Snoeken zijn echte jagers die hun prooien onderscheppen door gebruik te maken van drie belangrijke hulpmiddelen: de ogen, het zijlijnorgaan en de sensoren in de onderkaak. Snoek is een zichtjager, dus de ogen spelen vanzelfsprekend een belangrijke rol bij het detecteren van prooien.
Zieke dieren, ratten, vissen en kuikentjes zijn het menu van dit prachtige dier. Een gemiddelde snoek van 1m eet voor ongeveer 500gram vis per 3 dagen.” Al zit er geen snoek van een meter, vele kleinere exemplaren maken het wellicht nog erger. Ook een snoek van 60 centimeter rooft en moord tientallen kilo`s per jaar.
Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren.
Ja, snoeken kunnen mensen bijten. Maar op enkele incidenten na komt dit over het algemeen nooit voor in Nederland. Een snoek is dan wel een roofvis maar de snoek eet geen mensen vlees. En gelukkig maar want snoeken hebben wel 700 vlijmscherpe tanden.
Nee, snoeken zijn niet gevaarlijk voor mensen, maar vanwege hun bruuske aanvallen gebeuren er wel eens ongelukjes met zwemmers die in hun voet gebeten worden of mensen die hun hand langs een varende boot houden.
Maar hoe gevaarlijk is deze vis eigenlijk? Volgens snoekvisser Joost Kamminga eten snoeken echt geen mensen: "Nee, echt niet. Snoeken eten voornamelijk kleine vissen, kuikentjes. Waarschijnlijk heeft deze snoek zich in het nauw gedrongen gevoeld.
Dit seizoen hebben er ook al weer 2 op het meetlint gelegen. Op het grote water is het zo dat de kleinere snoek vaak dichter bij de kant op circa 1 tot 2 meter diepte verblijft. Logisch natuurlijk. Op het diepere open water is een kleinere snoek een makkelijke prooi voor een buffel.
De beste stekken
Er liggen boten die in de winter bewoond worden en dus verwarmd zijn, ideaal voor een vis om bij in de buurt te liggen. Grote steigers of delen waar veel boten bij elkaar liggen zijn weer ideaal als schuilplaats voor zowel witvis als snoek.
Het vlees van de snoek is heel stevig van structuur maar heel zacht van smaak, ontzettend lekker! Het bevat wel vrij veel kleine graten, sommigen zelfs gevorkt. Maar dat is het helemaal waard.
Op viswater komen vaak sloten of kleinere kanalen uit (2). Dit soort waterkruisingen zijn zeker een erg goede plek om te snoek vissen. Voor snoek zijn dit namelijk aantrekkelijke plekken omdat hij hier zowel kan jagen op vis uit het grotere viswater als op vis die uit de zijtakken komt zwemmen.
Snoeken zijn net als veel anderen vissen niet de hele dag actief. Je kunt daarom het beste gaan snoeken in de tijden dat ze wel actief zijn, namelijk 's morgens en in de namiddag tot avond. Rond het middag uur is de vis vaak vrijwel niet actief en hangt deze meer een beetje rond de bodem dan dat deze actief jaagt.
Dood aas op grote snoek
Volgens veel vissers kan je het beste grote snoek vangen met dood aas. De mannen gaan met dood aas aan de slag. Ze vissen met dobbers en loden deze zo uit dat de aasvis net boven de bodem hangt. Ze krijgen een mooie dikke snoek aan de lijn.
vissen in en bij een aangewezen stuw of in of bij een aangewezen vispassage € 150,- vistuig voorhanden terwijl vistuig op dat moment verboden is € 100,- 1 of 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,- meer dan 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,-
Tip 1: Vis op de juiste plek
Je vindt snoekbaarzen niet zo maar in ieder water. In sommige wateren zit helemaal niets terwijl er in ander water juist een goede populatie te vinden is. Snoekbaarzen houden niet van licht dus ga niet vissen in helder water, want daar zal maar weinig snoekbaars zitten.
Het is een zoetwatervis. De snoek eet kleinere vissen zoals voorntjes, baarsjes en kolblei. Het verschil tussen de snoekbaars en de snoek is dat de snoekbaars meestal stekels heeft en de snoekbaars is een beetje grijs en heeft geen stippen. De snoek kan 10 jaar oud worden, maar ze worden meestal maar een paar jaar oud.
Belangrijk om te weten is dat het niet per definitie diep hoeft te zijn; ook haventjes en inhammen die slechts 2 tot 3 meter diep zijn kunnen grote scholen aasvis bevatten en daarmee ook (grote) snoek.
Snoeken voelen zich thuis in gebieden met dichte vegetatie en zacht stromend water, zoals beken, meren en rivieren. Ze houden het meest van koud, diep water. Als de temperatuur te warm wordt, zoeken ze diepere wateren op. Wanneer je gaat snoekvissen, zoek dan naar ondiep water met veel onkruid en gewassen aan de kant.
De winter is voor het snoekvissen misschien wel een van de meest effectieve tijden van het jaar. Doordat de aasvis samen gaat scholen in grote groepen en de snoeken deze volgen, kan het zeer gemakkelijk zijn om veel en grote snoek te vangen.
Deze roofvis schuwt het licht en zoekt het liefst de duisternis op. Dat is ook de reden dat de glasoog in het donker vaak ondieper komt te liggen. Door de unieke werking van de ogen kunnen hebben snoekbaarzen in troebel water of in het donker nog relatief goed zicht in tegenstelling tot baars of snoek.
Tijdens de zomer kun je snoek in vrijwel alle lagen van het water wel vangen. In tegenstelling tot de winter, komen ze tijdens de zomer ook veel aan het wateroppervlak. Je zult tijdens het snoekvissen dan ook regelmatig snoek boven het water uit zien springen wanneer ze aan het jagen zijn.
Een blinker is een spinner in de volksmond, dit is een heel effectief stukje kunstaas om roofvissen te vangen zoals snoek, snoekbaars, baars, forel, roofblei en windes.
Geur is belangrijk bij roofvis!
Naast zicht is het reukvermogen van de snoek goed ontwikkeld. Als visser kan je hier goed op inspelen door bijvoorbeeld gebruik te maken van zoutwatervissen, zoals: makreel, haring en spiering. Deze vissen ruiken sterker dan de zoetwater varianten.
Hoe snel een snoek exact kan versnellen en zwemmen is onduidelijk, maar er zijn onderzoeken die erop duiden dat ze snelheden kunnen bereiken van 7 meter per seconde (omgerekend 25,2 km/h!).
De grootste snoek werd op basis van een reconstructie van botfragementen, gevangen in de 4de of 5de eeuw na Chr. in de rivier de Velika. De lengte werd bepaald op 1,82 meter. Als maximum-lengte voor de snoek speculeren de onderzoekers over een lengte van 1,90 tot 2 meter.