De meeste vissen paren door “kuit te schieten”. Een vrouwtjesvis laat op een gegeven moment haar eicellen in het water. De eitjes dwarrelen nu door het water en hechten zich uiteindelijk aan waterplanten. De mannetjesvis laat nu zijn zaadjes achter op de eicellen van de vrouwtjesvis.
Zelfbevruchting komt bij een enkele vissoort voor, maar het meest gebruikelijk is dat een mannetje de eitjes bevrucht. De bevruchting van de eitjes kan zowel inwendig als uitwendig gebeuren. Veel vissen paaien: het vrouwtje zet dan eieren af waarna het mannetje er overheen zwemt en de eieren bevrucht.
Eigenlijk wordt een vis niet geslacht; hij wordt levend verwerkt en overlijdt, soms pas na uren, door zuurstoftekort. Een populaire verwerkingsmethode is 'strippen' of 'kaken', waarbij de organen uit levende vissen worden getrokken of gezogen.
Het zijn bijna alle labyrint vissen. Het mannetje bouwt het schuimnest (allemaal kleine belletjes) en lokt vervolgens het vrouwtje om haar eieren in het nest te leggen. Nadat de eieren zijn gelegd en bevrucht, blijft het mannetje vaak het nest bewaken en zorgt ervoor dat de eitjes veilig blijven tot ze uitkomen.
Vissen planten zich voort door levende jongen te dragen of door eieren te leggen . Levendbarenden baren volledig gevormde en functionele jongen, genaamd fry. De eieren worden bevrucht en komen uit in het vrouwtje.
Bij de meeste vissen gebeurt de bevruchting extern: het vrouwtje legt haar eieren en het mannetje bevrucht de eieren door zijn sperma af te geven in hetzelfde water. Sommige zorgzame ouders blijven bij hun bevruchte eieren, en later bij de jongeren, om ze te beschermen.
De kleine baby's en eitjes moet je beschermen tegen andere grotere vissen, ze hebben vaak de neiging deze op te eten. De eitjes van een eierleggende vis kun je apart leggen in een afzetbakje.
Bij sommige beenvissen ontwikkelen de eieren zich gewoon in het vrouwtje, de jongen komen tevoorschijn wanneer de eieren uitkomen (ovovivipaar) . Anderen ontwikkelen zich in de eierstok en worden na het uitkomen gevoed door eierstokweefsel (vivipaar). Er zijn ook andere methoden die door vissen worden gebruikt om jongen in het vrouwtje te voeden.
Hoewel er verschillende vissoorten zijn die levende vissen baren, leggen vrouwelijke goudvissen eieren (kuit) waar de guppen uit komen. Het leggen van de eitjes heet “kuit schieten”. Nadat de eitjes gelegd zijn bevrucht een mannetjes goudvis de eitjes. De bevruchting vindt dus niet in de vis plaats, maar daarbuiten.
Anemoonvissen veranderen dus van een mannetje in een vrouwtje. Bij andere vissoorten gebeurt juist het tegenovergestelde: de vissen zijn eerst een vrouwtje en later een mannetje. Dat geldt voor lipvissen van de soort Thalassoma bifasciatum, die in tropische koraalriffen leven.
In de commerciële visserij: Handgereedschap. De methode die verdoven wordt genoemd, kan vergiftiging met giftige planten en speciale chemicaliën of mechanische verdoving door explosies onder water inhouden. De meest moderne praktijk op dit gebied is om de vis te verdoven door middel van een elektrische schok.
De meest gekende verschillen zijn de borstvinnen en de breedte van de vissen bekijken. Dit geeft al een indruk, maar het is beter om nog naar andere factoren te kijken: Borstvinnen: spitsere borstvinnen wijzen op mannetjes, de vrouwelijke vissen hebben wat rondere vinnen.
