Waarom ga je niet over tot actie? In actie komen valt of staat met je eigen denkgewoonten. Je bent als het ware een optelsom van je eigen gedachten. De gewoonte om te piekeren geeft je vaak een machteloos gevoel, wat er weer voor zorgt dat je niet tot actie overgaat.
Het proces van overdenken is wetenschappers nog niet volledig duidelijk. Maar waarschijnlijk worden de delen van de hersenen geactiveerd die ook betrokken zijn bij angst. De cerebrale cortex is het deel van je hersenen dat herinneringen ophaalt en zorgt dat we over dingen nadenken en erop kunnen anticiperen.
Je hebt te weinig verstand van het werk dat je doet, of het werk ligt je niet. Er zijn geen of weinig deadlines waaraan je moet voldoen; er is geen werkdruk. Je hebt te weinig autonomie; je kunt je werk niet naar eigen inzichten inrichten. Dit is een van de voorwaarden voor intrinsieke motivatie.
Het kan ervoor zorgen dat je niet meer kan genieten van leuke dingen, je slaap verstoren, je werkprestaties ondermijnen en kunnen zelfs je vakantie ruïneren. Helaas heeft dit ook vaak te maken met angst(-aanvallen). Dit betekent dat teveel nadenken je niet alleen geestelijk verdrietig maakt maar je ook uitput.
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat therapie, zoals bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of de recentelijk onderzochte autonomie versterkende therapie heel effectieve methoden zijn om je brein te resetten van angstgedachten.
Concentreer je op de ademhaling en je buik en doe dit gedurende een aantal minuten als je het even niet meer overziet. Met onder andere deze manieren kun je leren zelf stress en spanning te reguleren. Hierdoor kunnen je hersenen ook weer tot rust komen en vermindert de overactiviteit. Je hebt er dus zelf invloed op.
Wat zijn angstgedachten? Je bent bang om je baan kwijt te raken, om een ernstige ziekte te krijgen, om iemand die je dierbaar is te verliezen. De angst zit hem in de gedachte dat het vliegtuig misschien wel neerstort, de gedachte om dood te gaan. Angsten zijn heel normaal om te hebben.
Het effect van negatieve gedachten
Negatief denken is verbonden aan angst, depressie en obsessieve-compulsieve stoornis. Maar waar niet iedereen last krijgt van een depressie of angststoornis, worstelen bijna alle mensen weleens met negatieve gedachten. Dit komt door de manier waarop onze hersenen opgebouwd zijn.
Doordat je onvoldoende nachtrust krijgt, kunnen je klachten verergeren. Te veel piekeren kan uiteindelijk leiden tot stress, een burn-out, depressie en angststoornissen.Piekeren zorgt ervoor dat je hoofd overvol raakt.
Vaak komen negatieve gedachten voort uit angst. Je bent bijvoorbeeld bang de controle te verliezen of je bent bang dat het niet goed komt. Je kunt ook negatieve gedachten hebben, omdat je een negatief zelfbeeld hebt of omdat je onder veel stress staat.
Lichamelijke factoren hebben te maken met de witte stof (zenuwbanen) en grijze stof (zenuwcellen) binnen onze hersenen. Tegelijkertijd is niet precies aan te wijzen waar in je hersenen problemen met trager denken ontstaan. Mentale factoren kunnen zijn pijn, depressie, vermoeidheid, medicatie, slaapproblemen, stress.
Motivatie heeft in eerste instantie te maken met 'willen' en demotivatie heeft te maken met 'niet willen'. Anders gezegd: wie niet gemotiveerd is, komt uit zichzelf niet in beweging om iets te doen of na te laten. De moed, wil of lust (zin) ontbreekt om in beweging te komen.
Een gebrek aan motivatie ontstaat al snel als er verveling om de hoek komt kijken. Als je een functie hebt die eigenlijk onder jouw niveau ligt, dan is de kans groot dat je je gaat vervelen. Als het erg uit de hand loopt heb je zelfs kans op een bore-out.
De overdenkers willen iets eerst tot in de puntjes begrijpen. Ze lezen veel, analyseren en stellen vragen. Ze bouwen met hun eigen gedachtes, ver- klaringen en logica een frame van hun werkelijk- heid. Wanneer zich iets nieuws voordoet, checken ze of het past in dit frame.
Leerstijl denker
Je stelt vragen en houdt van logica en redeneren. Daardoor vind je het belangrijker dat je ideeën logisch zijn dan praktisch. Je functioneert het beste in gestructureerde situaties, kan niet goed tegen wanorde en vraagt niet snel om hulp. Je werkt dan ook het liefst individueel.
David Kolb ontwikkelde de leercyclus, een model voor ervaringsgericht leren. Dit model bevat vier verschillende leerfasen en leerstijlen. Volgens Kolb heeft iedereen een persoonlijke leerstijl: een eigen voorkeursmanier van omgaan met lesstof. Er bestaan allerlei vragenlijsten waarmee je 'jouw leerstijl' kan ontdekken.