Soms wordt dubbele punt gebruikt als aanduiding voor de twee puntjes op klinkerletters, zoals in ideeën, coördinator en naïef. De correcte benaming daarvan is trema of deelteken. In het Duits geven die twee puntjes een verandering van klank aan – zoals in überhaupt – en heten ze umlaut.
Een puntkomma of een kommapunt is een leesteken dat bestaat uit een punt en een komma onder elkaar. Omdat de puntkomma midden in een zin wordt geschreven, komt er nooit een hoofdletter achter, tenzij er een eigennaam op het leesteken volgt.
De officiële benaming van het teken is 'ampersand'. Dat is waarschijnlijk een samentrekking van het Latijn/Engels 'et, per se and', hetgeen staat voor 'et betekent and' ('et betekent en'). Het teken (een 'e' en een 't' door elkaar) is al behoorlijk oud.
De tilde is het diakritisch teken ~. Meestal wordt het boven een letter aangebracht, maar onder andere in de natuurwetenschappen wordt het ook als zelfstandig symbool gebruikt.
Andere namen zijn: divisie, afbreekteken, koppelteken, weglatingsstreepje, gedachtestreepje, minteken en opsommingsteken.
De dubbele punt gebruik je direct voor een opsomming, citaat of uitleg. De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”.
Na een dubbele punt volgt doorgaans een citaat, een opsomming of een verklaring. Een citaat na een dubbele punt begint altijd met een hoofdletter.
Interpunctie is de term voor het gebruik van leestekens. Denk aan punten, komma's en uitroeptekens.
Het trema of deelteken is een diakritisch teken in de vorm van twee punten die, naast elkaar, boven een klinker geplaatst worden. Als het trema op de letter i geplaatst wordt, vervalt de gewone punt en wordt deze vervangen door het trema.
SMS – Wim daniëls - Hoe schrijf je sms-berichten? Als je deze leestekencombinatie van opzij bekijkt zodanig dat het sluitingshaakje het onderste teken is, zie je een gezichtje: met de dubbele punt worden ogen verbeeld, het streepje is de neus, en het haakje stelt de mond voor, in dit geval een lachende mond.
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte. Er komt geen spatie vóór een dubbele punt, wel erna. Deze combinatie werd hem fataal: seks, drugs, rock-'n-roll en vet eten.
De haakjes worden ook wel parenthesen genoemd, een term waarmee in de taalkunde een ingevoegde gedachte of aanvulling bedoeld wordt.
Namelijk wordt gebruikt om een opsomming in te leiden waarbij alle leden bij de naam worden genoemd. De betekenis van namelijk is bij een opsomming te omschrijven als 'te weten'.
Met een puntkomma combineren we twee zinnen tot één langere zin. De puntkomma houdt het midden tussen de komma en de punt. Net als de punt sluit de puntkomma een zin af, maar tegelijkertijd maakt ze duidelijk dat er een nauwe band is met de volgende zin.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
Elk onderdeel begint met een kleine letter. Na de leden van de opsomming staan doorgaans puntkomma's en na het laatste lid een punt. Als de opsomming bestaat uit erg korte delen, kunnen in plaats van puntkomma's ook komma's gebruikt worden, of kunnen alle leestekens achterwege blijven.
Opsomming die uit woordgroepen of delen van zinnen bestaat
De zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt. Elk onderdeel van de opsomming begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma; alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt.
Aanhalingstekens geven aan dat woorden letterlijk geciteerd worden. Ze worden ook gebruikt om de betekenis van een woord of uitdrukking te omschrijven.
Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen of samenkoppelingen met elkaar verbindt. Het heeft de vorm van het kortste liggende streepje en komt daarmee uiterlijk overeen met het afbreekstreepje en het weglatingsstreepje: in de typografie wordt voor alle drie de tekens een divisie gebruikt (-).
Tussen gelijkwaardige elementen die naast elkaar worden geplaatst in een samenstelling, gebruiken we een koppelteken. Het gaat om combinaties van twee of meer elementen die in de samenstelling in principe met elkaar verwisseld kunnen worden. Zo zouden we een dichter-botanicus ook een botanicus-dichter kunnen noemen.
Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen. Kijk bijvoorbeeld naar het volgende woord: stage-uren. Zonder een koppelteken moet je drie keer kijken wat er nou eigenlijk staat: stageuren.