Probeer erachter te komen waarom je kind heeft gestolen en praat daarover. Zeg dat stelen niet de manier is om dit op te lossen. Leg uit waarom je kind niet mag stelen: wijs op de negatieve gevolgen voor de ander en hoe je kind het zelf zou vinden als er iets van hem wordt gestolen. Geef altijd een passende straf.
Diefstal wordt gezien als een zwaar delict: een misdrijf (en geen overtreding). De maximumstraf is dan ook niet mild: er kan maximaal vier jaar gevangenisstraf opgelegd worden of een geldboete van de vierde categorie (zo'n 20.000 euro). De rechter heeft bij diefstal ook de mogelijkheid om een taakstraf op te leggen.
Liegen heeft te maken met de fase waarin je kind zit (zijn ontwikkeling) of met een bepaalde angst. Bijvoorbeeld omdat je kind bang is voor straf of afkeuring. Je kind wil dan door te liegen een straf voorkomen. Of je kind is erg onzeker en doet zichzelf anders voor dan het is.
Regelmatig kan het kinderlijke gedrag nog naar voren komen in de eerste jaren van de puberteit. Daarnaast kunnen pubers vaak dwars en opstandig zijn. Dat is een normaal onderdeel van hun ontwikkeling: pubers zijn immers op zoek naar een eigen identiteit en dwars gedrag hoort daarbij.
Tips voor brutaal en opstandig gedrag
Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Je stem verheffen of schreeuwen helpt niet. Als je je kind zijn zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen. Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.
“Realiseer je dat het nooit de schuld is van je kind dat jij je teleurgesteld voelt. Het komt door jouw gedachtes en verwachtingen en daar kan een kind niets aan doen. Ieder kind is zoals hij is. Dat kun je een beetje bijsturen, maar verder zijn het toch echt gewoon eigen individuen.
Als hij of zij echt een leugen heeft verteld, geef hen dan een manier om die leugen terug in te trekken. Praat daarna over wat er gebeurd is, en wat ze de volgende keer kunnen doen als ze in de verleiding komen om te liegen. Zoek de reden achter de leugen. Dat is een cruciaal deel van het gesprek.
Accepteer de keuze van je kind, en zeg tegen je kind dat het goed is. Geef je kind het gevoel en de boodschap mee dat je van hem/haar houdt. Maak duidelijk dat je kind altijd welkom is bij je. Geef je kind het gevoel dat hij/zij bij jou terecht kan en altijd naar je toe mag komen.
Herken afwijkingen. Wanneer iemand zich 'anders' dan zijn basishouding gedraagt, is dat een teken dat de ander aan het liegen is. Uitingen hiervan noemt onderzoeker Van Edwards 'hotspots'. Het zijn gedragingen en tics die wijzen op leugenachtig gedrag, maar waar de leugenaar zich niet van bewust is.
Wanneer je peuter je dus een leugentje op de mouw speldt, bedenk dan dat hij niet bewust probeert je te misleiden. Opzettelijk liegen kan je kindje pas vanaf een jaar of 6. Meestal doet je kind dit dan om straf te ontlopen.
Een herhaaldelijk onvermogen zich te verzetten tegen de impuls om te stelen. Deze spullen zijn niet nodig voor eigen gebruik of vanwege de geldelijke waarde ervan. Een toenemend gevoel van spanning vlak voor het plegen van de diefstal. Het stelen gebeurt niet als een uiting van boosheid of wraak.
Overtredingen zijn licht strafbare feiten, zoals vandalisme en openbare dronkenschap. Misdrijven zijn zwaardere strafbare feiten, zoals moord, diefstal en verkrachting.
De maximale strafeis voor eenvoudige diefstal is vier jaar gevangenisstraf of een geldboete van € 20.000. De rechter kan ook kiezen om in plaats van een boete of gevangenisstraf (deels) een werkstraf op te leggen.
Non-verbale communicatie of lichaamstaal
Wanneer iemand zich betrapt voelt op een leugen gaat het lichaam onwennig reageren. Dit merk je aan: een zenuwachtige houding. het gezicht dat rood wordt.
“Mensen die bang zijn om te liegen, beginnen ook vaak met hun vingers te friemelen of tikken. Net zoals een leugenaar vaak de hals aanraakt, krabt aan de nek en de boord van zijn overhemd of das losmaakt”, stelt Glass. “En als hij de hand voor de mond doet, betekent dat vaak dat hij niet alles vertelt.”
Leer je kind dat er uit fouten geleerd kan worden.
' Speel af en toe samen spelletjes; zo leer je dat de gezelligheid en het plezier soms belangrijker is dan het winnen. Benoem dat dan ook naar je kind toe; wanneer jij bijvoorbeeld verliest, of wanneer je kind verliest maar hij/zij positief reageert.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Een gedragsstoornis is een psychische stoornis bij kinderen. Kinderen met een gedragsstoornis vertonen voor langere tijd afwijkend en zeer lastig gedrag. Alle kinderen hebben weleens een periode waarin ze zich opstandig, boos, dwars en agressief gedagen.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.