Kwintet = een strofe van vijf versregels Voorbeeld: in onderstaand gedicht zijn de vierde en vijfde strofe een kwintet. Strofe 1 is een kwatrijn en strofe 2 en 3 zijn terzines. Sextet = een strofe van zes versregels Voorbeeld: in een Italiaans sonnet noemen we de twee terzetten samen het sextet.
Er bestaan veel verschillende dichtvormen, bijvoorbeeld: sonnet, haiku, kwatrijn, rondeel, limerick, ollekebolleke etc. Aan iedere dichtvorm zijn regels verbonden op het gebied van structuur, klank, ritme en/of inhoud.
Strofen onderscheiden we op grond van het aantal versregels:
drie regels: terzine of terzet. vier regels: kwatrijn. vijf regels: kwintijn of quintet. zes regels: sextet.
Kwatrijn: een gedicht met 4 regels. De rijm hierin kan AABB, ABBA of ABAB zijn (zie het volgende kopje 'soorten rijm').
Zoiets zou je een tentet noemen, naar analogie van sextet voor zes regels, septet voor zeven en octet voor acht. Het meervoud van kwintet is kwintetten.
De Vijftigers (ook wel De Beweging van Vijftig of kortweg Vijftig genoemd) zijn de dichters die na de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse poëzie op zijn kop zetten. Deze groep, met onder anderen Lucebert, Hans Andreus, Gerrit Kouwenaar, Jan G.
Wat is een haiku? Het is een kort, niet-rijmend gedicht van (meestal) 17 lettergrepen in drie regels: vijf lettergrepen. dan zeven lettergrepen.
Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.
Een klassiek sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels en met de volgende structuur: eerst twee kwatrijnen en daarna twee terzinen. De wending komt meestal na de tweede strofe, maar later in het gedicht komt ook voor. Een klassiek sonnet noemt men ook wel een Petrarcasonnet.
Het vrije vers is een gedicht zonder regelmatige strofebouw, zonder rijmschema, zonder een vooraf bepaald metrum en zonder gelijke regellengtes.
In het oorspronkelijke Italiaanse sonnet, ook wel Petrarca-sonnet genoemd (naar de 14e-eeuwse dichter Francesco Petrarca), zijn de veertien regels verdeeld over vier strofen. De eerste twee strofen bestaan uit vier regels, de kwatrijnen. Samen heten deze strofen het octaaf.
Een rondeel is een gedicht waarvan bepaalde regels op afgesproken plaatsen terugkomen. Het rondeel dat vrij gemakkelijk met kinderen te schrijven is, telt acht regels. Regel 1 komt terug als regel 4 en als regel 7. Regel 2 is precies hetzelfde als regel 8.
In de poëtica verstaat men op basis van gedichten die in het titelopschrift of in de aftiteling het woord 'clausule' dragen, een ritmisch, strofisch gedicht als bijvoorbeeld: Die Clausule vander Bible, een aan Jacob van Maerlant toegeschreven strofisch gedicht van 42 strofen van elk 13 versregels (maar vergelijkbare ...
De Vijftigers of de Beweging van Vijftig is de benaming voor een groep dichters die in de jaren '50 het experiment in de Nederlandse poëzie invoerden. Hierdoor brachten ze de Nederlandse poëzie weer in het vaarwater van de internationale vernieuwing.
Met de Zestigers wordt een literaire beweging in Nederland uit de jaren zestig aangeduid.
Een sonnet is een gedicht van 14 regels en nog wat andere kenmerken.
Enjambement is het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels. De mogelijke redenen om dit te doen zijn onder andere: Het creëren van ongebruikelijk rijm.
Een octaaf is een versvorm bestaande uit 2 kwatrijnen, oftewel 8 verzen. Het meest gebruikte rijmschema is a b b a a b b a. Sonnetten bestaan vaak uit een octaaf en een sextet. De eerste acht regels vormen een octaaf, de laatste zes vormen een sextet.
Een distichon (mv. disticha) is een gedicht of een strofe van een gedicht, bestaande uit twee regels. Uit het Grieks: di = twee, stichos = dichtregel.