Een breivisje is een erg handig kunststof hulpmiddel, in de vorm van een vis met een half open bovenkant. Je kunt een kleine hoeveelheid brei- of haakgaren op het breivisje wikkelen. Wanneer je aan de juiste kleur toe bent, neem je een draad op van het breivisje en brei of haak je verder met deze kleur.
Inbreien betekent dat er met twee of meer kleuren een patroon wordt ingebreid. De beide draden worden in het werk meegenomen.
Je leest het schema zoals je breit, dus van onder naar boven. Brei je plat, dan lees je om en om van rechts naar links en van links naar rechts. Werk je in het rond, dan lees je elke toer van rechts naar links. Het gedeelte dat wordt gemarkeerd met een R geeft de herhaling van het patroon weer.
Samenvatting. Letters breien is een boek voor beginnende en gevorderde brei(st)ers waarin uitvoerig wordt uitgelegd hoe u letters en teksten kunt breien in truien, kussens, dekens en nog veel meer.
Toerenteller - zo werkt het:
Doordat je na iedere toer of naald de toerenteller eenmaal doordraait, weet je altijd precies hoever je bent of waar je bent gebleven. Doordat kje de toerenteller eenvoudig op de naald kunt schuiven, is het ook ideaal als je je breiwerk even weglegt.
Toeren Tellen – Ribbelsteek
Vanaf de opzet vormt de eerste V de bovenkant van de onderste ribbel. De volgende V aan de verkeerde kant van het breiwerk maakt vervolgens de onderkant van deze ribbel. 1 ribbel is dus 2 toeren hoog. Tel het aantal hele ribbels en je weet hoeveel toeren je gebreid hebt.
Na het opzetten van de steken wordt de eerste pen, of de eerste naald, gebreid. Hierna wordt beschreven hoe een rechtshandige breier kan breien.
Trek niet te strak aan, zodat je borduurdraad op de breisteek blijft liggen. Trek je te hard dan kan het zijn dat de steek er tussen de breisteken schuift en daardoor minder zichtbaar is. Werk zoveel mogelijk in rijtjes van beneden naar boven, zodat je breiwerk het minst aan rek verliest.
Jacquardbreiwerk is een vorm van breien (textiel) met verschillende kleuren, waarbij zich aan de achterzijde van het breiwerk lange draden bevinden. De techniek wordt ook wel inbreien genoemd.
Een averecht gebreide steek kun je herkennen aan het 'bobbeltje' dat je kunt zien direct onder het lusje dat op je naald staat. Als je goed kijkt, kun je zien dat zo'n bobbeltje ontstaat doordat het lusje op je naald van-voor-naar-achter door de voorgaande steek is getrokken.
Handig om te weten is dat het gaatjespatroon ontstaat door steken samen te breien (dus twee steken tegelijk te breien) en vóór of ná het samenbreien, de draad om de naald te slaan. Je kunt tijdens het breien controleren of je nog goed gaat door het aantal steken te tellen.
Fair isle patronen zijn symmetrisch zowel horizontaal als verticaal. Bij de fair isle techniek loopt er dus steeds een draad mee achter je werk nl. die van de kleur waar je op dat moment niet mee breit. Je creëert dus een extra dik en warm breiwerk.
Fair Isle breien is een techniek om kleurig ingebreid breiwerk te maken. Verschillende kleuren worden gebruikt, maar in één toer worden nooit meer dan twee kleuren tegelijk gebruikt. Het garen waar niet mee gebreid wordt, wordt achterlangs het breiwerk meegenomen.
Jacquard haken doe je zo Eerst een klein beetje uitleg Jacquard haak je met twee verschillende kleurdraden wol tegelijk, waarbij je afwisselend met de eerste en de tweede kleur haakt. Je start met een lussenreeks in één kleur.
Jacquard staat voor stoffen met ingeweven motieven, vaak geweven in meerdere tinten. Het voordeel van de weeftechniek die bij deze stoffen gebruikt wordt, is dat het veel kleurvaster is dan een geprint patroon. De grondstoffen waar jacquard van gemaakt worden verschillen.
Begin met een klein patroon met niet teveel verschillende kleuren, bijvoorbeeld een kaart, boekenlegger, klein zakje of borduur kleine motiefjes op band. Er zijn ook pakketten met een voorbedrukt stramien. Hierbij hoef je niet te tellen, maar zie je op het stramien welke kleur je in welk vakje moet gebruiken.
Zorg dat je de hele letter borduurt voor je aan het whipped effect begint. Breng vervolgens de naald omhoog aan het begin van de letter. Vanaf hier steek je niet meer door de stof tot je bij het einde van de letter (of je draad) bent. Je laat de naald onder de borduursteek doorglijden alsof je een veter rijgt.
De rand van je breiwerk kan er soms rommelig uitzien. Dat komt doordat de eerste en laatste steken maar aan één steek vastzitten. Omdat de kant er dus rommelig uit kan zien, leren we vaak om de eerste steek af te halen. Dan krijg je een nette zijkant en we wennen onszelf aan om altijd de eerste steek af te halen.
Misschien een inkopper, maar kies als eerste project alsjeblieft een sjaal. Een sjaal is rechttoe-rechtaan, is relatief snel klaar en je kunt altijd wel een nieuwe sjaal gebruiken. Ik raad je aan om een sjaal te beginnen in ribbelsteek (Engels: garter stitch). Dit betekent alleen maar recht breien.
Om het aantal steken te tellen, tel je het aantal V-tjes die je bovenaan ziet, daar waar je ook zou insteken wanneer je aan het haken bent. Om het aantal toeren te tellen, kijk je naar de 2 beentjes die je vanuit elk V-tje ziet lopen. Elke rij “beentjes” is een toer.