Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
Bij woorden die aan een andere taal zijn ontleend, mogen de accenttekens accent aigu (´), accent grave (`), accent circonflexe (^), en andere diakritische tekens zoals het trema (¨), de umlaut (¨) en de cedille (ç) ook bij hoofdletters worden gebruikt. De tekens geven aan hoe het woord uitgesproken moet worden.
Een diakritisch teken is een hulpteken boven of onder een letterteken dat aangeeft hoe de letter uitgesproken moet worden.
Oorspronkelijk stond de letter Ñ voor twee N's, geschreven door monniken in de middeleeuwen als een N met een kleinere N erboven. Die bovenste N veranderde met de komst van de drukpers in een slangetje, de tilde.
Die bovenste N veranderde in een slangetje, de tilde. Zo is bijvoorbeeld het Spaanse woord año (jaar) afgeleid van het Latijnse annus.
"Æ", of "æ", is een klinker en een grafeem gebruikt in het Deens, Faeröers, Fries, IJslands, Noors, Ossetisch en Schots. Het teken werd ook gebruikt in het Oudengels, in middeleeuws en vroegmodern Latijn en in het Frans.
Het accent circonflexe, of kortweg de of het circonflexe of circumflex (Latijn: circumflexus, rond, gebogen), is een dakvormig diakritisch teken op een klinker of een medeklinker.
Met je toetsenbord: Qwerty-toetsenbord: typ de tilde met [Shift] plus de toets links van de [1] of de [Z]; Azerty-toetsenbord: typ de tilde met [Alt gr] (rechts van spatiebalk) plus de [=~+]-toets (schuin rechts boven [Alt gr]).
De tilde is het diakritisch teken ~. Meestal wordt het boven een letter aangebracht, maar onder andere in de natuurwetenschappen wordt het ook als zelfstandig symbool gebruikt.
Ł (onderkast ł) is een letter die wordt gebruikt in Poolse, Kasjoebische, Sorbische, Wymysöryśe, Navajo, Dene Suline Dogrib alfabetten alsook in het Łacinka (Latijns Wit-Russisch) en in een aantal van de voorgestelde Venetiaanse alfabetten. De Ł bestaat uit de L met een schuine streep.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Dé is de gangbare manier om het woord de in schrijftaal een klemtoon te geven. Dè is een alternatieve spelling van “dé” die je soms tegenkomt, maar beter kunt vermijden.
Welk teken gebruik je voor nadruk: is het bijvoorbeeld wèl of wél? Juist is wél. Bijvoorbeeld: 'Het beleid is wél zinvol. ' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven.
Het &-teken is een ampersand. Dit woord spreek je uit als 'ampursant', met de klemtoon op de eerste óf laatste lettergreep. Ook de termen et-teken en en-teken komen voor. Het teken & is een gestileerde weergave van het Latijnse woord voor 'en': et.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Het trema of deelteken is een diakritisch teken in de vorm van twee punten die, naast elkaar, boven een klinker geplaatst worden. Als het trema op de letter i geplaatst wordt, vervalt de gewone punt en wordt deze vervangen door het trema.
De Unicode-codes voor Ș en ș zijn respectievelijk U+0218 en U+0219.
WINDOWS: INTERNATIONAAL TOETSENBORD
Cédille (ç), typ ' en dan c. Circonflexe (ê), typ ^ (verschuiving + 6) dan e. Tréma (ö), typ ” (verschuiving + ') dan o. Om Franse aanhalingstekens « » te typen, gebruik ctrl + alt + [ en ], respectievelijk.
Selecteer de ğ uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
Tegenwoordig markeert het een voetnoot, als de welbekende asterisk al gebruikt is voor een andere voetnoot.
De haakjes worden ook wel parenthesen genoemd, een term waarmee in de taalkunde een ingevoegde gedachte of aanvulling bedoeld wordt. Zo delen deze haakjes hun naam met een type tekst waarvoor ze bedoeld zijn.