De guppy is eilevendbarend. Bij de copulatie probeert het mannetje zijn gonopodium bij het vrouwtje in te brengen en haar zo te bevruchten. Het mannetje nadert het geslachtsorgaan van het vrouwtje met zijdelings naar voren gericht gonopodium.
Guppy's behoren tot de levendbarende tandkarpers. Dit betekent dat de vrouwtjes geen eieren leggen maar deze inwendig uitbroeden. Guppy's worden niet zo oud, ze leven ongeveer een half tot twee jaar.
Eerst de mannetjes, later volgen de vrouwtjes. Ze verzamelen zich in ondiep water met waterplanten waar de eitjes op kunnen worden afgezet. De paai vindt plaats van februari tot en met april bij watertemperaturen van 6 tot 14°C, waarbij de eieren in verschillende perioden worden afgezet.
Als het nest klaar is, laat het mannetje het vrouwtje toe en vindt de paring plaats. Als het vrouwtje verticale strepen op haar lichaam heeft, is ze klaar om te paren. De paring is vaak ruw en het vrouwtje wordt op haar rug gegooid. Het mannetje draait daarbij zijn lichaam om dat van het vrouwtje heen.
Levendbarende vissen brengen hun baby visjes op de volgende manier ter wereld: De bevruchting gebeurt inwendig. Met zijn anaalvin – die transport van zaadcellen mogelijk maakt – bevrucht het mannetje de eitjes in het lichaam van het vrouwtje. De eitjes blijven na bevruchting in het lichaam van de moeder.
Probeer je een bepaalde variëteit goudvis? Met alle luxe variëteiten goudvis die er zijn, zal een beetje kruising resulteren in een grote variatie in nakomelingen .
Het vrouwtje zet de eieren af tussen planten, geholpen door tenminste twee mannetjes die tegen haar zijkant duwen met hun kop. Dit kan een dag duren en er worden duizenden eitjes afgezet. Deze worden door de mannetjes bevrucht.
Vissen kunnen gezichten herkennen, aldus onderzoek. Voor het eerst is aangetoond dat vissen menselijke gezichten kunnen herkennen. Met verbazende precisie konden schuttersvissen een vertrouwd gezicht uit tientallen andere gezichten halen.
Nadat de eieren zijn uitgekomen, zijn de babyvissen nog niet uit de gevarenzone. Door de jongen van de volwassenen te scheiden, wordt niet alleen voorkomen dat ze worden opgegeten , maar kunnen ze ook groter en sneller groeien omdat er minder concurrentie is om voedsel.
Vissen zijn gemakkelijk vergevingsgezind en oprecht liefdevol. Je krijgt niet zomaar ruzie met Vissen, dus als het gebeurd dan zit het ook echt niet goed. En als de emoties hoog oplopen, kan Vissen het moeilijk hebben om te begrijpen waar een ander vandaan komt.
Filiaal kannibalisme (het eten van je eigen nakomelingen) komt voor bij verschillende taxa, maar is vooral wijdverspreid bij vissen met ouderlijke zorg. Recent onderzoek ondersteunt een centraal principe van de ouderlijke investeringstheorie; dat wil zeggen dat ouders hun nakomelingen consumeren wanneer dit hun reproductieve succes in hun leven maximaliseert .
Goudvissen kunnen jongen krijgen als ze ongeveer twee jaar oud zijn. Het vrouwtje heeft in het paarseizoen een dikkere buik, de mannetjes vertonen 'paaiuitslag', witte stipjes op hun kieuwen en de borstvinnen. Het vrouwtje legt duizenden eitjes, geholpen door mannetjes die met hun kop tegen haar zijkant duwen.
Het vrouwtje bevalt van volledig gevormde, vrij zwemmende jongen. De vrouw wordt inwendig bevrucht door het mannetje en draagt de jongen ongeveer een maand voor ze worden geboren. Na geboorte zwemmen de jongen weg, verstoppen zich en beginnen met het zoeken naar voedsel.