Wat is het? Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. Poliepen kunnen variëren in grootte en in vorm: van een speldenknop tot een poliep van enkele centimeters groot. Sommige mensen hebben slechts één poliep in de dikke darm maar het kunnen er ook meerdere zijn.
Meer over darmpoliepen
De grootte varieert van een speldenknop tot enkele centimeters doorsnee. De meeste poliepen zijn goedaardig, maar sommige poliepen kunnen uitgroeien tot darmkanker.
De slang is ongeveer zo dik als een vinger. De slang met de camera heet een coloscoop. Tijdens het onderzoek lig je op je linkerzij op een soort tafel. De arts schuift de slang via de anus (poepgat) in je darm.
Endoscopische Submucosale Dissectie (ESD)
Bij ESD spuit de arts vloeistof onder de poliep. Daarna snijdt de arts de poliep met een klein mes los van het slijmvlies er omheen en daarna van de bodem. Hierdoor lukt het meestal om de poliep helemaal te verwijderen.
De meeste poliepen in de darm zijn goedaardig. Soms groeit een poliep in 10 tot 15 jaar tijd uit tot een kwaadaardig gezwel (een darmtumor). Dit gebeurt bij 1 op de 20 darmpoliepen. Waarom de ene poliep wel uitgroeit tot een darmtumor en de andere niet, is niet bekend.
Desondanks delen we de poliepen in op basis van grootte, in minuscule poliepen (< 5 mm), kleine poliepen (5 tot 9 mm), middelgrote poliepen (10 tot 20 mm).
Uit onderzoek zijn deze cijfers bekend: 48 van de 100 mensen met uitgezaaide darmkanker leven na 1 jaar nog.19 van de 100 mensen met uitgezaaide darmkanker leven na 3 jaar nog. Mensen die chemotherapie of doelgerichte therapie (of allebei) krijgen bij uitgezaaide darmkanker leven gemiddeld 2 jaar langer.
Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. Poliepen kunnen variëren in grootte en in vorm: van een speldenknop tot een poliep van enkele centimeters groot. Sommige mensen hebben slechts één poliep in de dikke darm maar het kunnen er ook meerdere zijn.
Mensen kunnen ook meerdere poliepen in hun darm hebben. Veel mensen hebben deze zonder het te weten; poliepen geven vaak geen klachten. Sommige poliepen kunnen uitgroeien tot darmkanker. Dit duurt ongeveer 15 jaar.
Dat is meestal ongeveer één tot twee uur na de coloscopie. Maar ook daarna kun je je nog lamlendig en versuft voelen. Je mag daarom 24 uur niet deelnemen aan het verkeer. Ook kun je de rest van de dag het beste vrij nemen.
Binnen 1 tot 2 uur moet u naar het toilet. U krijgt uitleg van uw arts of apotheker hoeveel uur u voor het onderzoek alles moet hebben opgedronken. U kunt last krijgen van een opgeblazen gevoel, misselijkheid of diarree. Dit gaat vanzelf over.
Het inbrengen van de endoscoop ervaren veel mensen als vervelend. Als u last hebt van aambeien of kloofjes rond de anus, kan dit extra pijnlijk zijn. Het opschuiven van de endoscoop door de dikke darm kan vooral bij de bochten pijnlijk zijn. Door het onderzoek kunnen ook buikkrampen ontstaan.
Hoe snel groeit een tumor in de darmen? Hoe snel een tumor groeit hangt af van de situatie. Over het algemeen kan het wel tot wel 5 jaar duren voordat darmkanker voor klachten zorgt en/of gaat ontwikkelen. Uit onderzoek wordt geadviseerd om elke 2 jaar een ontlastingstest te doen.
Als na onderzoek blijkt dat er in de weggehaalde poliep kwaadaardige tumorcellen zitten, heb je darmkanker. Vaak volgen er dan aanvullende onderzoeken in het ziekenhuis. Je arts bespreekt na die onderzoeken met je hoe de behandeling van de darmkanker eruit zal zien.
Darmkanker is kanker die in de darmen is ontstaan. Meestal zit darmkanker in de dikke darm. Het heet dan dikkedarmkanker of coloncarcinoom, maar mensen noemen het vaak darmkanker. Bij darmkanker zit er een kwaadaardige tumor in de darmen.
Een poliep in de dikke darm is in principe onschuldig maar vormt wel een risico voor het krijgen van darmkanker. Soms groeit de goedaardige poliep uit tot een kwaadaardige tumor. Dan ontstaat dikkedarmkanker. Hoe groter de poliep is, hoe groter de kans dat deze kwaadaardig kan worden.
Poliepen verschillen in vorm en grootte. Vormen zijn bijvoorbeeld een bolletje, een knop, een paddestoel of plat als een schotel. De grootte varieert van zo klein als een speldenknop, tot enkele centimeters groot.
Verricht coloscopie surveillance bij personen met één of meer hoog-risico adenomen. Er is indicatie voor een surveillance coloscopie na 3 jaar. Verricht coloscopie surveillance bij personen met één of meer hoog-risico serrated poliepen. Er is indicatie voor een surveillance coloscopie na 3 jaar.
Poliepen in de dikke darm geven vaak geen klachten, maar hoe groter ze zijn, hoe groter de kans is dat ze klachten geven of uitgroeien naar darmkanker. Klachten die voorkomen bij grotere poliepen zijn: Buikpijn.
Bij endeldarmkanker is dit 18%. De overleving is sterk afhankelijk van het stadium bij diagnose. Bij patiënten met dikkedarmkanker varieert de 5-jaarsoverleving van 96% bij stadium I tot 12% bij stadium IV, bij patiënten met endeldarmkanker loopt deze van 94% bij stadium I tot 14% bij stadium IV.
Vijf procent van de poliepen bevat al kwaadaardige cellen op het moment van ontdekking. Een poliep kan zich zowel in de dikke darm als in de dunne darm bevinden. Het ontstaan van darmpoliepen kan verschillende oorzaken hebben. Een verstoorde celdeling kan leiden tot kwaadaardige darmpoliepen.
Meestal geven poliepen geen symptomen. Indien ze wel klachten geven kan het gaan om constipatie en/of diarree, bloedverlies langs de anus en bloed in de stoelgang.
Darmkanker-cellen kunnen via de bloedvaten of lymfevaten naar andere delen van het lichaam gaan. Dit zijn uitzaaiingen. Uitzaaiingen zitten het vaakst in de lever, longen en het buikvlies. Soms zijn er uitzaaiingen naar bijvoorbeeld de nieren, bijnieren, eierstokken, botten of hersenen.
Zijn er geen uitzaaiingen, dan kun je meestal helemaal genezen door de behandeling. Ook als er uitzaaiingen zijn kan je genezen, of dat voor jou geldt hangt af van de plek en van het aantal uitzaaiingen. Als er een kans is dat je geneest door de behandeling, heet het een curatieve behandeling.
Bij stadium 4 darmkanker zijn er uitzaaiingen elders in het lichaam. Bijvoorbeeld in de lever of op het buikvlies. Welke behandeling mogelijk is, ligt aan hoeveel uitzaaiingen er zijn en waar ze in het lichaam zitten. Je arts bespreekt dit met je.