Veranderingen in het gedrag zie je bij alle vormen van dementie. Mensen kunnen achterdochtig of angstig worden. Maar ook lusteloosheid, somberheid en dwaalgedrag komen vaak voor. Sommige mensen worden liever, anderen zijn juist vaker boos of kunnen zelfs agressief gedrag laten zien.
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Zo gebruiken ze vaak dezelfde woorden, beginnen ze grammaticale fouten te maken en begrijpen ze lange en complexe zinnen minder goed. Gaandeweg krijgen ze ook moeite met abstract denken. Ze kunnen moeilijk de waarde van geld inschatten en kunnen zich moeilijker oriënteren in tijd en ruimte.
Mensen met dementie kunnen hun ziekte vaak goed verbloemen. Dit heet 'façade gedrag' en dit is één van de kenmerkende symptomen van dementie.
Frontotemporale dementie treft vooral de voorste en zijwaartse delen van de hersenen. Dit leidt vaak tot veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, en problemen met taalvaardigheid.
Afhankelijk van het hersengebied dat is aangedaan, kunnen ook motorische veranderingen optreden zoals slecht lopen, verlamming of gevoelsverlies. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor bij vasculaire dementie, maar in latere stadia ook bij andere hersenaandoeningen met dementie.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
1. De eerste fase van dementie. In de eerste fase van dementie zie je de eerste kleine veranderingen in gedrag en persoonlijkheid. Dat kun je merken aan geheugenproblemen, meerdere kleine beroertes of tia's, problemen met spraak- en taal, of egoïstisch en gevoelloos gedrag.
Uiteindelijk overlijden veel mensen aan een ernstige beroerte of hartinfarct. De gemiddelde levensverwachting bij frontotemporale dementie (FTD) is zes tot acht jaar. Door hersenbeschadiging krijgen mensen last van fysieke aandoeningen zoals slikproblemen.
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Frequent en lang slapen overdag komt veel voor bij de ziekte van Alzheimer. Dat komt doordat stoornissen in de hersenen het slaap-waakritme ontregelen. Amerikaanse onderzoekers gingen na of middagdutjes een aanwijzing kunnen zijn om later de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen (1).
Bij verbale agressie kan het gaan om schreeuwen, vloeken, maar ook om het maken van denigrerende opmerkingen. Dit komt voornamelijk door frustratie die speelt bij dementie. Hier is vooral sprake van wanneer ouderen zich nog in het beginstadium bevinden, en zich bewust zijn van het feit dat de ziekte ze verandert.
Deskundige uitleg: Mensen met dementie kunnen last hebben van verlatingsangst, wat betekent dat ze zich onzeker en angstig voelen als er niemand bekenden om hen heen is . Omdat mensen met dementie vergeetachtig zijn, vergeten ze dat ze eerder hebben gebeld of dezelfde vragen hebben gesteld, zelfs 5 minuten geleden.
GEDRAGINGEN DIE KUNNEN OPTREDEN BIJ VASCULAIRE DEMENTIE
De volgende gedragingen kunnen optreden bij een persoon met vasculaire dementie: Problemen met denken, lopen en het uitvoeren van dagelijkse activiteiten zijn de meest prominente symptomen.
LATE lijkt qua uiterlijke symptomen heel erg op alzheimer, maar in de hersenen zie je een heel ander beeld en het gaat eigenlijk om een andere ziekte. LATE ontwikkelt zich in een ander gebied van de hersenen dan alzheimer en heeft ook een veel trager verloop.
Meer dan vergeten te eten
Dit onderzoek laat zien dat gewichtsverlies een direct verband heeft met het ziekteproces, zoals gemeten met de Alzheimer biomarkers. Dat betekent dat gewichtsverlies bij patiënten met dementie door Alzheimer niet alleen komt doordat zij vergeten te eten.
Als de huisarts het vermoeden heeft dat er sprake is van dementie, kan hij of zij een MMSE test afnemen. Deze dementie test geeft geen diagnose, maar geeft een algemeen beeld van iemands geheugen en zijn of haar vaardigheden. Deze dementie test geeft de huisarts een indicatie of het nodig is om nader onderzoek te doen.
pijn in de rug, nek, of gewrichten. duizeligheid. vermoeidheid.
Iemand in de middenfase van de ziekte van Alzheimer kan: sneller overstuur, boos, agressief of achterdochtig worden.Last krijgen van desoriëntatie in plaats (verward zijn over waar ze zijn).weglopen of de weg kwijtraken.
Iemand aanmoedigen om naar de huisarts te gaan
Dementie wordt vastgesteld door artsen die andere aandoeningen die vergelijkbare symptomen kunnen veroorzaken, uitsluiten en een grondige beoordeling uitvoeren. Een huisarts of een arts die gespecialiseerd is in geheugenproblemen, zal een reeks tests uitvoeren om te zien of er een alternatieve verklaring is voor de problemen.