De gemiddelde snelheid op een racefiets is 24 kilometer per uur. Met wind tegen ligt de gemiddelde snelheid rond de 21 kilometer per uur, en met wind tegen rond de 26 kilometer per uur. Op een racefiets ga je dus een stuk sneller dan op een stadsfiets.
De gemiddelde fietser: 28 km/u gemiddeld
Laten we onze 'ervaringsformule' los op de gemiddelde fietser. Dan komen we uit op een kruissnelheid van ongeveer 32 km/u. We gaan er voor de berekening wel vanuit dat het gaat om een solorit. In een groep zal het veel eenvoudiger zijn om een hogere gemiddelde snelheid te halen.
Door zo licht mogelijk van gewicht en zo gestroomlijnd mogelijk te zijn kunnen wielrenners gemiddeld zo'n 25-30 kilometer per uur fietsen. Je snelheid tijdens het fietsen op een stadsfiets is gemiddeld 17 kilometer per uur.
Vorig jaar reden de renners 3400 kilometer met een gemiddelde snelheid van ruim 41 kilometer per uur. Een amateurrenner is al blij als hij een rondje met dertig kilometer per uur gemiddeld thuiskomt.
Niveau 7: Voor de beginnende en recreatieve fietser.
De gemiddelde snelheid gemeten over de gehele rit zal ongeveer 27 a 28 km/u zijn en zeker niet hoger liggen dan de groep aankan.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
Als u nieuw bent met wegfietsen, vraagt u zich af hoeveel kilometer u moet fietsen op een uitstapje. In theorie zou deze afstand tussen de 15 en 30 kilometer moeten zijn.
In principe krijg je geen boete als je als fietser harder gaat dan toegestaan. De maximumsnelheden uit het 'Reglement verkeersregels en verkeerstekens' gelden niet voor fietsers.
Veel wielrenners fietsen naast hun 40-urige baan en hebben geen tijd voor meerdere lange duurtrainingen in een week van 5-6 uur. Als je niet veel tijd hebt om te trainen moet je je tijd efficiënt benutten. Als je dan op kwaliteit gaat trainen kun je ook met weinig trainingsuren veel progressie maken.
Frequentie en herstel
Meer dan drie keer per week trainen heeft niet zoveel zin, omdat je lichaam ook herstel nodig heeft tussen de fietsritten door. Plan dus maximaal twee of drie keer per week een zware training in. Wel kun je tussendoor herstelritjes doen om je afvalstoffen af te voeren.
Denk aan volkorenpasta, quinoa, volkorenrijst, bananen, sinaasappels, ontbijtkoek, zoet beleg en volkorenbrood. Zorg ook voor voldoende eiwitten na het wielrennen. Deze spelen een rol bij opbouw en herstel van je spieren.
Racefiets en mountainbike: twee erg verschillende fietsen
Het frame van een mountainbike is meestal ook dikker. Stevigheid is namelijk erg belangrijk. Een racefiets is daarentegen ontworpen om hoge snelheden te kunnen halen. Daarom zijn er geen veringen, want die verlagen de snelheid, en het frame is ook opvallend dun.
Om 20 km af te leggen op je fiets heb je onder normale omstandigheden 1 uur en 11 minuten nodig. Met wind tegen doe je over 20 km ongeveer 1 uur en 20 minuten, en met wind mee ongeveer 1 uur en 4 minuten. Op een elektrische fiets doe je 48 minuten over 20 km.
De meeste mensen fietsen tussen de 10 en 20 kilometer per uur. Het landschap, je conditie en de kwaliteit van het wegdek hebben hier invloed op. Fiets je de hele dag met de wind in de rug dan zal je gemiddelde een stuk hoger liggen. De afstand die je per uur aflegt zal lager liggen dan je gemiddelde snelheid.
Een gemiddelde hardloper loopt 11 kilometer per uur. Maar als je begint met hardlopen dan is het normaal dat jouw tempo rond de 10 kilometer per uur ligt. Als doorgewinterde hardloper zal je al snel de 14 a 15 km per uur aantikken.
Om 30 km/uur te fietsen (uitgaande van geen tegenwind) moet een renner van 70 kg met een fiets van 9 kg ongeveer 172 watt fietsen. Weegt deze renner 80 kg dan komt dit neer op 176 watt en voor iemand van 95 kg 183 watt.
Elke dag urenlange fietsritten maken is voor velen een onhaalbare droom. Het dagelijks neerzetten van serieuze afstanden vergt meer tijd dan een gemiddelde fietser heeft. Maar dagelijks fietsen is niet alleen erg haalbaar, het is bovendien erg goed voor je.
Wielrennen tips om beter te worden. 1) Train (Hoe simpel kan het zijn). 2) Train op hartslag – Door je hartslag te kunnen meten kun je echt efficiënter trainen. 3) Train in het juiste hartslaggebied – Door trainingen in het juiste hartslaggebied te rijden train je je uithoudingsvermogen/ lichaam beter.
Andere fietsdisciplines. De winter leent zich bij uitstek voor andere fietsdisciplines, zoals veldrijden, baanwielrennen of strandracen. Deze wedstrijden zijn vaak kort en intensief. Ideaal als je fit wilt blijven maar niet uren op de fiets door de kou wil rijden.
Een fiets kan wel worden geflitst. Maar de fietser kan alleen worden geïdentificeerd als hij een nummerplaat heeft. Fietsen die sneller dan 25 kilometer per uur rijden, zoals sommige elektrische fietsen en pedelecs, moeten wel verplicht een nummerplaat hebben.
Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd. Elektrische fietsen moeten waar mogelijk gebruikmaken van het fietspad.
Door alleen je hand al niet uit te steken op de fiets kunt u al een boete van € 20,- verwachten.
Dit schema 100 kilometer voor beginners gaat er vanuit dat je twee uur kunt fietsen in een redelijk tempo. Volg eventueel eerst: Fietsschema beginners 2 uur fietsen. Kwantiteit is belangrijker dan kwaliteit. Met andere woorden het aantal kilometers gaat omhoog, de intensiteit gaat naar beneden.
De extra lange rustige duurtraining bouw je geleidelijk op: elke derde week fiets je ongeveer tweederde van de afstand van de week daarvoor. Duurtraining tempo 3 (93%) is gelijk aan het tempo wat je tijdens de 100 km wilt gaan fietsen.