Zweefvliegers stijgen over het algemeen op twee manieren op: ze maken een lierstart of een sleepstart. Bij een lierstart helpt een lier je de lucht in, bij een sleepstart trekt een motorvliegtuig je de lucht in.
Zweefvliegen is vliegen met een zweefvliegtuig. Een zweefvliegtuig vliegt op dezelfde manier als een vliegtuig, maar gebruikt doorgaans geen (hulp)motor. Daardoor verloopt de vlucht normaliter in een dalende lijn waarbij het toestel 0,5 à 1 meter per seconde aan hoogte verliest ten opzichte van de omringende lucht.
Techniek. De vlieger kan, eenmaal in de lucht, met zijn zweefvliegtuig gebruikmaken van thermiek, opstijgende warme lucht, om op grote hoogte te komen. Van de ene thermiekbel naar de andere vliegen en zo een grotere afstand afleggen wordt overlandvliegen genoemd, er kunnen afstanden tot meer dan 1000 km worden afgelegd ...
Want zweefvliegtuigen hebben geen motor en dus ook geen brandstof om in de lucht te blijven. Maar ook niet om op te stijgen! Daarom wordt een zweefvliegtuig door een ander vliegtuig de lucht in getrokken aan een touw. In de lucht gaat dat touw los en zweeft het vliegtuig!
Hoe hoog kan een zweefvliegtuig vliegen? Op een mooie zweefvlieg dag kun je tot bijna tot de onderkant van een thermiekwolk naar boven. De ene dag is dat op 600 meter, de andere dag 1800 meter hoogte.
Het kan enige tijd kosten om alles te ontwarren waardoor het vliegbedrijf gauw een half uur tot een uur stil ligt. Het tweede nadeel is dat het zweefvliegtuig niet na de start in een thermiekbel wordt afgezet. Het derde nadeel is dat de kabel kan breken, waardoor de start moet worden afgebroken.
Zweefvliegen geldt als een veilige sport. In de tamelijk overzichtelijke zweefvliegwereld, waar velen elkaar kennen, is dit een bekende uitdrukking: 'Het gevaarlijkste van zweefvliegen is de reis naar het vliegveld.
Een zweefvlucht kost u slechts € 50,00 en de vluchtduur is afhankelijk van de weesomstandigheden. Gemiddeld duurt een vlucht een kleine 10 minuten. De vluchten beginnen om 18:00 uur en gaan door tot zonsondergang.
Hoe lang blijf je in de lucht? Afhankelijk van het weer en thermiek ergens tussen de vijf minuten en meer dan 10 uur. Hoe veel mensen kunnen er mee in een zweefvliegtuig? Zweefvliegtuigen zijn er in twee uitvoeringen: de eenzitter en de tweezitter.
De warme lucht stuwt het vliegtuig voorbij de Armstrong-limiet op 19,2 kilometer. De atmosfeer is nu zo dun dat buiten de drukkamer van het vliegtuig je bloed zou koken. Vijf uur na take-off zweeft de Perlan II 23 kilometer boven de aarde, bijna 4 kilometer hoger dan welk ongemotoriseerd vliegtuig ook.
Zweefvliegers stijgen over het algemeen op twee manieren op: ze maken een lierstart of een sleepstart. Bij een lierstart helpt een lier je de lucht in, bij een sleepstart trekt een motorvliegtuig je de lucht in.
Je hebt vliegtuigen van 60 jaar oud tot nieuw uit de fabriek, en dan ligt het er ook nog aan wat de uitrusting is die bij een vliegtuig inbegrepen of gewenst is. Daar lopen prijzen uiteen van €6.000,- tot wel €250.000,- dus je kunt het zo gek maken als je zelf wilt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zweefvliegtuigen gebruikt om soldaten snel en verrassend op een bepaalde plaats te brengen. De Duitsers gebruikten het eerst zweefvliegtuigen bij de aanval op het Belgische fort Eben-Emael en later bij luchtlandingen op Kreta.
Zweefvliegen is een veilige sport, mits je een hoge mate van aangeleerde discipline handhaaft. Is zweefvliegen eng ? Mensen die voor het eerst een vlucht maken in een zweefvliegtuig hebben de neiging om het opstijgen tijdens de start een beetje eng te vinden.
Daarom zal je zweefvliegtuigen bijna altijd zien op onbewolkte dagen met veel zon en hooguit wat stapelwolkjes. Ook de wind is belangrijk. De meest optimale condities vinden we bij een zwakke wind. Als de wind te sterk is (matig of meer) wordt er meestal niet gevlogen.
Zweefvliegen zijn vliegen. Ze verschillen in allerlei opzichten van wespen en bijen: ze hebben twee vleugels en geen vier, ze missen de wespentaille, ze hebben geen angel en kunnen dus niet steken. Ze lijken soms wel op wespen.
Kan een zweefvliegtuig over de kop? De meeste zweefvliegtuigen zijn toegelaten voor eenvoudige kunstvluchten zoals loopings en hoge bochten.
De meeste zweefvliegtuigen hebben geen motor. In de loop der jaren is echter een aantal systemen ontwikkeld waarmee de piloot een buitenlanding kan voorkomen, of zelfs op eigen kracht kan opstijgen. Deze motoren bestaan als klapmotor, soms met opvouwbare propellor, als benzinemotor, elektromotor of als straalmotor.
De werkelijke kosten kunnen afwijken omdat deze onder andere afhankelijk zijn van je progressie. De totale kosten voor je brevet per jaar bedragen dus gemiddeld ongeveer € 2.260.
Als de startbaan vrij is wordt er een kabel aangehaakt. Als de vlieger klaar is geeft hij een 'duim omhoog' teken, en de tiploper geeft een signaal aan de starttoren. Die geeft dan aan de lier door dat er gestart kan worden. Als de kabel strak is geeft de lierist gas bij, en het zweefvliegtuig versnelt.
Zweefvliegtuig. Een zweefvliegtuig heeft meestal één enkel wiel, midden onder de romp. Oudere zweefvliegtuigen hebben geen wiel maar een schaats. Een zweefvliegtuig kan daardoor niet horizontaal op de grond staan en moet dan ook tijdens de eerste meters van de start door een "tiploper" horizontaal worden gehouden.
De warme lucht stijgt als een warme luchtbel naar boven en de koude lucht cirkelt naar beneden. Een zweefvliegtuig zoekt deze thermiekbellen in de lucht en gaat hier dan in cirkelen. Door het cirkelen in deze bel stijgt een vliegtuig en kan het hoger vliegen en zo ook langer in de lucht blijven.
De zweef- vliegwereld is niet moeilijker, maar wel anders. Je zult, voor jouw veiligheid en die van de anderen, zo snel mogelijk moeten wennen aan de regels van de zweefvliegwereld. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat je moet weten voor je met zweefvliegen begint.
Hoe is de leeftijdsverdeling opgebouwd? Zweefvliegen mag al vanaf je 14e en we hebben dan ook leden van 14 jaar tot dik in de 80. Ook op latere leeftijd kun je nog prima leren vliegen. Het belangrijkste is dat je er voldoende tijd voor beschikbaar kunt maken en er plezier aan beleeft.
Vrijwel alle volwassen zweefvliegen voeden zich met nectar en stuifmeel. Ze zijn dus veel op bloemen te vinden en dragen zo een belangrijk steentje bij aan de bestuiving ervan.