Met een geleidelijke methode begin je merrie en veulen te scheiden tijdens het voeren met een veilige omheining tussen hen voor korte periodes per dag. Je verlengt de tijdsduur geleidelijk in de loop van meerdere dagen, totdat je ze niet meer bij elkaar zet.
Zorg voor een grote, schone stal met veel stro, zodat de merrie comfortabel kan liggen, of een veilige weide. Zorg voor voldoende licht in de stal (laat ook 's nachts de lampen aan) Noteer nuttige telefoonnummers van o.a. je dierenarts of iemand die het veulen of de merrie kan vervoeren als je naar de kliniek moet.
Een met de hand grootgebracht veulen moet op de leeftijd van vijf maanden volledig gespeend zijn.
Een veulen kun je afspenen wanneer het tussen de drie en zes maanden oud is. Op een jongere leeftijd beginnen is onverstandig, voor zowel merrie als veulen. De eerste drie maanden is het lichaam van de merrie gericht op het produceren van melk. Zij moet haar productie echter ook kwijt kunnen.
In werkelijkheid is het onwaarschijnlijk dat een veulen dat geboren wordt voor 310-320 dagen dracht zal overleven . Zelfs met intensieve zorg zijn interne organen zoals de longen onderontwikkeld en de kubusvormige botten van de spronggewrichten en knieën zijn waarschijnlijk niet voldoende verbeend (gehard) om het gewicht van het veulen te dragen.
Anders dan bij mensen is de overlevingskans van te vroeg geboren veulens zeer klein. Veulens die geboren worden na een draagtijd van minder dan 300 dagen overlijden vaak binnen korte tijd. Ook bij een iets langere draagtijd, maar nog onder de 320 dagen, zijn de overlevingskansen zeer gering.
Verzorging vóór het spenen
Bij vrij rondlopende of verwilderde paarden worden veulens op natuurlijke wijze gespeend rond de acht tot negen maanden oud, terwijl de meeste managementsystemen veulens spenen tussen de vier en zes maanden oud . Veulens brengen de eerste vier tot vijf maanden door aan de zijde van hun moeder en ontvangen voeding uit de melk van de merrie.
Naarmate het veulenen van de ezel dichterbij komt, zal de merrie meer solitair worden. De uier zal opzwellen en inzakken gedurende vier weken voordat deze uiteindelijk in omvang toeneemt, tot het stadium waarin de tepels en de uier gezwollen zijn en de uier bijna niet meer te onderscheiden is van de tepels. In de laatste 72 uur begint de melk meestal te lopen.
Controleer het schildje, de ring en het zuigdeel van de fopspeen iedere keer voordat je 'm aan je baby geeft op zwakke plekken, scheurtjes of bijtsporen. Trek even flink in alle richtingen aan het zuiggedeelte. Vervang de fopspeen van je baby iedere 6 weken. Dit is een Europese richtlijn.
Onthoud de 1-2-3-regel.
1: Veulens moeten op een leeftijd van één uur kunnen staan.2: Veulens moeten op een leeftijd van twee uur succesvol kunnen drinken.3: Merries moeten binnen drie uur na de geboorte hun vliezen verliezen .
Grote paarden dragen gemiddeld 330 dagen (11 maanden). Minipaarden staan erom bekend dat hun draagtijd korter is. Sommige minipaarden bevallen al rond de 300 dagen van een gezond veulen. Op basis van het gemiddelde zou je uit kunnen gaan van 320 dagen dracht bij minipaarden.
Het alleen laten opgroeien van een veulen is niet raadzaam, omdat dit op latere leeftijd tot minder sociaal gedrag kan leiden, dan wanneer het paard in een groep geplaatst wordt. De opfok draagt bij aan het ontwikkelen van goed sociaal gedrag in een groep ten opzichte van andere paarden.
Voor het spenen moeten de veulens gewend zijn aan een voersoort waar ze op kunnen spenen. Gespeende veulens moeten goed voer krijgen, onbeperkt toegang hebben tot goed hooi en moeten krachtvoer krijgen om te helpen aan hun energiebehoeften te voldoen .
Veulens kunnen bijten om meerdere redenen: als spel, om steun te zoeken, als exploratie (onderzoekend gedrag) of als agressie.
Terwijl u zoekt naar een oplossing om dit veulen groot te brengen, dient hij ondertussen voldoende melk te krijgen. De eerste dag drinkt het veulen 10% van z'n lichaamsgewicht (wat voor een gemiddeld veulen van 50kg al 5l per dag is), vanaf de 2de dag drinkt hij 20% van z'n lichaamsgewicht.
De visuele tekenen van de gereedheid van een merrie om te veulenen zijn: Uieruitzetting begint 2-6 weken voor het veulenen . Ontspanning van de spieren van de croupe 7-19 dagen voor het veulenen; ontspanning rond de staartkop, billen en lippen van de vulva. Tepels vullen zich 4-6 dagen voor het veulenen.
De draagtijd van de merrie is 320-360 dagen. We spreken over een te vroeg geboren veulen als het veulen 1-2 weken eerder dan 320 dagen wordt geboren. De geboorte van een veulen gaat snel, er is meestal weinig tijd als de geboorte eenmaal begint om iedereen die mee wil kijken erbij te halen.
Een kruising tussen een ezel en een paard wordt ook wel een muildier of muilezel genoemd. Deze kruising ontstaat ofwel wanneer een paardenmerrie en een ezelshengst ofwel een paardenhengst en een ezelmerrie met elkaar paren. Soms gebeurt dit opzettelijk tijdens het fokken.
Over het algemeen kun je wel stellen dat je het veulen liever niet van de moeder moet scheiden voor het vier maanden oud is. Beter is te wachten tot een leeftijd van vijf of zes maanden. Soms kun je niet zo lang wachten, bijvoorbeeld omdat een laat in het seizoen geboren veulen met leeftijdsgenoten in een koppel gaat.
Er zijn meerdere methoden om geleidelijk te spenen, maar over het algemeen gaat het om een korte en dan langere scheiding van de merrie en het veulen. Dit kan worden gedaan over meerdere dagen (7 tot 10) of zelfs weken (3 tot 4) .
7e maand. Het veulen groeit deze maand van 65 tot 70 cm en zijn gewicht zit rond de rond de 12 kilo.
Ze liggen languit op hun zij en alles rust op de grond.De benen liggen hierbij gestrekt. Paarden die niet in deze houding kunnen/gaan liggen, zullen dus nooit in een REM-slaap kunnen komen. Vaak gaat er een lichte slaap aan deze diepe slaap vooraf.
2. Gedurende het eerste levensjaar moet ieder veulen standaard 4 maal ontwormd worden. 2.1 De eerste maal dient te gebeuren op een leeftijd van 2-3 maanden. Op dat moment vormen spoelwormen het grootste gevaar en zal er dus voor behandeling met een Benzimidazole gekozen worden.
Veulenziekte is een bacteriële infectie die het veulen tijdens de eerste levensweken treft, als de antilichamen van het dier nog geen volledige bescherming bieden.