Zo wordt deze boom ook wel 'katjeswilg', 'knotwilg' of 'teenwilg' genoemd en is de Latijnse naam 'Salix Viminalis'.
Deze bloeiwijze komt vooral voor bij bomen en struiken van de wilgenfamilie (waaronder de boswilg en de schietwilg), de berkenfamilie (waaronder de berk, de hazelaar en de zwarte en witte els), de moerbeifamilie en de beukenfamilie (waaronder de eik en de kastanje).
Wilgen zijn tweehuizig, de ongesteelde mannelijke en vrouwelijke bloemen vormen katjes. De wilg is een geslacht van bomen en struiken.
Katwilg is een struikvormige wilgensoort die zelden de vorm van een boom heeft. In het vroege voorjaar ontwikkelen zich de katjes en daarbij valt op dat aan de ene struik katjes komen met alleen meeldraadbloemen, en aan andere struiken katjes met alleen stamperbloemen.
1: Wilgenkatjes zijn de mannelijke bloemen van de wilg
De vorm en kleur van de katjes varieert per soort en kan en wit, grijs, groen, zwart of zelfs roze zijn.
De katjesboom is een plant uit de wilgenfamilie en kan zowel tot struik als boom uitgroeien. Bij de struik wordt de wilg kort gehouden tot op de stam. Dit zijn een aantal bekende eigenschappen van de katjesboom: Katjesbomen hebben baat bij een vochtige grond en groeien in het wild.
Wat is een knotboom? Knotbomen is geen soort op zich, knotbomen ontwikkelen een knotvorm door de snoeiwijze die wordt toegepast. De knotvorm ontstaat door op een hoogte van ongeveer 2 tot 4 meter de stam af te zagen.
Wilgenkatjes verschijnen al vroeg in het voorjaar aan de wilg (Salix). Er zijn veel soorten wilgen, zoals knotwilgen, treurwilgen en wilgen op stam.
Het vaasleven van wilgenkatjes is ongeveer 3 weken tot een maand.
Wilgen zijn tweehuizig, dat wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke katjes zitten aan verschillende bomen. Wilgen vinden we zowel als boom, maar ook als struik.
Habitat: Zwarte els is een kleine tot middelgrote boom die kenmerkend is voor bossen op moerasgronden. Of die nu zandig, lemig of kleiig zijn, maakt weinig verschil. Op voedselrijke en mineraalrijke bodems groeit deze lichtminnende boomsoort het best.
Eén van de meest typische wilgen is ongetwijfeld de Schietwilg - Salix alba – in de volksmond ook wel knotwilg genoemd, één van de boomvormende wilgensoorten.
De katwilg (Salix viminalis) of teenwilg is een plant uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Het is een tweehuizige boom die van nature voorkomt in Europa en Azië. De katwilg vormt meestal een struik, maar kan ook een boom vormen, die tot 6 (10) m hoog kan worden.
Deze loofboom is herkenbaar aan de zwarte 'elzenproppen' aan de takken. Dit zijn de vrouwelijke katjes van het jaar ervoor. De els bloeit voordat de bladeren verschijnen. De mannelijke bloemen zijn gerangschikt in geel-bruine hangende katjes en de vrouwelijke bloemen in purperen kegeltjes, die later dus zwart worden.
Wij krijgen regelmatig de vraag of wilgenkatjes in water of droog in de vaas moeten. Het antwoord op de vraag is eigenlijk heel logisch. Omdat wij de gedroogde variant van de wilgentakjes verkopen, hebben deze helemaal geen water nodig. Dat is ook heel fijn voor de mensen die de planten vaak vergeten water te geven!
Katjeswilg stekken
Behalve de in bloei staande takken die ik meenam voor in de vaas, heb ik ook wat dikkere takken in de grond gezet (een tak van ca. 50 cm 2/3 onder de grond, 1/3 erboven) om te stekken. Wilgen groeien makkelijk en inderdaad ook de katjeswilg.
De wilg is een bekende boom. Het hout kan gebruikt worden als bouwhout en brandhout. Het hout is geschikt voor het maken van stelen voor gereedschap, voor het vlechten van manden en fuiken, maar ook voor het vlechtwerk in de wanden van huizen zijn de takken zeer geschikt.
Al eeuwenlang wordt wilgenhout in ons land gebruikt voor het vlechten van hutten, manden, stoelen en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast is het een belangrijk onderdeel voor de waterbeheersing in Nederland. Er worden beschoeiingen van gemaakt maar ook zinkstukken.
Na verloop van tijd wordt het meer en meer een knotwilg. De boom kan voor de eerste keer geknot worden als hij 2 à 3 jaar oud is, daarna meestal om de 4 jaar. Vuistregel hierbij is: De dikte van de tak is de afstand tot de knot.
De termen worden door elkaar gebruikt terwijl hetzelfde bedoeld wordt; Het fors inkorten of innemen van een te groot geworden boom. De boom verandert daardoor zodanig van beeld dat hij in kale vorm tijdelijk lijkt op een kandelaar of luchter met meerdere armen.
Knotten is een krachtige manier van snoeien. Hoe vaak een Els geknot moet worden hangt van jezelf af. Sommigen knotten éénmaal per 5 tot 10 jaar, anderen om het jaar. Als je de bomen kort en compact wilt houden knot ze dan om het jaar.
Als knotbomen niet op tijd geknot worden, worden de takken van de boom te zwaar en zal de boom uiteindelijk uit elkaar scheuren. Knotbomen kunnen elk jaar geknot worden, maar het is ook mogelijk om ze eens in de 2 a 3 jaar te knotten.