Werking van acculaders
Acculader moeten van 230V wisselspanning, een 12 of 24V accu op gelijkspanning laden. Een acculader maakt dus van wisselspanning gelijkspanning, en verlaagt het voltage van 230 naar 12 of 24V. Er zijn meerdere technieken om dit mogelijk te maken.
Op de acculader zit een rood (+) en een zwart (-) draad die je aan de accu dient te koppelen. Vaak is de aansluiting van deze kabels in de vorm van krokodillenklemmen of kabelogen. De rode kabel moet je eerst aan de positieve accupool (+) verbinden en daarna verbind je de zwarte kabel met de negatieve accupool (-).
Je steekt een druppellader in een stopcontact en sluit hem vervolgens aan op de batterijen. De oplader zet vervolgens de elektriciteit om in stroom die in de batterijen kan worden opgeslagen. De batterijen halen langzaam energie uit de opladers, waardoor de kans op schade wordt beperkt.
Globaal kan men de laadtijd berekenen (bij een geheel ontladen accu)door de accucapaciteit te delen door de laadstroom en daar 4 uur bij te tellen. Deze 4 uur is de zogenaamde nalaadfase. Bijvoorbeeld een geheel ontladen accu van 150Ah wordt met een lader van 25 Amp. geladen: 150/25= 6 + 4 = 10 uur.
De laadspanning voor een 12V accu ligt ongeveer tussen de 13,6 en 14,8 Volt. Is de spanning tijdens het laden te hoog of te laag dan kan dit ervoor zorgen dat de accu niet of niet goed oplaadt.
Je auto accu opladen doe je met een druppellader. Haal de accu uit je auto door eerst de min en dan de plus los te maken. Sluit de druppellader aan op de accu en steek vervolgens de lader in het stopcontact. Het laden duurt ongeveer 12 uur.
Een batterij zal pas degelijk kunnen opladen wanneer men met de wagen over een voldoende afstand (minimum 25 km) kan rijden zonder (vaak) te moeten stoppen. Ideaal hiervoor is dus een autosnelweg.
Zodra de accu 100% opgeladen is, stopt het laadproces. Zakt de capaciteit af tot 95%, dan begint de druppellader weer met opladen. Hierdoor wordt de levensduur van de accu verlengd. Het is geen probleem om de druppellader weken, maanden of zelf permanent aan te sluiten op uw accu.
Een druppellader werkt op dezelfde manier en zorgt voor een lange levensduur van de accu. Het aansluiten van de druppellader is eenvoudig. Sluit de klassieke krokodillenklemmen aan op de accupolen, steek de stekker in het stopcontact en kies een laadmodus.
Neem eerst de rode kabel. Sluit een rode krokodillenklem aan op de pool “+” van de batterij van de auto die komt depanneren. Sluit vervolgens de andere rode klem aan op de pool “+” van de auto die u wil opstarten.
Voor het vervangen van een accu is niet veel gereedschap nodig. Begin altijd met het losmaken van de min- klem en dan pas de plus+ klem, als u weer monteert doet u precies het tegenovergestelde, eerst de plus-klem en dan pas de min-klem vast.
Dit kun je doen door één keer per maand de acculader er even aan te hangen, zodat je accu weer 100% wordt opgeladen. Een langere rit op de motor is ook prima. Veel makkelijker is om de accu doorlopend aan een druppellader te hangen. Deze houden je accu netjes op spanning.
Een druppellader is bijvoorbeeld handig voor het onderhoud van accu's over een langere periode, zoals bijvoorbeeld tijdens stalling. Een druppellader houdt de accu dan in goede conditie en zorgt dat de accu niet ontlaadt en beschadigd raakt.
Als u uw accu helemaal heeft volgeladen met een goede acculader, dan is de accuspanning direct daarna vaak meer dan 13 volt. Deze spanning zakt dan vanzelf wat terug richting 12,7-12,8 volt. Is uw accu helemaal uitgeput dan is de spanning 11,6 volt of lager.
Hoe lang de auto stationair voor een volle accu laten draaien? Houd rekening met 5 minuten. Een lege accu opladen hoeft niet veel tijd te kosten. Na 5 minuten kunt u de startkabels loskoppelen en gaan rijden.
Staat de auto langer dan drie weken stil, dan zou de accu wat uitgeput kunnen raken. ,,Een auto heeft stille verbruikers: denk aan de klok, radio of het centraal vergrendelingssysteem. De auto verbruikt daar ook stroom mee als hij stilstaat. Dan kunnen er accuproblemen ontstaan.
Let er hierbij op dat je goede, stevige startkabels gebruikt die de startstroom aankunnen. Laat beide auto's vijf minuten stationair draaien zodat de accu een minimum aan stroom krijgt en rijd daarna in ieder geval een half uur met de auto zodat de accu goed geladen wordt.
De eenvoudigste manier om te weten hoeveel er nog in een accu zit is een accumeter. Deze sluit u aan op de + en - pool van de accu. Met behulp van een aantal LED's (rood-oranje-groen) krijgt u dan een grove indicatie. Een nauwkeuriger gereedschap om dit te bepalen is een multimeter (voltmeter).
Een acculader laadt de accu in één keer helemaal op. Een druppellader is zo ingesteld dat deze de accu met kleine beetje oplaadt, of 'bij druppelt'. Druppelladen wordt ook wel intelligent laden genoemd omdat de accu stapsgewijs wordt opgeladen.
Voor het onderhoud van deze accu heeft u een druppellader nodig die geschikt is voor het laden van een gel-accu. U vindt gel-accu's voornamelijk in elektrische scooters, beveiligingssystemen en elektrische fietsen. Ze zijn ook geschikt als startaccu's.
Een Startaccu mag tot 20% ontladen worden, Een Semi Tractie accu mag tot 50% ontladen worden en een Deep Cycle accu mag maximaal tot 80% ontladen worden. Met dit lijstje en een voltmeter kunt u nagaan hoe diep uw accu ontladen is.
TIP 2: Oudere eenvoudigere modellen accu's moeten op tijd handmatig ontkoppeld worden om te stoppen met laden. Overladen kan de levensduur van uw accu nadelig beïnvloeden.
Bij een lopende motor zou de spanning gemeten over de plus en de min klemmen van de accu tussen de 13,8 en 14,4 Volt moeten zijn. Wijken deze waarden erg af, dan duidt dat eerder op problemen met de dynamo dan op problemen met de accu. Een volle accu zal een spanning hebben van 12,7 Volt.