Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben. Dit is in het geval van gehuwden, geregistreerde partners of medehuurderschap.
De partner heeft momenteel niet de bedoeling om zelf hoofdhuurder te worden; De woning is minimaal 2 jaar het hoofdverblijf van de partner en gedurende deze periode hadden partner en hoofdhuurder een 'duurzaam gemeenschappelijk huishouden'.
De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt. Ook moet u samen een gemeenschappelijke huishouding hebben.
U dient als medebewoner minimaal twee jaar uw hoofdverblijf in de woning te hebben; Er dient sprake te zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Een duurzame gemeenschappelijke huishouding houdt in dat de bewoners van plan zijn langdurig samen te wonen.
U kunt medehuurderschap aanvragen. Voorwaarde is dat u minimaal 2 jaar samenwoont met degene voor wie u zorgt. En dat u al lange tijd samen een huishouding heeft, dus bijvoorbeeld samen eet. Vraag bij de verhuurder van de woning of u medehuurder kunt worden.
Het huurcontract staat op 2 namen (contractuele medehuur)
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.
Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.
Antwoord. U kunt overname van de woning voorstellen aan de woningcorporatie, maar die zal de woning willen toewijzen op grond van de reguliere regels voor de woonruimteverdeling. En dan zijn er waarschijnlijk kandidaten die eerder voor de woning in aanmerking komen dan u.
Als het medehuurderschap geregeld is, ben je samen met je partner verantwoordelijk voor het op tijd betalen van de huur, het onderhoud en kleine reparaties. Bovendien heb je recht op huurbescherming. Dat betekent, dat je niet zomaar je woning mag worden uitgezet.
U bent bevoegd om zolang u wilt iemand onder uw dak te laten verblijven. Met wie en hoe lang u samenwoont betreft uw persoonlijke leven en daar heeft de verhuurder niets mee te maken.
Als de hoofdhuurder opzegt en vertrekt, of als hij overlijdt, wordt u de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dus niet uit. Ook als de eigenaar of verhuurder van de woning geen toestemming gaf voor onderhuur. Stuur de verhuurder een brief om te laten weten dat u de nieuwe hoofdhuurder bent.
Voor huurcontracten gesloten nadat het nieuwe huurdecreet in werking getreden is - volgens het voorontwerp voorzien op 1 september 2018 - kan elke huurder op elk moment de huurovereenkomst in zijn naam opzeggen.
Ze moeten onderling overeenkomen wie blijft en wie vertrekt. Raken ze daar niet uit, dan hakt de rechter de knoop door. Bovendien moeten ze afspraken maken met de verhuurder over het huurcontract. Zolang daar geen akkoord over is met de verhuurder, blijven beide partners verantwoordelijk om de huurprijs te betalen.
Sinds 1 juli 2022 mag uw verhuurder de huur verhogen met: maximaal 2,3%, als de (kale) huur € 300 of meer per maand is. maximaal € 25, als de (kale) huur lager is dan € 300 per maand. Dat is hoger dan 2,3 %.
Eventuele administratieve werkzaamheden zoals het opstellen van een huurcontract zijn aan te merken als standaard verhuurwerkzaamheden waar een verhuurder geen extra kosten voor in rekening mag brengen.
Huurcontract voor bepaalde tijd
Voorwaarde is dat de verhuurder de huurder op tijd schriftelijk informeert over het einde van de huur. Dat wil zeggen tussen drie maanden en een maand voor de afgesproken einddatum. Voor een Zelfstandige woning is de afgesproken periode waarin u (iets) huurt maximaal 2 jaar.
In de meeste gevallen kunt u een huurwoning niet overdragen aan uw kind als uw kind bij u woont. Als u verhuist of overlijdt, wijst de verhuurder de woning toe aan een nieuwe huurder. Uw inwonende kind krijgt zes maanden de tijd om een andere woning te zoeken. Er is één uitzondering.
Iedereen met wie u in 1 huis woont én op hetzelfde adres is ingeschreven bij de gemeente, telt als medebewoner. Bijvoorbeeld uw kind, een ouder, huisgenoot of iemand anders die bij u woont. Uw toeslagpartner is géén medebewoner.
Soms komt het voor dat een kind medehuurder kan worden. Het inwonend kind moet in ieder geval minimaal 35 jaar oud zijn en zijn hele leven staan ingeschreven op het adres van zijn ouders. Daarnaast moet er ook worden aangetoond dat het kind een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voert met zijn ouders.
Inschrijving bij de gemeente
De persoon die bij u komt wonen dient zich daarnaast in te schrijven op uw adres. Dit kan bij de gemeente (Basisregistratie Personen, BRP). De overheid controleert namelijk aan de hand van het BRP de samenstelling van het huishouden. Dat is van belang voor verschillende regelingen.
Op een getekende huurovereenkomst kunt u dus niet zomaar terugkomen. Dat kan alleen als sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals bedrog of dwaling. Daar is niet zo snel sprake van. Als er geen minimale looptijd in het huurcontract staat, kunt u natuurlijk wel de huurovereenkomst zo snel mogelijk opzeggen.
Er is geen vaste regel wie de woning moet verlaten en wie na de scheiding in de woning mag blijven wonen. Het is niet relevant op wiens naam het huurcontract staat. Ook niet relevant is of een partij de woning al voor het huwelijk had. De verhuurder heeft ook geen zeggenschap over wie mag blijven en wie niet.