Wist je dat je op een boot geen slaapkamer hebt, maar een hut? En de keuken noem je een kombuis.
Kooi - Een kooi is een bed aan boord van een boot.
1> vaste slaapplaats aan boord van een schip.
3. Kajuitboot. Een kajuitboot is een boot die weliswaar over een kajuit en een motor beschikt, maar niet groot en luxueus genoeg is om als kajuitmotorjacht te worden bestempeld. Goed om te weten: niet alle boten vallen eenduidig onder een categorie.
Een stag is een staaldraad of dik touw die loopt van een hoog punt in de mast naar een vast bevestigingspunt op het dek. Een verstaging is het geheel van stagen op een schip/boot en de verstaging heeft als doel om de mast staande te houden.
De mast zelf bestaat uit 1 of meerder mastdelen en een vorkenbord (waar de vorken aan hangen), kettingen en hydraulische cilinders.
Motorboten is de oud-Hollandsche kunst waarbij een man of vrouw zijn/haar gelaat tussen de weelderige boezem van een vrouw steekt, zodat de jetsers tegen je wangen aan kletsen. Echte liefhebbers maken er ook nog geluid bij.
Links en rechts
Bakboord is de linkerzijde van een schip. Stuurboord is de rechterzijde. Inderdaad, zó simpel is het. Bakboord en stuurboord duiden dus op de linker- en rechterzijde van een schip, niet op de linker- en rechterzijde van een persoon; je kijkt altijd van achteren naar voren.
Spitsgatters danken hun naam aan de specifieke rompvorm. Deze boten staan bekend om haar fantastische vaareigenschappen. Een boot waarvan zowel de voor- als achtersteven spits is maakt deze zeewaardig en daarom zeer geschikt om veilig te kunnen varen op golvend water.
Een accommodatie aan boord van een cruiseschip wordt ook wel een hut of stateroom genoemd. De eigenschappen van de hut kunnen per rederij, schip en hutcategorie van elkaar verschillen. Alle hutten beschikken over een eigen badkamer met toilet en een douche en/of bad.
Een kajuit is de verblijfplaats voor opvarenden aan boord van een schip of boot; ze wordt ook wel hut genoemd. Oorspronkelijk werd alleen het verblijf van de kapitein een kajuit genoemd. Bij de marine is het nog steeds zo dat de term uitsluitend gebruikt wordt voor de hut van de commandant.
Roef (meervoud: roeven) is de scheepsterm voor de woonst of woning op een schip, het onderkomen voor de schipper en het gezin. De benaming "roef" wordt gebruikt voor binnenvaartschepen. De zeeschepen hadden hun hutten of kajuiten.
De kajuit is de verblijfplaats voor opvarenden aan boord van een schip of boot, ze wordt ook wel hut genoemd. Oorspronkelijk werd alleen het verblijf van de kapitein kajuit genoemd. Bij de marine is het nog steeds zo dat de term uitsluitend gebruikt wordt voor de hut van de commandant.
Waar de edele lieden nog op matrassen konden slapen moest deze lui het zich zo comfortabel mogelijk zien te maken op een strozak met een haren deken of in een hangmat.
Laveren betekent bij het zeilen een bochtig parcours varen. Overdrachtelijk gezien betekent laveren: niet direct op het doel afgaan maar via tussenhandelingen dat doel bereiken.
· Loef wijkt voor lij.
Deze regel gaat op als zeilschepen elkaar kruisen en ze beiden het zeil over dezelfde boeg hebben staan. Het schip dat aan de loefkant (waar de wind vandaan komt) ligt t.o.v. het andere schip, moet voorrang verlenen.
Grotere boten gebruiken een stuurwiel (soms zelfs meerdere), hiermee kost het minder kracht om het roerblad te bewegen. Als je het stuurwiel naar rechts beweegt gaat het roerblad naar rechts en de boot draait ook naar rechts.
De navigatielichten op de zijkanten van een schip (en een vliegtuig) hebben verschillende kleuren: aan bakboord rood, aan stuurboord groen. Deze lichten helpen andere schippers de beweegrichting en bak- en stuurboordzijde van een naderend schip te bepalen in het donker.
Met je gezicht tussen de borsten van een vrouw snel van links naar rechts bewegen: Dat is motorboaten.
De kiel is een belangrijk onderdeel van het constructieve langsverband van een schip. Hij vormt als het ware de ruggengraat van de scheepsromp. De ribben (spanten) zijn overdwars op de kiel bevestigd.
Gemiddeld wordt een mast in twintig jaar economisch afgeschreven. Dat betekent echter niet dat de mast maar twintig jaar meegaat. We zien bijvoorbeeld nog steeds aluminium masten op schepen staan van meer dan veertig jaar oud.
Het verschil tussen RDM en SDM zit hem voornamelijk in de diameter. Een RDM mast heeft een dunnere diameter dan een. Daarnaast is de wanddikte van een RDM mast dikker. Hierdoor is de mast steviger maar helaas ook iets zwaarder.
Het boeisel of boeiing van een schip is de bovenste rand van de zijkant van het schip, het boord. Het boeisel bevindt zich boven het berghout en onder het potdeksel. Het boeisel is geen onderdeel van de dragende constructie van het schip en dient om hoge golven buitenboord te houden.
De giek, oorspronkelijk gijk genoemd, is het rondhout aan de achterkant van de mast van een zeilschip, waaraan de onderkant (onderlijk) van het grootzeil is vastgemaakt. Het rondhout is van oudsher gemaakt van hout of metaal. Het zorgt ervoor dat de onderkant van een zeil uitgespreid blijft.