Een internist-endocrinoloog is gespecialiseerd in ziekten van hormonen en hormoonklieren, zoals de schildklier.
De endocrinoloog behandelt patiënten met aandoeningen aan organen zoals de schildklier, bijnieren, hypofyse en alvleesklier waar hormonen worden aangemaakt.
U wordt bij klachten aan uw schildklier behandeld door een internist-endocrinoloog of verpleegkundig specialist. We werken daarbij samen met een oogarts, chirurg, gynaecoloog en nucleair geneeskundige. Een nucleair geneeskundige onderzoekt de functie van uw organen.
De endocrinologie is het medisch specialisme binnen de interne geneeskunde dat zich bezighoudt met de hormonen en de stofwisseling. De endocrinoloog onderzoekt en begeleidt patiënten met ziekten die ontstaan door een teveel of juist een tekort aan bepaalde hormonen.
De internist-endocrinologen richten zich op ziekten die ontstaan doordat organen teveel of juist te weinig van een bepaald hormoon aanmaken en aandoeningen aan organen die hormonen aanmaken.
De gebruikelijke ondergrens voor TSH is tussen de 0,30 en 0,50 de bovengrens tussen 4,0 en 5,0 mE/liter.
De TSH-waarde is een indicatie hoe de schildklier functioneert. Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH. Je noemt dit ook wel een trage schildklier of hypothyreoïdie. De TSH-waarden in het bloed is dan (veel) hoger dan normaal.
Je wordt naar de polikliniek Endocrinologie doorverwezen als je te veel of juist te weinig hormonen aanmaakt. Daarnaast kun je op deze polikliniek terecht voor aandoeningen aan organen die hormonen aanmaken. Dat zijn bijvoorbeeld de schildklier, de bijnieren en de hypofyse (in de hersenen).
Endocrinologie houdt zich bezig met hormonen. Wij hebben veel kennis over ziekten aan de endocriene klieren zoals alvleesklierkanker, schildklierkanker of diabetes. Hormonen zijn belangrijke stofjes die veel processen in het lichaam in gang zetten.
De internist zal door vragen te stellen (anamnese af te nemen) uw klachten proberen te koppelen met het niet goed functioneren van één of meerdere organen. Ook doet de internist een lichamelijk onderzoek en worden nog aanvullende onderzoeken verricht.
Snelle suikers kan je beter niet meer eten bij een trage schildklier. Ze zitten verstopt in onder andere snoep, koekjes, frisdrank, alcohol, witte rijst, wit brood maar ook honing, vruchtensap en gedroogd fruit. Deze voedingsmiddelen verhogen de kans op insulineresistentie.
Veelvoorkomende schildklierklachten
Bij een traag werkende schildklier kunnen klachten als vermoeidheid, kouwelijkheid, gewichtstoename en somberheid optreden. Klachten aan de schildklier kunnen zich ook uiten als zwellingen of bobbels in de hals. Vaak treedt hierbij ook heesheid of benauwdheid op.
Stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte T3 kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte Reversed T3 (rT3) wordt aangemaakt. Een teveel aan rT3 blokkeert dan de receptoren van het schildklierhormoon.
Gezonde vetten dragen bij aan een goede schildklierfunctie. Één goede eetlepel per dag en je hebt al een groot deel binnen van wat je nodig hebt! Volkorenproducten – Zoals volkorenpasta, brood en rijst. Behalve een goede bron van vezels, bevatten ze alle mineralen die schildklierhormonen zo graag gebruiken.
Veel schildklierpatiënten kampen met psychische klachten: stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, depressies of neerslachtige gedachtes.
De menopauze test is een speekseltest en brengt zes hormonen in kaart die een rol spelen bij de menopauze. Dit zijn oestradiol, oestriol en progesteron, testosteron, DHEA en cortisol. Het helpt bovendien bij het bepalen van de huidige hormonale situatie. De progesteron test is een speekseltest.
Endocrinologie houdt zich bezig met hormonale en stofwisselingsziektes en met de gevolgen van deze aandoeningen. Een internist-endocrinoloog is een internist, gespecialiseerd in de endocrinologie. Hij of zij behandelt ziektes waarbij te veel of te weinig hormonen voorkomen en tumoren van endocriene organen.
Bij het syndroom van cushing maakt het buitenste deel van de bijnieren (de schors) te veel van het hormoon cortisol. Cortisol heeft zeer veel effect op vrijwel alle organen en weefsels van het lichaam.
Bloedonderzoek. De meeste onderzoeken zijn gebaseerd op een bloedonderzoek. Daarbij worden de hormonenspiegels in het bloed nagegaan.
De ziekte van Hashimoto is een ziekte van de schildklier, waarbij ons eigen afweersysteem zich richt tegen schildkliercellen, waardoor deze cellen kapot gaan en de schildklier geleidelijk langzamer gaat werken en steeds minder schildklierhormoon maakt.
Als de schildklier te snel werkt, krijgt u te veel van dit hormoon. U kunt last hebben van hartkloppingen, zweten, afvallen en een onrustig gevoel. Meestal komt dit door de ziekte van Graves. De behandeling is met medicijnen, radioactief jodium of een operatie.
Te weinig schildklierhormoon leidt ook tot hartfunctiestoornissen, omdat de energievoorziening van het hart onvoldoende is, maar bovendien wordt het weefsel van het hart en bloedvaten stijver, waardoor de hartfunctie minder wordt en de bloeddruk kan oplopen.
De schildklier maakt te veel schildklierhormoon aan, wat kan leiden tot vermageren, een te snelle hartslag en hoge bloeddruk, een overdreven warmtegevoel, diarree en beven.
De oorzaak van schildklierproblemen ligt meestal in de schildklier zelf. Heel soms ligt de oorzaak in de hypofyse, een klier in de hersenen die hormonen aanmaakt om de schildklier aan te sturen. Aandoeningen en geneesmiddelen (bijv. jodium en lithium) kunnen de schildklierfunctie ook beïnvloeden.