Het onderbord blijft de hele maaltijd staan, de achtereenvolgende schotels (bijvoorbeeld soep, voorgerecht, hoofdgerecht, dessert) worden erop geplaatst. Het onderbord is groter en platter dan de andere borden en dikwijls is de boord rijkelijk versierd.
Je laat zien dat je klaar bent met eten door je mes en vork schuin op je bord te leggen. Ze liggen naast elkaar en wijzen naar linksboven, je vork ligt open en je mes met zijn snijkant naar de vork toe. Ben je nog niet uitgegeten, maar wil je heel even een pauze? Leg het bestek dan gekruist op je bord.
Waterglas: Het waterglas staat rechtsboven het bord. In de volgorde van de glazen staat het steeds het meest links. H. Wijnglazen: wijnglazen staan in een diagonale lijn naast het waterglas.
Volgorde van bestek
Bestek gebruik je altijd van buiten naar binnen. De onderkant van al het bestek moet op één lijn liggen met het onderbord. De snijrand van het mes wijst naar het bord en lepels en vorken liggen met de bolle kant op tafel. Het bestek voor het nagerecht ligt horizontaal boven het bord.
Hoe gebruik je een messenlegger? Bij aanvang van het diner ligt het mes rechts naast het bord. Zodra het mes is gebruikt (en dus wat vettig zal zijn) wordt het geparkeerd op de messenlegger. Alleen het uiterste puntje van de lemmet rust op het dwarsbalkje.
Om niet verstrikt te raken in de plooien van de kraag hadden de mannen kort haar en moesten de vrouwen hun haren omhoog kammen. Ook voor het eten diende er een oplossing gevonden te worden: om de kraag niet vuil te maken kwam er een vork bij en deze werd links gelegd omdat er daar plaats was.
Het servet leg je links naast de vorken neer. Als je geen soep serveert, kun je het servet ook een plekje geven op het bord. Wees creatief: vouw het servet bijvoorbeeld in een waaier of rol hem in een servetring.
' Hoewel het voor jou misschien lijkt alsof je voor een week gegeten hebt. Zeg als de ober je dan nog wat aanbiedt: 'Nee dank u, ik heb heerlijk gegeten. ' – Het digestief (het drankje dat je na het diner drinkt) achterover slaan.
Tips om je glazen altijd op de juiste volgorde te plaatsen
De glazen staan altijd aan de rechterkant van je bord, boven je bestek. Het grote champagneglas komt het meest links te staan (als je champagne schenkt bij de maaltijd), gevolgd door het waterglas en de wijnglazen.
En al jong leer je dat het netjes is om een maaltijd samen te beginnen. Het gros van de tafelaars zegt waarschijnlijk gewoon 'Eet smakelijk', maar in menig gezin is er ook een ritueel: je vouwt je handen voor een gebed of houdt elkaars hand vast. Of er klinkt een lied, een spreuk of een wens.
De messen horen altijd aan de rechterzijde van het bord te liggen. De messen moeten met de snijkant naar het bord toe liggen. De soeplepel en eventueel daarnaast het bestek voor het voorgerecht komen daarnaast te liggen. Vorken leg je altijd aan de linkerzijde van het bord.
Mes en soeplepel rechts van het servies
Leg de soeplepel uiterst rechts van het bord en het vismes in het midden. Direct naast het bord plaatst u het mes voor het hoofdgerecht, met de snijkant richting het servies.
Speel niet met je bestek of eten
Ga niet met je eten lopen knoeien, houd het netjes op je bord. Plet ook geen aardappelen tot puree op je bord. Neem van alles een klein beetje en doe dat op je vork. Breng de vork of de lepel naar je mond en niet je mond naar je bord.
Waarom mag je nou niet met je ellebogen op de tafel leunen? Volgens experts heeft dat te maken met de gewoonte dat mensen vroeger een bord deelde met hun buurman aan tafel. Als je met je elleboog op die tafel leunt, kan hij of zij er dus niet meer bij.
Je schept de soep van je af, op de lepel. Vervolgens ga je met de lepel naar je mond en niet andersom. Ook belangrijk; de andere hand. Die rust met zijn pols op de rand van de tafel.
In de regel zeg je dat je soep 'eet'. Meestal nuttig je soep – al dan niet aan tafel – met behulp van een lepel uit een (diep) bord of een kop. Drinken wordt in de regel gebruikt als je een vloeistof tot je neemt uit iets wat je aan je mond zet (zoals een glas, een beker of een kopje).
Door de wijnglazen ondersteboven in de kast te plaatsen, voorkom je dat er stof in het glas komt. Heel slim bedacht natuurlijk, maar toch kun je de glazen de volgende keer beter met de steel naar beneden opbergen. De rand van een wijnglas is het zwakste onderdeel van het glas.
“Een vork hoort men bovenhands vast te houden”, legt Chateaux uit. “De rug van de hand wijst naar beneden en de vork rust tussen de duim en het laatste kootje van de middelvinger.
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord.
Je gebruikt uitsluitend je vork. Draai de spaghetti rond je vork en gebruik daarbij je bord als weerstand. Zo draai je een perfecte enkele hap spaghetti rond je vork, die je zonder lepel of mes kunt veroberen. Het is misschien even klungelen op het begin, zo je vork moeten ronddraaien in en met één hand.
Het servet is bedoeld om je kleding te beschermen voor als je morst. Het servet ligt dus op je schoot. Je maakt dus NIET je bestek er mee schoon en je snuit NIET je neus ermee. Je mag er wel je mond mee deppen.
Gebruikt bestek hoor je niet op tafel te leggen, dus doe dit niet. Ik ben uitgegeten: Je mes en vork met de handvatten bijeen op je bord gelegd geeft aan dat je bent uitgegeten (voor de betreffende gang). Leg de handvatten naar onder als je niets bijzonders te vertellen hebt over de maaltijd.
Etiquette. Eenmaal aan tafel zul je ontdekken dat ook de etiquette vooral op rechtshandigen toegespitst is. Messen liggen rechts van je bord en vorken links. Daarnaast dient je maaltijd altijd links van je geserveerd te worden.