Hoe werkt een looprek? U staat achter het looprek en pakt hem aan de handvatten op de bovenkant met beide handen vast. U tilt met beide handen het looprek op en zet dat een eindje verder weer neer. U blijft het rek vasthouden en zet een stap vooruit met beide benen.
Opstaan
Plaats uw handen op de armleuningen van de stoel. Leun naar voren, gebruik uw niet-aangedane voet en uw handen op de armleuning van de stoel (trek niet aan het frame), om vooruit te duwen en omhoog te komen tot u staat. Zodra u in evenwicht bent, plaatst u uw handen, één voor één, op de handgrepen van het frame, klaar om te lopen.
Beweeg voorzichtig
Blijf rechtop terwijl u beweegt . Dit helpt uw rug te beschermen tegen spanning of letsel. Stap in de rollator, in plaats van erachter te lopen. Duw de rollator niet te ver voor u uit.
Om het risico op vallen en verwondingen bij het gebruik van een rollator te verkleinen: Gebruik de rollator niet om uzelf op te trekken van zittende naar staande positie . Buig uw rug niet om in de rollator te leunen.
Door met uw handen meer druk te zetten op het looprek, zorgt u er voor dat uw voeten en benen minder belast worden tijdens het lopen. Een rollator is een hulpmiddel ter ondersteuning van het lopen. Mocht u minder valide zijn maar u kunt nog wel lopen, dan is een rollator de oplossing.
Looprekken maken zelfstandig lopen over kleine afstanden mogelijk voor mensen met weinig kracht in de benen en voeten en bij verminderd coördinatievermogen. Looprekken bieden extra steun aan mensen die een groter risico op vallen hebben. Met een looprek kunt u niet snel doorlopen en bent u niet erg wendbaar.
Bij langdurig gebruik van een looprek worden de bovenste ledematen van de patiënt zwaar belast. Dit kan leiden tot een verhoogd risico op het ontstaan van secundaire aandoeningen, zoals pijn in de pols, elleboog of schouder.
Zorg ervoor dat uw rollator is afgesteld op uw lengte. De handgrepen moeten op heuphoogte zijn. Uw ellebogen moeten licht gebogen zijn wanneer u de handgrepen vasthoudt. Vraag uw zorgverlener of therapeut om hulp als u problemen hebt met het gebruik van uw rollator.
Lopen met een rollator kan lastig zijn als u de handvatten te hoog of te laag hebt staan. U loopt waarschijnlijk voorovergebogen als u loopt met de handvatten van de rollator te laag afgesteld, wat pijn in uw nek en rug veroorzaakt . Als de handvatten iets te hoog zijn afgesteld, loopt u achter de rollator aan, waardoor u niet de juiste ondersteuning van het apparaat krijgt.
Als u naar een standaard rollator kijkt, ziet u een open ruimte tussen de handvatten. Het doel van die open ruimte is dat gebruikers in de rollator lopen – niet erachter, zoals de meeste mensen doen. Als u de rollator voor u houdt, moet u voorover leunen en als u die houding te lang aanhoudt, kan dat gemakkelijk leiden tot rugpijn .
Ga staan met uw schouders ontspannen en uw armen losjes langs uw lichaam. De hoogte van de rollator moet ter hoogte van uw pols zijn wanneer uw arm gestrekt is (Afbeelding 1). Hoe gebruik ik de rollator? Ga achteruit totdat u voelt dat hetgeen waarop u wilt zitten (bed, stoel, toilet) de achterkant van uw benen raakt.
Instelling van de hoogte: Het is van belang dat een looprek op de juiste manier is ingesteld: met de armen recht langs het lichaam dienen de handgrepen ter hoogte van de pols te zitten.De hoogte is goed als de gebruiker rechtop kan blijven staan met de ellebogen licht gebogen.
Loop niet te ver het frame in . Je voeten moeten net binnen de achterbenen zijn als je eenmaal bent gestapt. Strek je niet te ver uit en plaats het frame niet te ver naar voren. Gebruik nooit een frame om de trap op te gaan.
Plaats de achterste twee poten van uw frame naast uw zijde. Pak de rollator met één hand vast en pak de leuning voor de treden vast met de andere hand. Stap af met uw sterkste been en vervolgens met uw zwakkere been. Uw gewicht moet gelijkmatig verdeeld zijn over het frame en de handstang.
De meeste veranderingen in tred zijn verwant aan onderliggende medische aandoeningen. Loopstoornissen kunnen verwant zijn aan stoornissen van het binnenoor, stoornissen van het zenuwstelsel zoals de ziekte van Parkinson, spierziektes zoals spierdystrofie en musculoskeletale afwijkingen zoals breuken.
Uw arts kan u een looprek voorschrijven als u geen gewicht op uw geblesseerde voet, enkel of been mag zetten. Dit is de periode van uw herstel waarin u geen gewicht mag dragen . Deze instructies helpen u te leren hoe u uw looprek moet gebruiken. kleedjes.
Meestal is dat met een rollator ( Zimmer frame) . Met vier in hoogte verstelbare poten en horizontale handgrepen bieden rollators goede stabiliteit en evenwicht terwijl u voor het eerst het gewicht op uw nieuwe knie test. Een versie met voorwielen maakt het frame wendbaarder naarmate u meer zelfvertrouwen krijgt.
1. Als de persoon een looprek gebruikt, neem dan niet zijn/haar arm vast – het belemmert hem/haar om zijn/haar armen naar voren te bewegen met het looprek terwijl hij/zij stapt . 2. Overweeg om uw hand in de buurt van, maar niet per se op, de onderrug van de persoon te plaatsen, zodat u hem/haar kunt ondersteunen als hij/zij achterover leunt.
De voordelen van een rollator zijn: algemene fysiologische effecten, meer zelfvertrouwen, beter sociaal leven en vermindering van de zorglast. De nadelen van een rollator zijn: technische of praktische aspecten die door gebruikers worden bekritiseerd, musculoskeletale aandoeningen, vertraagde reactietijd, valrisico en stigma .
Het gebruik van een rollator of wandelstok kan een grote belasting vormen voor uw hand en pols . Dit kan pijn veroorzaken door zwakte in de pols of overbelasting van sommige gewrichten en spieren. Soms kan het compressie van de ulnaire of mediane zenuw veroorzaken, wat resulteert in tintelingen en gevoelloosheid.
Probeer 15 minuten ijs op je schouder te leggen en laat het er dan 15 minuten af, drie of vier keer per dag gedurende een paar dagen . Zorg ervoor dat je het ijs in een doek wikkelt, zodat je geen bevriezingsverschijnselen krijgt. Neem ibuprofen om pijn en zwelling te verminderen. Ga langzaam weer verder met je normale activiteiten zodra je minder pijn begint te voelen.
Ga tussen de achterwielen van de rollator staan. Zorg dat u zo rechtop mogelijk gaat staan. Laat uw armen ontspannen naast uw lichaam hangen. Vervolgens dient u de handvatten op polshoogte af te stellen.
Bij gebruik van een looprek met een niet-gewichtdragende gang, wordt een driepuntslooppatroon gebruikt waarbij de patiënt op de niet-aangedane onderste extremiteit staat en beide handen gebruikt om de looprek op te tillen en vooruit te bewegen. De patiënt huppelt of stapt vervolgens naar het looprek op de niet-aangedane onderste extremiteit.
Als je met de rollator gaat wandelen, is het belangrijk dat je met je voeten tussen de achterwielen loopt en niet erachter. Blijf tijdens het lopen ook met je lichaam tussen de handvatten en dichtbij de rollator. Hang geen tassen aan het stuur, dan kan de rollator uit balans raken.