Je kunt experimenteren met het standpunt, maar de meeste foto's van insecten worden gemaakt vanaf 'ooghoogte'. Je zult regelmatig door de knieën moeten of op de grond liggen voor de mooiste hoek. Er bestaan basisregels voor compositie zoals de 'Regel van derden', maar je kunt daar van afwijken.
Als je weet wat je zoekt, is het ook veel eenvoudiger om het te vinden. Zoek op de plekken die bij de voorkeur van het insect horen. Veel insecten zijn ook dol op poelen en ander stilstaand water. Dit soort plekjes zijn een goed jachtgebied voor de insecten-macrofotograaf!
Gebruik gewoon een snelle sluitertijd, stel vooraf scherp op het mogelijke vliegpad van het insect, gebruik een statief en klik met de burst-modus . U moet uw camera mee pannen met het onderwerp, maar probeer de beweging vast te houden wanneer u op de ontspanknop drukt, omdat zelfs een kleine beweging op de foto te zien zal zijn.
Omdat je met insecten te maken hebt, is het wel aan te raden om een lens te kiezen met een lange brandpuntsafstand. Hiermee kan je meer afstand houden tot je onderwerp en nog steeds dezelfde vergroting krijgen. Een brandpuntsafstand vanaf 90mm is aan te raden voor macrofotografie van insecten.
Je kunt het in een pot of zakje vangen en het dan een paar momenten in de vriezer zetten tot het stilstaat . Maak dan, terwijl het is afgekoeld, je foto's. Als je het invriezen niet te veel doet, zal de mier opwarmen en binnen een paar minuten weglopen.
Insecten met een zacht lichaam moeten worden bewaard in plastic of glazen flesjes met alcohol (70%-85% isopropyl of ethanol alcohol is ideaal) . Deze insecten omvatten larven, schildluizen, termieten, bladluizen, tripsen, zilvervisjes, eendagsvliegen en oorwurmen.
Dit gebeurt op verschillende manieren. De meeste exemplaren worden 'droog' bewaard: aan spelden geprikt in lades of ongeprepareerd in envelopjes. Daarnaast wordt een deel van de collectie 'nat' bewaard in buisjes en potten met alcohol. Van heel kleine insecten worden microscopische preparaten gemaakt.
Je kunt met een spiegelreflexcamera of een systeemcamera automatisch en handmatig scherpstellen op een insect. De automatische scherpstelling is goed te gebruiken bij stilzittende onderwerpen en insecten die wat groter zijn, bijvoorbeeld vlinders.
Soorten zoals de gehakkelde aurelia, de dagpauwoog, kleine vos, citroentje en atalanta zijn als eerste te spotten in de lente! Vlinders, hommels en bijen leven van nectar en stuifmeel van bloemen. Deze insecten hebben het moeilijk als er weinig bloeiende natuur is. De vlinder is kieskeurig als het om bloemen gaat.
Misschien denk je wel: als je vlinders gaat fotograferen kun je het beste een macrolens gebruiken. Met een macrolens kun je inderdaad de vlinder tot in de kleinste details ontzettend mooi en scherp vastleggen. Als je een close-upfoto van een vlinder wilt maken, dan is deze lens ook zeker aan te raden.
INSTELLINGEN VOOR UW VOORKEUREN
Sommige mensen willen hun macro-opname maken in de focus stacking-modus met een diafragma van f8 of hoger om de maximale focus op hun onderwerp te krijgen. Anderen geven de voorkeur aan een zachter gevoel door een enkele opname te maken met een groter diafragma zoals f2.8 of f4.
'In principe kunnen insecten alles tussen 300 en 700 nanometer zien. De meeste lichtreceptoren in insectenogen zijn gevoelig voor ultraviolet, blauw of groen, maar er zijn grote onderlinge verschillen. ' Insecten kregen hun kleurenzicht al voordat er bloemen bestonden.
