Schuif de kaarthoekmeter naar rechts langs de zuidlijn richting het oosten, tot je bij 74 komt (huisje in). Schuif daarna de kaarthoekmeter omhoog tot je bij 17 komt (trapje op). De plaats waar de punt van de kaarthoekmeter eindigt is het coördinaat dat je zoekt. Je kunt het coördinaat af lezen op je kaarthoekmeter.
Een kaarthoekmeter of Roomer is een doorzichtig plastic kaartje met een aantal maatverdelingen erop en wordt gebruikt om de kaartvierkanten op een topografische kaart onder te verdelen in 100sten. Hierdoor kun je tot op 10 meter nauwkeurig een coördinaat bepalen.
Vanuit de Rijksdriehoeksmeting adviseren we als equivalent van 3 cijfers achter de komma voor RD (1 mm) om 8 cijfers achter de komma te gebruiken voor decimale graden (1,1 mm NB en 0,7 mm OL) en 4 cijfers achter de komma voor boogseconden (3,1 mm NB en 1,9 mm OL).
Schuif de kaarthoekmeter naar rechts langs de zuidlijn richting het oosten, tot je bij 74 komt (huisje in). Schuif daarna de kaarthoekmeter omhoog tot je bij 17 komt (trapje op). De plaats waar de punt van de kaarthoekmeter eindigt is het coördinaat dat je zoekt. Je kunt het coördinaat af lezen op je kaarthoekmeter.
Een kaarthoek is de rechtsom gemeten hoek tussen het kaartnoorden en een bekende richting. De kaarthoekmeter bestaat meestal uit een doorzichtige, van plastic vervaardigde halve cirkel, of een soort hoekige liniaal.
Een strippentocht of strippenkaart is een kaart die "gestript" is van overbodige informatie. Je loopt langs een rechte lijn, van onder naar boven, waar de zijwegen met korte streepjes op zijn aangegeven. Deze routetechniek wordt buiten scouting ook wel de visgraat genoemd.
Elke patrouille gaat alleen op pad met een routebeschrijving. In die routebeschrijving staat niet zonder meer gegeven hoe ze moeten lopen. Elke kruising of stukken van de route is weergegeven in een soort puzzeltje. Ze gaan dan lopen en hopen dan (met al het fout lopen inbegrepen) op tijd op hun bestemming te zijn.
Het bolletje (dikke punt) staat voor het kruispunt.Het pijltje geeft aan welk pad van de splitsing gevolgd moet worden. Bij deze route geven de pupillen van het gezichtje aan welke afslag je moet nemen op een kruising of splitsing.
Een strippenkaart is een lange lijn met allemaal kruispunten erop. Je moet altijd van beneden naar boven lopen. De lange lijn is de route die je loopt. Alle andere kleine lijntjes zijn de paden die je moet laten liggen.
6M is een methode die hier nog dieper op ingaat waarin je namelijk per categorie de oorzaken van (mogelijke) risico's gaat benoemen. De zes M's staan voor mensen, machines, materiaal, methode, milieu en management. Deze categorisering leidt tot de bepaling van de meest geschikte maatregel om dat risico te elimineren.
De kruispuntenroute is een routetechniek waarbij ieder kruispunt is getekend en er middels een pijl wordt aangegeven welke afslag genomen moet worden, de gebruiker staat altijd van onder het getekende kruispunt aan en dient de pijl te volgen. Deze techniek is goed te gebruiken voor niet gevorderde gebruikers.
Mits je de vloer in de goede richting legt natuurlijk. ð Leg de punt van de visgraatvloer richting de grootste lichtbron, zodat het patroon van de vloer wordt benadrukt. Of leg de visgraat vloer in de lengterichting van de kamer. Zo krijg je meerdere punten op de vloer, wat optisch groter en langer zal ogen!
Theorie Een koers is niet altijd nauwkeurig genoeg. Om een koers nauwkeurig aan te geven gebruik je een koershoek. Een koershoek wordt vanaf de noordpijl in graden gemeten met de wijzers van de klok mee. NO го 150 20 30 5 Van drie zeilers is de richting waarin zij varen getekend.
Landmeetkunde (ook wel geodesie) wordt door het Nederlands Centrum voor Geodesie en Geo-informatica gedefinieerd als "de inwinning, verwerking en distributie van ruimtelijke informatie (op en rond het aardoppervlak), de analyse van de onderlinge geometrische relaties en de presentatie daarvan".
Visgraat. Teken op een doorlopende lijn telkens het kruispunt. De zijstreepjes zijn de wegen die je niet mag nemen, bijvoorbeeld: bij het eerste kruispunt moet je twee straten rechts laten liggen en sla je links af. Op het tweede kruispunt laat je twee straten links liggen.
De methodiek “Five Times Why?”, oftewel “5x Waarom“, is een zeer eenvoudige, doch effectieve tool om de werkelijke oorzaak van een probleem te identificeren. De methodiek start met de probleemstelling waarna men vijfmaal de vraag “Waarom?” stelt. De methodiek stopt zodra de kernoorzaak is bereikt.
De oorspronkelijke 4 M's zijn mens, machine, materiaal en methode. Later toegevoegde M's zijn bijvoorbeeld metingen, milieu, management etc. Het model maakt het mogelijk om zelfs zaken zonder M toe te voegen.
Six Sigma is een methode die organisaties tools biedt om de prestaties van hun proces te verbeteren. Het verbeteren van de prestaties en verlagen van de proces variatie met als doel het minimaliseren van het aantal defecten en verhogen van de winst, medewerkers tevredenheid en de kwaliteit van producten of diensten.
Vanaf 1 juli is de ov-chipkaart het enige geldige vervoersbewijs in het openbaar vervoer in Nederland; de strippenkaart is dan definitief afgeschaft.
Een strippenkaart bevat 10 strippen en heeft een kostprijs van €50,00 incl.BTW.
gekochte kaart met strookjes waarvan er per reis in bus, tram of metro enkele worden gest... Nationale Strippenkaart = De Nationale strippenkaart (kortweg: `strippenkaart`) was een vervoerbewijs dat van 8 mei 1980 tot 3 november 2011 gebruikt werd in het Nederlandse openbaar vervoer.
Een vissengraat, visgraatdiagram of stripkaart is een verticale streep met links en rechts dwarsstrepen. De verticale lijn stelt de weg voor waarop je loopt, de dwarsstrepen geven de wegen aan die je niet mag inslaan.
Je begint met een hartlijn in het midden van de kamer. Daar leg je jouw eerste baan op. Zodra deze is gelegd werk je naar de buitenkanten toe. Leg de linker en rechter planken om en om naast elkaar in een visgraat patroon.