Het leven is loodzwaar voor de tot slaaf gemaakten. Zo moeten ze suikerriet oogsten in de brandende zon en zijn werkweken van 60 tot 100 uur normaal. Door zware straffen, slechte behuizingen en ziekte verliezen duizenden mensen hun leven.
In Afrika kochten Nederlandse kooplieden slaven van Afrikaanse stamhoofden. Er werd in die tijd veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Een stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en voerde ze naar de kust. Daar verkocht hij ze als slaven aan een koopman.
Het kwam ook voor dat een slaaf die herhaaldelijk wegliep een been afgezet werd, een oor of neus afgesneden of de achillespees doorgesneden werd. De maximale straf die slaven werd opgelegd was de doodstraf. Dit kon door ophanging zijn, levend verbranding of marteling tot de dood er vrij zeker op volgde.
Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.
Tot slaaf gemaakten mensen werden verkocht op slavenmarkten in Afrika en met schepen naar de plantages in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika vervoerd. Zij werkten onder dwang voor een baas zonder dat ze daar geld mee verdienden. De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Tussen 1519 en 1867 vonden wereldwijd naar schatting 27.233 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen stierven ongeveer 3.000.000 Afrikanen.
Slaven werden eigenlijk een beetje behandeld als dieren. Hun hoofd werd kaal geschoren, ze werden vast gezet en kregen een merkteken van hun baas in hun borst, op hun rug, op hun voorhoofd, in hun nek of op hun bovenarm. Slaven werden vaak met duizenden op een boot gezegd, ze konden dus nauwelijks bewegen.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
Opmerkelijk is dat de traditionele vorm van slavernij - mensen als eigendom - in Mauritanië het meest voorkomt. De top-10 van landen met de hoogste percentages slaven bestaat verder uit Haïti, Pakistan, India, Nepal, Moldavië, Benin, Ivoorkust, Gambia en Gabon. Nederland staat in de Index op de 139ste plek.
Nederlanders kijken de slavernij af van de Portugezen. Ze veroveren Portugese gebieden in Zuid-Amerika en het belangrijke steunpunt fort Elmina aan de West-Afrikaanse kust. Nederlanders varen met Europese goederen naar de Afrikaanse kust en ruilen dit tegen tot slaaf gemaakten.
Eerst voeren de schepen naar Afrikaanse westkust om de slaven te kopen, vervolgens vertrok men naar de slavendepots in het Caribisch gebied. Daar werd de lading omgewisseld voor een vracht tafelsuiker of een ander handelsgewas dat naar het vaderland werd vervoerd.
De Arabische slavenhandel was de handel in slaven in het Midden-Oosten en Noord- en Oost-Afrika, voornamelijk tussen 650 en 1900. Het grootste deel van die handel betrof zwarte Afrikanen, maar ook blanken uit West-Europa en Zuid-Europa werden als slaaf verhandeld door onder meer Barbarijse zeerovers.
Daklozen, sekswerkers, alleenstaande moeders, grote arme gezinnen, langdurig werklozen. Dit is slechts een greep uit de zeer diverse groep mensen die tussen 1933 en 1945 van de nationaalsocialisten het stempel 'asociaal' kreeg.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat de opbrengst van de Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw tussen de 63 en 79 miljoen gulden is geweest. Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden.
Sommige mensen worden geboren als slaaf, omdat hun ouders dat zijn. Anderen werken hun leven lang om een schuld of een lening af te betalen. Maar ook gedwongen prostitutie, op jonge leeftijd uithuwelijken en zelfs het verkopen van een orgaan om aan geld te komen, wordt gezien als moderne slavernij.
1619: ons zegt het weinig, in Amerika staat het voor het begin van de slavernij op Amerikaanse bodem. In dat jaar kwamen namelijk de eerste Afrikaanse slaven aan.
Keti Koti betekent 'verbroken ketenen', verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaafgemaakten vastgezet werden.