Het kon zowel door een abt als, in de meeste gevallen, door een abdis worden geleid. Een abdij is een mannen- of vrouwenklooster van een contemplatieve (beschouwende) kloosterorde, zoals de benedictijnen, kartuizers, cisterciënzers en norbertijnen. De monniken van deze orden leven volgens een kloosterregel.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Mensen die dat willen gaan weg uit het gewone, drukke leven en gaan met elkaar in een klooster wonen. Een klooster is een groot gebouw waarin gelovigen samen in alle rust en stilte met God, bidden en hun geloof bezig zijn. Kloosterlingen Mensen die in een klooster wonen noemen we kloosterlingen.
Pater is in de Rooms-Katholieke Kerk de naam die gegeven wordt aan een monnik, kloosterling, missionaris of lid van een religieuze congregatie die priester is. Het woord zelf komt uit het Latijn, Grieks en Umbrisch en betekent "vader".
Een abdij is een geheel van gebouwen dat gebruikt wordt door monniken of nonnen van een kloosterorde, onder leiding van een abt of abdis. Een van de belangrijkste gebouwen in een abdij is het klooster, dat ook los van een abdij kan bestaan en dan onder leiding van een prior of overste staat.
Alle taken zijn verdeeld, zo is er een postzuster, een keukenzuster en soms zelfs een rijbewijszuster. Zij brengt de nonnen naar de dokter als dat nodig is en haalt soms wat boodschappen. De nonnen werken in stilte en doen verder vooral eenvoudig werk, zoals breien en borduren, zodat ze onafgebroken kunnen bidden.
Het beste antwoord
Er zullen vast nog wel kloosters zijn waar strenge regels gelden, en waar het misschien een lange weg is, om toe te treden, maar de meeste kloosters zijn tegenwoordig leefgemeenschappen, waar geen strikte regels gelden over toetreding.
Let op: Spelling van 1858 pastor, Lat., pasteur, Fr., een herder; een geestelijke, een predikant of Roomsch-Katholijke priester. Pastor loci, de predikant of pastoor van de plaats, waar men is. Pastoraal, landelijk, herderlijk; zielverzorgend, geestelijk.
Priester (hogere wijding) Diaken (hogere wijding) Subdiaken (hogere wijding) Exorcist (lagere wijding)
Naast het leven van gebed en arbeid schenken monniken ook heel wat aandacht aan diensten voor de gemeenschap. De bewoners van de abdij reiken daarbij een hand uit naar de gemeenschap buiten de muren door hen uit te nodigen om deel te nemen aan hun dagelijkse activiteiten.
Een monnik is iemand die vanuit religieuze overtuiging afziet van het stichten van een gezin en die voor een speciale, monastieke levensinvulling kiest. Het woord monnik komt van het Griekse μοναχος (monachos), dat 'eenzaam' betekent, en het woord μονος (monos), dat 'alleen' betekent.
Wie monnik wil worden volgt de stem van zijn hart. Verschillende motiveringen brengen een mens aan de kloosterpoort. Soms is het een impuls van wereldvlucht of een zoeken naar meer innerlijkheid. In ieder geval is het een proces dat vraagt om verduidelijking, verheldering en uitzuivering.
Een monnik is een geestelijke binnen het boeddhisme of het Katholieke geloof of die leeft volgens het celibaat en heeft besloten zijn leven aan God te wijden. Vroeger waren er meer katholieke monniken dan nu. Monniken leven in een klooster en er zijn verschillende ordes.
Hebben kloosterzusters een inkomen? "Het klooster is een zelfstandige gemeenschap waar kloosterzusters zelf voor hun inkomsten moeten zorgen", legt Geert Lesange van de persdienst van de Bisschoppenconferentie uit. "Van het bisdom of de overheid ontvangen zij geen loon.
Op dit moment zijn priesters en monniken verplicht celibatair te leven. Dat betekent: bewust kiezen voor een leven zonder seks. Maar in de rooms-katholieke kerk mogen ze ook niet getrouwd zijn en omdat buitenechtelijke seks niet mag, komt dat op celibatair leven neer.
De pastoor is binnen de Katholieke Kerk, de Anglicaanse Gemeenschap en de oudkatholieke Kerk de priester die door de bisschop benoemd wordt als verantwoordelijke van een parochie. Het woord pastoor komt van het Latijnse woord pastor, dat herder betekent.
Een pastoor is altijd een priester, een door een bisschop gewijde man die onder meer naar de belofte van het celibaat leeft. Priesters die de titel pastoor dragen, zijn benoemd in een parochie of dragen de verantwoordelijkheid voor een aantal parochies (vandaag pastorale eenheden of federaties genoemd).
We noemen dit een getuigenis.
Een pastoor wordt echter aangesproken met de formule: mijnheer pastoor en een pater met de formule: (weleerwaarde) pater. Hogere geestelijken (aartsbisschop, bisschop, hulpbisschop) worden aangesproken met monseigneur. Voor een kardinaal gebruiken we ofwel eminentie, ofwel mijnheer de kardinaal.
Een pastoor zal afhankelijk van de grootte van diens parochie een salaris van 1523 tot 1842 euro per maand kunnen ontvangen, bruto. Dit geld komt direct uit de collectes, en wordt dus niet door de bisschop of gemeente verzorgd.
Alles draait om God
Het dagelijks leven van kloosterlingen staat volledig in het teken van God. Elke dag gaan ze minstens vier of vijf keer naar de kerk en bidden daar het zogenoemde koorgebed. Kloosters zijn in principe niet toegankelijk voor buitenstaanders. Vaak gaat het om grote gebouwen.
Je bent Rooms-Katholiek (of je hebt het verlangen dat te worden). Je bent ongehuwd en ook niet anderszins (financieel) gebonden. Je houdt van het gebed en de liturgie. Je wilt je religieuze leven gestalte geven in een gemeenschap van zusters.
Het precieze aantal kloostergebouwen in Nederland is moeilijk vast stellen, maar het aantal rijksmonumenten geeft wel een indicatie. Volgens Fenicks – een bedrijf voor digitale monitoring van ruimtelijk erfgoed – telt ons land 175 rijksmonumentale kloostercomplexen, waarvan er 142 een nieuwe bestemming hebben gekregen.