Zwarte wond
Zwart betekent dat zich in de wond dood (necrotisch) weefsel bevindt. Het hoeft niet altijd zwart te zijn maar kan ook een bruine, grijze of gele kleur hebben. Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen.
Droog gangreen wordt ook wel necrose genoemd, ofwel het afsterven van lichaamsweefsel. De oorzaak hiervan ligt in een onvoldoende voorziening van zuurstof en voedingsstoffen aan het aangedane lichaamsdeel door aanvoerend bloed.
Zwarte, droge necrose kan niet worden behandeld met maden. Chirurgisch debridement gebeurt in de praktijk meestal met een scherpe lepel (curette) of mes. Het schoonschrapen van een wondbodem met een scherpe lepel wordt gedaan bij oppervlakkige natte necrose en om stolsel te verwijderen.
Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven (necrotisch) weefsel. De wond kan niet genezen zolang dit weefsel aanwezig is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen.
Necrose is het plaatselijk afsterven van weefsel. Het is standaard de laatste fase van oncose en kan in sommige gevallen ook bij apoptose optreden. Necrose is vaak schadelijk voor het organisme aangezien de celinhoud niet meteen verwijderd wordt, en zo omliggende cellen kan aantasten.
Voorbeelden van rode wonden zijn schaafwonden en brandwonden. Een gele wond heeft vaak veel wondvocht. Als je een gele wond hebt is het verstandig om naar de huisarts te gaan, omdat er veel verschillende soorten gele wonden zijn: Gele necrose; gele necrose is afgestorven weefsel.
1 Zwarte Wonden
Dit is vergelijkbaar met een ingedroogde blaar. Ook kan zich onder de harde necrotische korst een weke massa aangetast weefsel bevinden; de omgeving van de wond is dan meestal rood en warm en de patiënt geeft pijn aan (ontstekingsverschijnselen). In dat geval moet de necrose beslist verwijderd worden.
Debridement is het verwijderen van necrotisch (dood) weefsel, dat de genezing van de wond tegengaat. Een schone wond zonder debris is nodig om de vorming van gezonde granulatie te bevorderen.
We weten tegenwoordig veel over wonden en hoe ze herstellen. Dit herstel verloopt in een viertal fasen: hemostase, inflammatiefase, regeneratiefase en remodellering. Fase 3 en 4 kunnen versneld worden door een vochtig wondmilieu. De juiste wondmaterialen zorgen voor een vochtige wondgenezing.
De huid verkleurt paarsachtig rood. Het onderliggende weefsel sterft af, waardoor het donker kleurt. Bij gasgangreen ten slotte sterven de weefsels in en rond de wonde snel af, in een tijdspanne van enkele uren. Hierdoor wordt de wondzone zwart.
Er bevindt zich necrotisch weefsel in vervloeide vorm in de wond. De wondranden zijn rood en binnen in de wond is het weefsel geel en zwart van kleur. Veelal verspreidt de wond een sterke, onaangename geur.
De grondgedachte achter het RGZ-model is dat in het genezingsproces zwarte wonden (met necrose) overgaan in gele wonden (met infectieverschijnselen of fibrinebeslag) en ten slotte in rode wonden (met granulerend weefsel).
Voor het genezen van een wond worden de cellen in de huid geactiveerd en de bloedplaatjes in het bloed gaan zich vermenigvuldigen. Het bloed wat vrij is gekomen gaat stollen om op de huid een beschermende korst te vormen om de wond meteen te dichten. Onder deze korst werkt de huid hard om extra huidcellen aan te maken.
Bij een schaafwond is de huid open geschuurd, bijvoorbeeld bij vallen op straat. De bovenste laag van de huid is beschadigd. U ziet rode puntjes bloed op de geschaafde huid. Er kan wat helder gelig vocht uit de wond komen.
“Het uitgezwete” (letterlijk) is het vocht, dat vrijkomt bij een open wond, lekkend uit de bloed en lymfvaten, met name bij ontsteking.
Begrippenlijsten. Dit is een onoplosbaar eiwit (gele wond) dat wordt gevormd tijdens het bloedstollingsproces. Als de fibrine tot diep in de huid zit, moet dit worden verwijderd. De gele kleur duidt op een infectie, je moet zorgen dat de wond gereinigd wordt van pus en overtollig wondvocht (exsudaat).
In het geval van gele necrose is er sprake van afgestorven weefsel. Afgestorven weefsel moet verwijderd worden, zodat de gele wond vervolgens kan genezen. Het verwijderen van afgestorven weefsel gebeurt met een pincet, schaartje of mesje. We raden aan om dit door de huisarts te laten doen.
Een biofilm is een dynamische verzameling bacteriën en schimmels in een beschermende, zelfgeproduceerde matrix van suikers en eiwitten. Uit onderzoek is gebleken dat in 60% van de chronische wonden een biofilm aanwezig is. Het is aangetoond dat de aanwezigheid van een biofilm het normale genezingsproces verstoort.
Wellicht vraag je je af hoelang wondgenezing duurt. Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond.
Fibrine is een bloedstollingseiwit in het bloedplasma dat een belangrijke rol speelt bij de normale wondgenezing en bloedstolling, maar het speelt ook een rol bij de ontstekingsreactie.
Bij debridement wordt necrotisch (dood) weefsel weggehaald, zodat dit de genezing van de wond niet in de weg staat. Een schone wond is nodig om de vorming van weefsel te bevorderen. Om een goed debridement uit te voeren kan de arts verschillende technieken gebruiken.
Hemostase betekent letterlijk bloedstolling. De hemostase begint onmiddellijk na het ontstaan van de wond. De bloedvaten trekken zich samen en er wordt een fibrineprop gevormd.