Is MS erfelijk? In Nederland krijgt ongeveer 1,5 op de 1.000 mensen MS. Dit betekent dat het gemiddelde risico om MS te krijgen 0,1 procent is. Een kind van wie een van de ouders MS heeft, loopt meer risico op het krijgen van de ziekte: ongeveer twee tot vier procent.
De ziekte treft vooral jong volwassenen tussen de 20 en 40 jaar. Maar MS kan ook al op kinderleeftijd ontstaan, of na het 50ste levensjaar. MS komt vaker bij vrouwen voor dan bij mannen (verhouding 3:1). In Nederland komt MS bij ongeveer 1 op de 1000 mensen voor.
MS en stress gaan niet goed samen. Stress kan namelijk een slechte invloed op MS hebben. Als je een langere periode stress hebt, maakt je lichaam te veel hormonen aan en raakt het uitgeput. Doordat lichaam en geest oververmoeid zijn, heb je een lagere weerstand en ben je vatbaarder voor ziektes.
In Nederland heeft 1 op de 700 mensen MS. De ziekte komt vaker voor in landen die verder van de evenaar liggen. Factoren uit de omgeving spelen hierbij waarschijnlijk een rol, maar ook erfelijke aanleg en levensstijl kunnen bijdragen.
Hoewel er nog geen genezing mogelijk is, is MS geen dodelijke ziekte. Ook met MS kun je oud worden. Gelukkig is er dankzij onderzoek al veel mogelijk: van behandelingen met en zonder medicatie tot revalidatie, therapieën en de juiste antwoorden op persoonlijke vragen.
Soms vragen mensen zich af of je MS in het bloed kunt zien. Het is (nog) niet mogelijk om de diagnose MS te stellen door alleen een bloedtest. Wel zijn er cellen en stoffen in het bloed aanwezig die een afspiegeling vormen van de ziekteactiviteit. Deze worden ook wel biomarkers genoemd.
Veel mensen met MS (90 %) krijgen gedurende hun ziekte blaas- en plasproblemen. Bij een klein deel van de mensen met MS begint de ziekte met deze klachten (2%). Bespreek blaas- en plasproblemen met uw verpleegkundige of neuroloog, want ze kunnen leiden tot een afname in de kwaliteit van leven.
Eet niet te veel en beweeg veel. Eet niet te veel verzadigd vet. Verzadigd vet zit onder andere in kaas, rood vlees en zoetigheden, zoals gebak. Verzadigd vet is slecht voor je hart en bloedvaten.
Bij zo'n twintig procent van mensen met MS begint MS direct in de tweede fase. Langzaamaan verergeren je klachten, afgewisseld met stabielere perioden. Meteen vanaf het begin. Je gezondheid gaat steeds achteruit en je hebt duidelijke terugvallen.
Een MRI is in principe altijd nodig om MS te kunnen vaststellen.
Veel voorkomende klachten zijn: verminderd gezichtsvermogen, vermoeidheid, stoornissen in het gevoel, minder kracht in armen of benen, stuurloosheid, moeite met toiletgang of moeite met praten. De klachten van een schub herstellen meestal vanzelf, maar dat heeft tijd nodig, variërend van dagen tot weken.
Wel bekend is wat de ziekte precies doet: bij MS gaat het isolerende laagje rondom de zenuwbanen (de myelineschede) langzaam stuk. Daardoor kunnen de zenuwprikkels niet meer goed geleid worden door de zenuwbanen. De gevolgen van de ziekte zijn zeer ernstig. Zo resulteert het in uitvals- en verlammingsverschijnselen.
Primair Progressieve MS (PPMS)
Deze vorm komt voor bij maar vijf procent van de mensen met MS. Bij PPMS is je ruggenmerg aangetast en merk je direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merk je dat de kracht in je benen steeds minder wordt.
MS is niet erfelijk, je krijgt de ziekte dus niet van je vader of moeder. Maar MS komt in sommige families wel vaker voor dan in andere. De aanleg voor MS kun je dus wel erven. Dat heeft te maken met je genen.
Er zijn geen voedingsmiddelen waarvan aangetoond is dat ze slecht zijn voor mensen met MS. Er zijn dus geen 'verboden' voedingsmiddelen. Het gaat uiteindelijk om het gehele voedingspatroon waarin ook wel eens ruimte kan zijn voor iets minder gezonds.
Er is vooralsnog geen duidelijke relatie aangetoond tussen alcohol en het beloop van MS. Wel is bekend dat alcohol in het algemeen effect heeft op de werking van de kleine hersenen (onderdeel van het centrale zenuwstelsel) die met name zorgen voor de coördinatie van bewegingen en daarmee ook de spraak.
'Een groot aantal mensen met MS stopt vroegtijdig met werken. Met de juiste begeleiding en goede samenwerking tussen zorgverleners, werknemer en werkgever is het echter mogelijk om langdurig aan het werk te blijven met MS.
Om meer te weten, moet een arts je hersenen en ruggenmerg bestuderen. Dit kan op twee manieren; via een MRI-scan of een ruggenmergvochtonderzoek. Bij een MRI-scan kan de arts witte plekken zien in de hersenen en ruggenmerg. Ook daardoor kan hij of zij de diagnose MS stellen.
Het ziekteverloop bij MS is erg onzeker. De chronische ziekte verloopt bij iedereen anders. Zo kan het zijn dat sommige mensen jaren na de diagnose nog steeds weinig klachten ervaren, terwijl anderen al vrij snel achteruitgang merken.
Een vitamine B12-tekort heeft vergelijkbare symptomen als MS, en het is essentieel om te onderzoeken of er bij MS sprake is van een vitamine B12-tekort. De symptomen die overeenkomen zijn onder andere: krachtsverlies, gevoelsstoornissen, duizeligheid, vermoeidheid, coördinatiestoornissen en moeilijkheden bij het zien.
De oorzaak van pijn bij MS zit vooral in de beschadigingen van het zenuwweefsel. Ook deze geven signalen af naar de gebieden in het brein die betrokken zijn bij pijn. Verder is er pijn die ontstaat door langdurige mentale overbelasting. Denk aan hoofdpijn of buikpijn bij langdurige stress.
Er zijn verschillende vormen van MS: relapsing remitting MS, secundair progressieve MS en primair progressieve MS.