Maak een macrofoto of -video
Zorg ervoor dat de camera in de foto- of videomodus staat. Ga dicht bij het onderwerp staan, tot wel 2 centimeter. De camera schakelt automatisch over naar de ultragroothoekcamera om macrofotografie mogelijk te maken. Tik op de sluiterknop om een foto te maken of op de opnameknop om de video-opname te starten en te stoppen.
Bij macrofotografie gaat het erom dat je een voorwerp veel groter dan in het echte leven presenteert — een extreme close-up van iets kleins. Een beeldvullend insect in een foto van 10 bij 15 cm en een opname van 10 cm van een cornflake zijn veel groter dan levensgroot: beide zijn voorbeelden van macrofotografie.
De meeste insecten kom je tegen tijdens een natuurwandeling. In botanische tuinen en graslanden rijk aan wilde bloemen, kom je voornamelijk vlinders, bijen en hommels tegen. Maar ook sprinkhanen vertoeven op de graslanden, zij leven voornamelijk van grassen en houden van veel zon.
Dit zijn bloemen waar insecten dol op zijn: wilde kamperfoelie, lavendel, marjolein, tijm, salie, ijzerhard, kruipend zenegroen, herfstaster, koninginnekruid, adderwortel, hemelsleutel, zonnehoed, valeriaan, klimop, paardenbloem, grote teunisbloem, look-zonder-look, kaasjeskruid, kattenstaart, teunisbloem, kogeldistel ...
De zomer is dus het seizoen waarin de meeste insecten, zowel vliegend als kruipend, actief aanwezig zijn. Er is dan vooral veel overlast van muggen, vliegen en fruitvliegjes. Wanneer we een lange nazomer hebben, blijven insecten zelfs tot de maand september actief.
Kenmerken van de lente
De knoppen van bomen en struiken gaan uitlopen en je ziet overal bloesem. Je ziet veel knol- en bolgewassen, zoals krokussen, narcissen, tulpen en hyacinten. Dieren komen uit hun winterslaap of winterrust. Vogels gaan nestelen en broeden.
“Mijten en insecten kunnen geen rood licht zien. Als je dan bij weinig daglicht LED-lampen aanschakelt met veel rood, werken natuurlijke vijanden eigenlijk in de schemering. Dit kan een effect hebben op de soorten die vooral overdag actief zijn”, vertelt Marjolein Kruidhof van Wageningen University & Research.
Zoek naar een prettige achtergrond . Beweeg rond om de beste hoek te vinden. Veel insecten bewegen snel en je wilt geen geweldige foto missen omdat je aan het klooien was met je camera-instellingen.
Fotografeer je een vliegende vogel, let dan goed op de sluitertijd. Om de beweging te bevriezen, heb je een korte sluitertijd nodig van bijvoorbeeld 1/500s of 1/1000s. Vliegt de vogel erg dichtbij, dan heb je een nog kortere sluitertijd nodig. Opvliegende duiven, gefotografeerd met een sluitertijd van 1/1000s.
- Het meest diervriendelijk en praktisch is het doden in een vriezer. Gevangen vlinders worden in een potje met tissue gedaan en een uurtje in de vriezer gezet. De vlinder zal door de kou inslapen en ondervindt een zachte dood. Voordeel is dat de vlinder in de vriezer bewaard kan blijven tot het moment van opzetten.
Sterk geurende planten: Insecten hebben vaak een hekel aan de geur van sterk ruikende planten zoals salie. Als je deze planten in de buurt neerzet van jouw aangetaste planten, blijven de meeste insecten weg. Koud water: Besproei je kamerplanten en tuinplanten regelmatig met koud water, daarmee spoel je insecten weg.
Bewaar temperatuur 15 - 20 graden. Let op! Sprinkhanen zijn extreem gevoelig voor insecticide, zorg ervoor dat alles goed schoon gewassen is. Sprinkhanen hebben tevens behoefte aan calcium en het advies is dit aan het menu toe te voegen.