Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. Behalve voor Hemelvaart en Hemelvaartsdag geldt dat bijvoorbeeld voor: Pasen, Kerstmis, Suikerfeest, Offerfeest, Chanoeka, Moederdag en Nieuwjaar.
De namen van de maanden worden klein geschreven.
Hoofdletterregels feestdagen
Samenstellingen of afleidingen van het woord krijgen een kleine letter. Zo schrijven we eerste kerstdag en tweede kerstdag met een kleine letter. Ook kerstavond, kerstochtend, kerstontbijt krijgen geen hoofdletter.
hoofdletters bij feestdagen
Een naam van een religieuze periode krijgt een kleine letter (carnaval, ramadan, vastentijd).
Officiële namen van feestdagen, zoals Kerstmis, schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals kerst, schrijven we met een kleine letter. Samenstellingen met kerst schrijven we klein: kerstavond, kerstbal, kerstdag, kerstfeest, kerstkaartje, kerstvakantie.
Als we verwijzen naar de feestdag (1 januari), schrijven we Nieuwjaar met een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen, zoals Nieuwjaar, krijgen een hoofdletter. Gesloten op Kerstmis en Nieuwjaar.
De correcte spelling is Pasen, met een hoofdletter.
Officiële namen van feestdagen, zoals Pasen, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein: paasfeest, paasvakantie, paasmaandag, paasbloemen.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
De goede schrijfwijze is dus Pasen. Ook met een hoofdletter zijn: Kerstmis, Nieuwjaar, Pinksteren, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Oud en Nieuw, Loofhuttenfeest, Suikerfeest, Bevrijdingsdag, Moederdag, Sinterklaas, Koninginnedag, Valentijnsdag.
– Koningsdag wordt geschreven met een hoofdletter K omdat alle officiële feestdagen met een hoofdletter beginnen. – Het woord koningsdag met een kleine letter wordt geschreven als het niet gaat om onze nationale feestdag, maar om een algemene feestdag ter ere van een koning.
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. Behalve voor Hemelvaart en Hemelvaartsdag geldt dat bijvoorbeeld voor: Pasen, Kerstmis, Suikerfeest, Offerfeest, Chanoeka, Moederdag en Nieuwjaar.
Het feest zelf wordt met een hoofdletter gespeld. Samenstellingen met 'halloween-' worden met een kleine letter gespeld.
Een vrolijk kerstfeest in de lage landen.
Je kunt zeggen: "Prettige Kerstdagen," "Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar," of "Zalig Kerstfeest!"
De namen van de dagen van de week worden klein geschreven.
Maanden, weekdagen en feestdagen
De namen van de dagen van de week en van de maanden van het jaar worden met een hoofdletter geschreven. Dat geldt ook voor feestdagen. De namen van seizoenen worden niet met een hoofdletter geschreven.
Het Groene Boekje schrijft voor dat namen van feestdagen en feesten altijd een hoofdletter krijgen. Je schrijft dus Pasen en niet pasen. Maar let op: als het gaat om informele aanduidingen van diezelfde feestdagen, schrijf je een kleine letter. Dus schrijf je geen Tweede Paasdag, maar tweede paasdag.
Dit gaat over een langere periode en wordt dus niet gezien als een officiële naam van een feest, dus geschreven met kleine letters. Zonder hoofdletter: kerstfeest, eerste kerstdag, tweede kerstdag, kerstavond, kerst, kerstontbijt, kerstviering, kerstboom, kerstversiering, advent, adventsperiode.
Als naam van de heilige Sint-Nicolaas (de bisschop van Myra) of de personificatie daarvan (in wie kinderen geloven) krijgt Sinterklaas een hoofdletter. De aanduiding functioneert dan als een eigennaam: ze benoemt een unieke persoon.
Niet alle eigennamen worden met een hoofdletter geschreven: namen van (cultuur)historische perioden (middeleeuwen, barok) krijgen een kleine letter, evenals de namen van de maanden en de dagen van de week (maandag, januari). In andere talen gelden voor dergelijke eigennamen soms andere conventies.
oudjaar / Oudjaar*, oudejaar / Oudejaar*, oudejaarsavond / Oudejaarsavond* De correcte spellingen zijn oudjaar, oudejaar en oudejaarsavond. Niet-officiële en informele namen van feestdagen, zoals oudjaar en oudejaar, krijgen een kleine letter.
Officiële namen van feestdagen, zoals Moederdag, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met Moederdag schrijven we klein: moederdagcadeau.
Feestdag met een hoofdletter
Ook de volgende feestdagen schrijf je met een hoofdletter: Kerstmis, Nieuwjaar, Pinksteren, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Oud en Nieuw, Loofhuttenfeest, Suikerfeest, Bevrijdingsdag, Moederdag, Sinterklaas, Koninginnedag, Valentijnsdag.
De correcte spelling is Vaderdag, met een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen, zoals Vaderdag, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met Vaderdag schrijven we klein: vaderdagcadeau.
De correcte spelling is oud en nieuw, met kleine letters.
Officiële namen van feestdagen, zoals Nieuwjaar, schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals oud en nieuw in de vaste combinatie oud en nieuw, schrijven we met een kleine letter.