Jupiter is vanaf de zon berekend de vijfde en tevens grootste planeet van het zonnestelsel. Net als Saturnus is Jupiter een gasreus, hij beschikt dus niet over een vast oppervlak. Zoals de aardse planeten terrestrische planeten genoemd worden, worden gasreuzen ook wel Joviaanse planeten genoemd.
Jupiter is de grootste planeet in ons zonnestelsel
De planeet heeft een doorsnede van 69.911 kilometer en is daarmee elf keer zo breed als de aarde.
Hij is vanaf de zon gezien de vijfde planeet. Jupiter is zo groot dat onze aarde er wel 1300 keer in past. Omdat Jupiter zo gigantisch groot is, kun je hem soms met het blote oog vanaf de aarde zien.
Hoe lang duurt het om bij Jupiter te komen? Als je er eenvoudig voorbij wilt vliegen duurt het ongeveer 550-650 dagen zoals dit met het ruimteschip Voyager het geval was: Met de Voyager 1 duurde het slechts 546 dagen en met de Voyager 2 was dat 688 dagen.
Maar Jupiter is geen ster, het is een planeet, gemaakt van gas. Je kunt er dus niet op lopen. Jupiter is erg groot, maar dat betekent niet dat hij langzaam beweegt.
Jupiter is de grootste planeet in ons zonnestelsel. Je kunt deze daarom met het blote oog zien als een grote ster.
De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan. Tientallen onbemande ruimtemissies zijn er al naar Venus gegaan.
Jupiter is op dit moment zichtbaar aan de late nachthemel. Bij helder weer kunnen we de planeet waarnemen vanaf ongeveer 22:30 uur, wanneer deze voldoende hoog boven de oostnoordoostelijke horizon komt (de opkomst was al om 21:45 uur). De planeet is zichtbaar met het blote oog, het best rond 5:00 uur.
Jupiter is vanaf de zon berekend de vijfde en tevens grootste planeet van het zonnestelsel. Net als Saturnus is Jupiter een gasreus, hij beschikt dus niet over een vast oppervlak. Zoals de aardse planeten terrestrische planeten genoemd worden, worden gasreuzen ook wel Joviaanse planeten genoemd.
De acht planeten die we in ons zonnestelsel kennen, zijn Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Ze zijn alle acht verschillend en hieronder kun je de bijzonderheden van deze planeten lezen. Mercurius De kleinste planeet uit ons zonnestelsel.
Het zonnestelsel bestaat uit 1 ster: onze zon, en 8 planeten die om de zon heen draaien. Op volgorde zijn dit: Mercurius, Venus, aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. De aarde is de vierde planeet en tot dusver de enige waar leven op voor komt (zo ver wij weten).
Jupiter is niet alleen de grootste, maar nu ook officieel de oudste planeet van ons zonnestelsel.
Jupiter staat vijf keer zo ver van de zon als de aarde. Daarom is het oppervlak heel koud: rond honderdvijfenveertig graden onder nul. Elke dertien maanden ongeveer komt hij dichter bij ons in de buurt.
De RMC 136a1is, voor zover nu bekend, de zwaarste ster. Deze ster is maar 30 keer zo groot als onze zon, maar wel 300 keer zo zwaar. Het zou zomaar kunnen dat een andere ster over een aantal jaar de grootste of de zwaarste is.
Uranus is de koudste planeet in het zonnestelsel, met een minimumtemperatuur van -224°C (-371°F). Uranus is de enige planeet waarvan de evenaar bijna haaks op zijn baan staat, waardoor het lijkt dat hij op zijn zijkant lijkt te draaien op zijn orbitale baan.
Venus is helderder dan Jupiter, dus het zal er oogverblindend helder uitzien als je het ziet.Jupiter zal iets zwakker zijn, ongeveer een zesde van de helderheid van Venus." Er zijn acht planeten in ons zonnestelsel bekend: Mercurius, Venus, de aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Jupiter is het grootste gedeelte van de nacht waarneembaar. Saturnus is tot na middernacht waarneembaar en gaat rond drie uur onder. Uranus is de hele avond en nacht te zien met een telescoop.
De planeten Uranus en Neptunes bestaan uit ijs en worden ook wel 'ijsreuzen' genoemd. Deze vier planeten hebben dus ringen. De ringen om deze planeten bestaan uit meteorietstofdeeltjes en ijs. Deze planeten hebben een sterk magnetisch veld waardoor ze het ijs en meteorietstofdeeltjes aantrekken.
De planeet, Kepler-452b, is ongeveer anderhalf keer zo groot als de aarde en draait in de zogeheten leefbare zone om een ster die sterk op onze zon lijkt. Dat betekent dat er vloeibaar water kan voorkomen op het oppervlak van de planeet.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
De kleuren van de acht planeten in ons zonnestelsel zijn al langer bekend: Mercurius is grijs, Venus is beige, de aarde is blauw, Mars is rood, Jupiter is oranje-wit, Saturnus is geel en Uranus en Neptunus zijn blauw. De kleur wordt bepaald door de samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer.
Venus is vanaf de aarde de dichtstbijzijnde en de helderste planeet met een erg dik wolkendek waar licht makkelijk op kan weerkaatsen waardoor die dus feller te zien is.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond.