Voor een baron luidt die formule Hoogwelgeboren heer baron en voor een barones Hoogwelgeboren vrouwe barones. Bij brieven aan adellijke personen schrijven we in het adres de volledige naam na de titel. De titel krijgt dan een hoofdletter omdat die het eerste woord van de regel is.
De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Deze titels kunnen zijn, van laag naar hoog: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins. Adellijke personen zonder titel dragen het predicaat jonkheer of jonkvrouw. Zij behoren wel tot de Nederlandse adel, maar hebben geen titel.
In de hoogste kringen, zoals bij de adel, is voor een deel een eigen dialect ontstaan, waarmee men zich onderscheidt van de 'gewone burger'. Kenmerkend voor dit dialect zijn het gebruik van veel Franse uitdrukkingen (douceurtje voor fooitje) en het afkeuren van bepaalde woorden.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Dat wil zeggen dat de oudste zoon zich baron mag noemen. De rest is titelloos en is dus gewoon jonkheer of jonkvrouw. Deze komt vooral voor in families die tot de adelstand verheven zijn. Overgang op iedereen komt het meeste voor bij 'geslachten' die ooit ingelijfd of erkend zijn.
Prins is de hoogste adellijke titel, maar kan ook een (lagere) vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is Prinses. Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel, en met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent wordt koningin genoemd.
Door huwelijk verkrijgt men geen adeldom, maar een niet-adellijke echtgenote van een graaf of baron wordt in het maatschappelijk verkeer vaak wel als 'gravin' of 'barones' aangeduid: A.B.C. gravin van Limburg Stirum - Jansen.
De griffier zit vanuit de rechtszaal kijkend rechts van de rechter(s) en draagt ook een toga. Hij wordt net als de rechter(s) aangesproken met 'edelachtbare' (bij een rechtbank), 'edelgrootachtbare' (bij een gerechtshof) of 'edelhoogachtbare' (bij de Hoge Raad).
Graaf is een adellijke titel. Het vrouwelijke equivalent is gravin. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de graventitel boven die van burggraaf en onder die van markgraaf (markies).
Adel in Nederland
Er zijn zeven titels in totaal. Van hoog naar laag: prins/prinses, hertog, hertogin, markies, markiezin, graaf/gravin, burggraaf/burggravin, baron/barones, ridder. De titel Ridder komt het minste voor, daar zijn slechts zeven families van in Nederland.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
Via diverse Schotse websites kun je de adellijke titel Laird, Lord of Lady kopen als je een stukje grond koopt van ongeveer een vierkante meter. Wordt dat ook erkend in Nederland? Ja, in de zin dat je naar Schots recht dan dat stukje grond hebt gekocht en naar Schots recht die titel mag voeren.
De adel komt voort uit de standenmaatschappij die veel landen vroeger kenden of nu nog kennen. Nederland bijvoorbeeld heeft nog steeds een wettelijk beschermde en erkende adelstand. De titel die je draagt moet in officiële documenten worden vermeld. je mag jezelf dus niet zomaar een titel aanmeten.
Jonkheer en jonkvrouw zijn adellijke predicaten in Nederland en adellijke titels in België (arrest van het Hof van Cassatie, 1927). De afkortingen voor jonkheer en jonkvrouw zijn respectievelijk jhr. en jkvr. Beide dienen met kleine letters te worden geschreven.
In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct. Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt. Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen. De ongeschreven regel luidt dus: zolang je je dus prettig voelt bij het woord dat je gebruikt, kan het niet fout zijn.
Beide woorden zijn correct, en het ene is niet beter dan het andere. Koelkast is hooguit gebruikelijker dan ijskast. Een koelkast koelt etenswaren; er zit geen ijs in.
Vandaar dat taalgebruikers op stand soms ijskast zeggen. Niet alleen de woorden ijskast en koelkast verschillen in stand. In het onderstaande rijtje werd het eerste woord vooral gebruikt door de lagere klasse en het tweede woord vooral door de hogere klasse: biertje / pilsje.