De gemiddelde bouwtijd van een
De schepen van de VOC
Voor de VOC-reizen van en naar Indië werden 'spiegelretourschepen' gebruikt: driemast-zeilschepen van zo'n 40 meter lang en 10 meter breed. Een enkele reis duurde 8 maanden, een 'retour' soms wel 2 jaar.
Gedurende bijna 200 jaar van zijn bestaan werden ongeveer 4700 schepen naar Azië uitgerust, waarvan bijna 1700 in de zeventiende en meer dan 3000 in de achttiende eeuw.
Door de grote aanvoer en de relatief lage prijs werd peper in Europa een algemeen gebruiksgoed. De peper werd ingekocht in Azië voor zo'n 10 tot 12 cent per pond en verkocht in Europa voor 30 tot 60 cent.
Het schip is gebouwd aan de hand van globale schetsen. Er zijn niet eerst gedetailleerde bouwtekeningen gemaakt, zodat ook de gewichtsberekening globaal was. Pas nu weten we het exacte gewicht: 580 ton.
Een schip dat vanuit Nederland uitvoer voor een reis naar bijvoorbeeld Indonesië had voor negen maanden voedsel bij zich. Dat was op zichzelf ruim voldoende. De eerste plaats waar voedsel en water konden worden ingeslagen was Kaap de Goede Hoop en dat lag op vier maanden varen van Holland.
De schipper of kapitein, was de hoogste man aan boord. En die sliepen dus ook in de beste ruimte die in zo'n schip maar was; de kajuit. Een voorbeeld daarvan was de matroos, die sliep in de koebrug.
In Azië was weinig belangstelling voor kaneel, omdat de prijs daar te hoog lag. De VOC probeerde op deze manier te voorkomen dat in Azië aan derden verkochte kaneel op de Europese markt kwam. In de Republiek werd de kaneel tot 1750 voor tussen de 2 en 3 gulden per pond geveild.
Suiker is voor het 17e eeuwse Amsterdam het 'Witte Goud'. De suiker komt van de Surinaamse plantages. De plantagehouders kopen Afrikaanse slaven om hier te werken.
Het wordt afgeraden nootmuskaat in grote hoeveelheden te consumeren aangezien het de stof myristicine bevat. Die stof zorgt in een hoge dosis voor hallucinaties en kan zelfs giftig zijn.
In de Gouden eeuw zorgen schepen van de West Indische Compagnie voor ongekende rijkdom in de Nederlanden en de kooplieden verdienen geld als water met onder andere de handel in tot slaaf gemaakten. Hiervoor betalen honderdduizenden tot slaaf gemaakten een hoge prijs met hun leven en met hun vrijheid.
Eén van de bekendste VOC-schepen uit de roemrijke 17e eeuw is zonder twijfel de Batavia. Dit Nederlandse pronkstuk werd tussen 1627 en 1628 op de Peperwerf in Amsterdam gebouwd.
Met de oprichting van de VOC kon Nederland de strijd aangaan met de Engelsen en de Portugezen. Dankzij de monopolie (alleenrecht dat alleen de VOC in naam van de Republiek overzees mocht handelen met andere landen) die de VOC van de Staten-Generaal kreeg, kon de VOC veel winst gaan maken.
Het menu op een VOC-schip
's Ochtends at men meestal gortepap, eventueel met pruimen en boter. Het middageten was de warme maaltijd en bestond uit een combinatie van rijst, erwten of bonen enerzijds en stokvis, rundvlees of varkensvlees anderzijds, alle drie in ruime mate gepekeld.
In de achttiende eeuw bedroeg het aantal opvarenden van een schip tussen de 180 en 230. Ongeveer een derde van deze opvarenden waren mensen die als passagier meegingen. Kooplieden, ambachtslieden, ambtenaren en soldaten. De grootste groep aan boord werd gevormd door de bemanning.
Het leven aan boord van een VOC-schip was, voornamelijk voor de matrozen en soldaten, een gevaarlijke onderneming. Schepen moesten stormen en plunderingen doorstaan en de kans op ziekte was groot. Hoge officieren hadden meer kans een reis te overleven dan zij die laag in rang stonden.
Totdat Europese handelaren met schepen rond Afrika begonnen te varen, was dat de enige weg waarop kruiden en specerijen Europa haalden. Dat verklaart meteen de gepeperde prijs. Ze moesten nog stap voor stap ingevoerd worden via de specerijenroute. Peper groeide bijvoorbeeld vooral in India.
Het lukte de VOC een monopolie op nootmuskaat, foelie en kruidnagel te veroveren. Dat leidde in Europa tot torenhoge prijzen. Niet omdat het verbouwen zo duur was, maar omdat de VOC de prijs kon bepalen.
Suiker werd pas in West-Europa ontdekt tijdens de kruistochten in de elfde eeuw na Christus. Kruisvaarders die terugkeerden naar huis hadden het over “een nieuw kruid” en over hoe aangenaam deze stof was. Het eerste suiker werd in Engeland aangetroffen in 1099.
De term 'peperduur' wordt gebruikt voor spullen of goederen die extreem duur zijn of voor de gemiddelde burger onbetaalbaar zijn.
De acties van de VOC
De compagnie dreef handel met verschillende Aziatische landen, zoals het latere Nederlands-Indië (Indonesië), de kaapkolonie (Zuid-Afrika), Ceylon (Sri-Lanka) en Japan. Ze verhandelde producten zoals specerijen, koffie, textiel en porselein.
Peper, Kruidnagelen, Muskaatnoten en Foelie, Kaneel, Rijst, Koffie, Thee, Suiker, Opium, Goud en Zilver, Koper, Tin, Porselein, Olifanten, Zijde, Kleden, effen/gestr., Kleden, gedecor.
VOC-schepen hadden vreemd genoeg niet één kapitein. Er waren twee mensen de baas: de schipper en de opperkoopman. De schipper moest het schip en de bemanning heelhuids in Batavia zien te krijgen. De opperkoopman werd door de VOC meegestuurd om te zorgen dat de reis zo snel en winstgevend mogelijk verliep.
De Clipper Stad Amsterdam is een schip met een verhaal. Een verhaal dat begint tijdens SAIL Amsterdam 1995, wanneer vijf Amsterdamse wethouders in een sloep op weg zijn van het VOC-schip Amsterdam naar de ambtswoning van de burgemeester.
De Amsterdam was een spiegelretourschip van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Begin 1749, tijdens de eerste reis, ging de Amsterdam verloren door een storm bij de Engelse kustplaats Hastings.