouw is hij, want de vrolijke nieuwsgierige hond gaat al aardig wat jaartjes mee! Je zult het misschien niet geloven, maar Pluto is zijn carrière begonnen als gevangenishond! En wel in de korte tekenfilm The Chain Gang uit 1930.
Stripverhalen. Kwik, Kwek en Kwak verschenen eerder in een strip dan in de tekenfilm. De Amerikaanse krantenlezers maakten voor het eerst kennis met het drietal op 17 oktober 1937 in een krantenstrip die getekend was door Al Taliaferro.
Maar het had niet veel gescheeld of het eerste figuurtje van Walt Disney had anders geheten. In de allereerste prototypes van de bekende muis kreeg het diertje immers de naam Mortimer. Het was Walt Disney's vrouw die haar man uiteindelijk op andere gedachten bracht, omdat ze die naam te hoogdravend vond.
Authentieke handpop van Goofy uit 1950. Goofy is gebaseerd op de Australische Dingo en werd in 1932 bedacht door Art Babbitt. Goofy wordt op vandaag nog geassocieerd omwille van zijn spraakgebrek, onhandigheid en vergeetachtig karakter.
Goofy is in 1932 bedacht door Art Babbit en Dick Huemer. Hij moet een hond (dingo) voorstellen. Goofy heeft een slim neefje, genaamt Kareltje en een neef die Indiana Goofy heet. Goofy is over het algemeen erg vergeetachtig en onhandig.
Wilhelmus Duck
Hij is de opa van Donald Duck, Guus Geluk, Diederik Duck en Wisse Duck.
Lizzy, Juultje en Babetje.
Die kun in je in Nederland lezen in de Donald Duck Pockets. In deze avonturen blijkt Ega buitenaards te zijn en werkt hij als wetenschapper. Samen met Mickey en zijn vrienden neemt hij het vaak op tegen grote schurken als de Zwarte Schim en de Rijmende Man die de wereld in hun macht willen hebben.
Lizzy, Juultje en Babetje zijn de kinderen van een zus van Katrien die Donna Duck heet. Verder is er qua geschiedenis of familie weinig bekend. Ze zijn ook niet vaak in verhalen gebruikt door Carl Barks.
De hond debuteerde pas in september, een half jaar nadat Burney de planeet zijn naam gaf. Bovendien heette de oranje hond aanvankelijk Rover. Pas in 1931 werd zijn naam Pluto, vanwege de alliteratie: Pluto de pup.
Zijn vrouw heet Proserpina , de dochter van Jupiter en Ceres.
Mickey Mouse viert vandaag zijn 90e verjaardag. Op 18 november 1928 maakte de vrolijke muis zijn debuut op het grote scherm en Disney heeft alle reden daar uitgebreid bij stil te staan. Natuurlijk is het een prestatie dat de muis na al die jaren nog steeds een van de meest herkenbare iconen ter wereld is.
Ze is het dochtertje van de Heks van het Westen en als de twee heksen op dit dametje moeten passen, hebben ze daar een hele kluif aan. Het meisje gebruikt de spreuken die zij heeft geleerd namelijk voornamelijk voor kattekwaad!
Er waren toen alleen nog een paar kleine verschilletjes, Katrien heette toen nog Donna en woonde in Mexico. Drie jaar later trad ze opnieuw op in de tekenfilm 'Mister Duck Steps Out' en werd haar naam veranderd in Daisy.
“We maken kennis met Diederik Duck”. Dat kopt de voorplaat van het weekblad Donald Duck op 24 oktober 1964. Wie is toch die vreemde snuiter met die muts, die een fles melk leeggooit over Donalds kat? Daar komen de lezers op pagina 3 achter, wanneer de drukke eend al op het tweede plaatje Donalds huis binnenstormt.